Minister biedt beter inzicht in project, maar budget onderzeeboten is te laag

Inzet onderzeeboten zeker nog 10 jaar beneden doelstelling Defensie

Het Ministerie van Defensie heeft eind 2019 op een goede wijze aan het parlement meer inzicht gegeven in het totaal van aanschaf, exploitatie en onderhoud van het project vervanging onderzeeboten. Toch volstaat het gereserveerde budget niet, zo concludeert de Algemene Rekenkamer na onderzoek. Daarnaast kan Nederland de komende 10 jaar niet aan de eigen doelstelling voldoen: hooguit 2 van de huidige 4 boten van de Walrusklasse zijn gelijktijdig inzetbaar.

Cover onderzeeboten

Het onderzoek wijst uit dat de minister van Defensie de afgelopen jaren € 1,14 miljard extra heeft gereserveerd voor dit grote materieelproject. De Algemene Rekenkamer berekent dat het benodigde budget voor de levensduur van de onderzeebootdienst ten minste € 730 miljoen hoger ligt.
De totale verwachte uitgaven voor aanschaf en exploitatie van nieuwe onderzeeboten heeft het ministerie vanwege het lopende aanbestedingsproces commercieel vertrouwelijk verklaard. Daarom rapporteert de Algemene Rekenkamer in een vertrouwelijke bijlage aan de Tweede Kamer over sommige aspecten daarvan.

Geen boot van de plank kopen

Het onderzoek van 12 oktober 2020 Vizier op de vervanging van onderzeeboten van de Algemene Rekenkamer is uitgevoerd nadat de minister in december 2019 het parlement in de zogenoemde B-brief informeerde over de keuzes die zij wil maken. Het beoogde type boot is een combinatie van diverse ontwerpen van werven, waarvan zich nog niet één in de vaart heeft bewezen. Nederland kan daarom waarschijnlijk niet ‘van de plank’ kopen om de huidige 4 boten van de Walrusklasse uit de jaren 90 te vervangen door 4 nieuwe. Een beter ontwerp dat met 3 stuks alle taken aan zou kunnen, valt volgens de minister vanwege te hoge kosten af. De definitieve ontwerpkeuze bepaalt het Ministerie van Defensie pas later.
Het ministerie werkt sinds 2016 aan dit project en denkt vanaf 2028 de eerste nieuwe boot te ontvangen. In 2016 dacht de minister dat dit in 2025 kon gebeuren. De huidige onderzeeboten krijgen een levensduurverlenging. Dat heeft hun inzet in 2016, 2018 en 2019 beperkt. In die jaren kon Nederland niet voldoen aan de eigen norm van 2 inzetbare boten, laat staan aan het NAVO-doel van 3 onderzeeboten. Ook de komende 10 jaar zal dat nog niet het geval zijn.

Financiële risico’s

In het rapport concludeert de Algemene Rekenkamer dat de minister het inzicht in het benodigde budget, inclusief de exploitatiekosten, voor de Kamer heeft vergroot. Sinds 2016 is het totale budget vrijwel verdrievoudigd, deels omdat voor 30 jaar de exploitatielast in beeld is gebracht.
Daarnaast signaleert de Rekenkamer financiële risico’s. Zo zijn de kosten van de transitiefase van de Walrusklasse naar een nieuw type boot nog niet berekend. Ook niet alle bewapening is meegeteld. Verder wijst ervaring in landen als Canada en Australië uit dat het gebruik van moderne onderzeeboten duurder uitvalt dan oudere generaties. Of internationale samenwerking kosten bespaart of verhoogt, is niet duidelijk. Onvoorziene risico’s zijn in dit project nog niet meegerekend.

Controlerende rol parlement

De Tweede Kamer kan beter de vinger aan de pols houden, aldus de Rekenkamer, door duidelijke afspraken te maken met de minister van Defensie over welke informatie periodieke rapportages over het project onderzeeboten in ieder geval moeten bevatten.

Reactie staatssecretaris en nawoord Rekenkamer

De staatssecretaris van Defensie reageert op de bevindingen en geeft aan dat sommige cijfers uit het onderzoek alleen vertrouwelijk gedeeld kunnen worden. Zij vindt het niet nodig het budget met € 730 miljoen op te hogen en wijst op de relatief hoge risicoregeling bij dit investeringsproject.
De Algemene Rekenkamer vindt dat ramingen en budgetten met elkaar in overeenstemming moeten zijn. In haar nawoord schrijft de Rekenkamer verbaast te zijn dat de bewindspersonen van Defensie dit uitgangspunt niet delen. Alle te verwachten kosten dienen, aldus de Rekenkamer, voor het parlement inzichtelijk te worden gemaakt.