Parlement kan belastingdienst nu niet overvragen

Compensatieregeling toeslagouders niet rechtmatig aangekondigd

Bij het Ministerie van Financiën en de daaronder vallende Belastingdienst zijn voorzichtige tekenen van verbeterde bedrijfsvoering zichtbaar. Ruimte voor nieuwe fiscale beleidswijzigingen is er alleen als zij geen grote wissel trekken op deze cruciale dienst.

In haar verantwoordingsonderzoek stelt de Algemene Rekenkamer vast dat het management van de Belastingdienst nog niet over de juiste informatie over het eigen presteren beschikt. Dat hindert ook de informatie aan bewindspersonen.
Deze dienst heeft een aantal jaren nodig om de basisvoorzieningen op orde te brengen (zoals informatievoorziening en verouderde IT-systemen) en fouten uit het verleden te herstellen. Onverwachtse beleidswijzigingen en aanpassingen in IT-systemen kunnen niet eenvoudig worden uitgevoerd en gaan ten koste van de capaciteit die nodig is om de bedrijfsvoering op orde te krijgen. Zo zijn personele tekorten voor toezichtactiviteiten onder meer veroorzaakt door het detacheren van medewerkers bij de Uitvoeringsoperatie Herstel Toeslagen. Volgens de Rekenkamer is de Belastingdienst gebaat bij democratische besluitvorming waarin realisme en ambitie in balans zijn. Of de fiscus een wijziging aan kan, verdient extra aandacht van kabinet en parlement. Het parlement heeft afgelopen jaar bij 6 nieuwe wetten geaccepteerd dat vooraf niet zeker is of de Belastingdienst voldoende kan handhaven en voldoende op fraude kan controleren. Dit kan de dienstverlening bemoeilijken.

Controles op belastingaangiften onder druk

De Rekenkamer spreekt van een onvolkomenheid bij de regie op handhaving. Het schort aan een onderbouwing welke instrumenten voor handhaving van belastingaangiften worden ingezet. De Belastingdienst weet niet of het effectiever is om in te zetten op het voorkomen dat bedrijven en burgers niet correct aangifte doen, of op het controleren van aangiften achteraf. Daarmee is het niet duidelijk of er voldoende belastingambtenaren zijn voor het uitvoeren van controles en hoe deze op de meest doelmatige manier kunnen worden ingezet. Specifiek bij het onderdeel voor schenk- en erfbelasting is niet duidelijk of het toezicht voldoende is. Aangiften voor deze belasting worden veelal handmatig gecontroleerd, omdat geautomatiseerde systemen nog onvoldoende functioneren. Het kost volgens de Belastingdienst nog enkele jaren om de benodigde IT-systemen op het gewenste niveau te krijgen.

Controleren in coronacrisis

In 2020 hebben de coronacrisis, thuiswerken en de kinderopvangtoeslag veel gevraagd van het Ministerie van Financiën. Het is daarom een bijzondere prestatie dat de minister kan bogen op rechtmatige uitvoering van steunmaatregelen en geboekte voortgang in de bedrijfsvoering.
Door de coronacrisis heeft de Belastingdienst bij het mkb en grote ondernemingen minder controles ter plaatse kunnen uitvoeren, signaleert de Rekenkamer.
De minister van Financiën heeft te weinig tijdig toezicht op andere ministers gehouden die leningen of garanties verstrekken in de coronacrisis. Ook het toezicht op het financieel beheer van de minister van VWS was in het coronajaar 2020 onvoldoende. Daar bleek in juni jl. dat er problemen waren met het financieel beheer, maar de minister van Financiën heeft pas in december actie ondernomen.

Hersteloperatie kinderopvangtoeslag

Met het besluit om getroffen ouders van de toeslagaffaire met € 30.000 te compenseren, reageert het kabinet in december 2020 op het te trage herstel in dat jaar van ten onrechte door de Belastingdienst stopgezette toeslagen voor kinderopvang. In 2020 zijn circa 500 ouders uitbetaald, terwijl er tienduizenden gedupeerden zijn. Het besluit is echter niet op rechtmatige wijze aangekondigd. Het parlement is door de verantwoordelijk staatssecretaris ingelicht op het moment dat ook gedupeerde ouders via diverse communicatiekanalen zijn geïnformeerd. Hierdoor is de Kamer voor een voldongen feit gesteld bij de verplichting van € 457 miljoen. De Tweede en Eerste Kamer hebben later, in 2021, wel met het besluit en de bijhorende begroting ingestemd.

De uitvoering van de herstelorganisatie blijkt in de praktijk nog weerbarstiger dan waar in een uitvoeringstoets voor was gewaarschuwd. Dat komt doordat informatie ontbreekt of over verschillende IT-systemen verspreid staat, maar ook door de ingewikkelde opdracht van het kabinet, na advies van de commissie-Donner. De UHT moet elke ouder zorgvuldig, binnen bepaalde tijd, individueel en per jaar toetsen aan verschillende regelingen. De besluitvorming over gedupeerde ouders acht de Algemene Rekenkamer zorgvuldig, maar de speciaal opgerichte organisatie die de hersteloperatie uitvoert functioneert te weinig als een crisisorganisatie. Er is veel aandacht voor de interne organisatie en nog te weinig voor het contact met de  ouders. Veel ouders zitten lang in onzekerheid en/of begrijpen de ingewikkelde procedures niet. De Belastingdienst communiceert in technische taal en onvoldoende empathisch. Het effect van de in 2021 ingezette versnelling wordt later door de Rekenkamer onderzocht, net als de rechtmatigheid van de met de hersteloperatie gemoeide uitgaven in 2021.
In een terugblik stelt de Rekenkamer dat zij zelf in de afgelopen jaren in haar onderzoeken meer aandacht had moeten besteden aan de signalen dat mensen slachtoffer werden van de harde fraudeaanpak van de Belastingdienst.