Rechtsbijstand gedupeerde ouders in toeslagenaffaire nauwelijks op gang gekomen

Ouders die gedupeerd zijn geraakt door fouten bij de kinderopvangtoeslag hebben recht op kosteloze rechtshulp wanneer zij aanspraak willen maken op financieel herstel. Deze rechtsbijstand blijkt in 2022 nog nauwelijks op gang gekomen. Hoewel de meeste ouders die zich aanmelden voor juridische hulp snel aan een advocaat worden gekoppeld, zijn er vorig jaar nauwelijks rechtsbijstandszaken afgewikkeld. Dat heeft vooral te maken met vertragingen bij de uitvoeringsorganisatie die gedupeerde ouders moet compenseren.

In totaal hebben 59.000 ouders zich gemeld bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT). Op basis van een eerste toets ontvangen gedupeerde ouders relatief snel een tegemoetkoming van 
€30.000. Bij de vervolgstappen lopen de zaken echter grote vertraging op. Na de eerste toets volgt een zogeheten integrale beoordeling, waarna een commissie bepaalt welke schade de gedupeerde ouders werkelijk hebben geleden. Bij elk besluit hebben ouders de mogelijkheid een bezwaarschrift in te dienen. Net als in 2021 overschrijdt de UHT in 2022 beoordelingstermijnen en de termijnen voor de afhandeling van bezwaarschriften. Vanwege deze overschrijdingen hebben ruim 20.000 ouders de UHT in 2022 in gebreke gesteld. 

Advocaten die gedupeerde ouders bijstaan, worden door de vertragingen bij de UHT belemmerd in hun werk en geven aan gefrustreerd te zijn over de handelswijze bij de UHT. Zo krijgen zij benodigde dossiers niet op tijd of incompleet aangeleverd. Daarnaast komt er meer werk bij de advocaten terecht, bijvoorbeeld omdat de UHT beoordelingstermijnen van zaken overschrijdt en daarvoor in gebreke gesteld kunnen worden. 

Het is onduidelijk of alle ouders die behoefte hebben aan rechtsbijstand worden geholpen. Van de 59.000 ouders die zich hebben gemeld voor compensatie bij de UHT, hebben 7.745 ouders tot eind 2022 gebruik gemaakt van de regeling voor juridische hulp. Tot en met 2022 is €4 miljoen van de €31 miljoen voor de subsidieregeling uitgegeven. De opzet van de subsidieregeling voor rechtshulp is volgens de Algemene Rekenkamer toereikend. Over de kwaliteit van de rechtsbijstand kan de Rekenkamer geen oordeel geven, omdat er nog nauwelijks rechtsbijstandszaken zijn afgerond.