Kosten voor overheid na neerhalen vliegtuig MH17 opgelopen tot meer dan € 166 miljoen

Op verzoek van het kabinet heeft de Algemene Rekenkamer een gedetailleerde inventarisatie gemaakt van kosten bij alle betrokken overheidsdiensten en instanties nadat vliegtuig MH17 met een Russische Buk-raket boven Oekraïne in 2014 is neergehaald. Uit de inventarisatie blijkt dat er tot nu toe zeker uitgaven ter waarde van  € 166 miljoen zijn gedaan door de Nederlandse overheid in de nasleep van deze ramp.

Foto cover MH17

Alle 298 passagiers en bemanningsleden kwamen op 17 juli 2014 om. Onder hen 196 Nederlanders. De op 29 februari 2024 gepubliceerde inventarisatie loopt van de dag van de ramp tot eind 2022. Ook daarna zijn er nog kosten gemaakt, en in de komende tijd nog te verwachten. De Algemene Rekenkamer spreekt in het rapport Inzicht in kosten overheid MH17 daarom van een tussenstand. Zo heeft de Staat in augustus 2023 nabestaanden voorschotten betaald op de schadevergoeding  waartoe 3 daders in juni 2023 door de Nederlandse strafrechter zijn veroordeeld. Dat gaat om € 16,5 miljoen. Of de veroordeelden deze schadevergoedingen uiteindelijk betalen, is ongewis. Ook zullen er de komende jaren nog kosten zijn voor psychotraumatische zorg voor nabestaanden en bijvoorbeeld voor het onderhoud aan diverse MH17-monumenten in Nederland. Er lopen procedures bij het ICAO in Montreal en het EHRM in Straatsburg die inzet vereisen van overheidsjuristen. De Algemene Rekenkamer kondigt daarom aan jaarlijks een actualisatie op deze kosteninventarisatie te zullen maken.

Kosten onderzoeken naar de feiten en berechting

Er zijn in dit onderzoek kostenopgaven verwerkt van 10 ministeries, 10 publieke instellingen, 2 provincies, 59 gemeenten en 2 gemeenschappelijke regelingen. De hoogste uitgaven voor de overheid betreffen het onderzoek naar de toedracht van deze vliegcrash door de Onderzoeksraad voor de Veiligheid en het strafrechtelijk opsporingsonderzoek door het JIT, Joint Investigation Team (samen € 53 miljoen). De strafvervolging en berechting in Nederland door de rechtbank, met inzet van het OM en andere instanties, is ook een grote kostenpost. 

Figuur MH17 - Totale kosten overheid ramp MH17: 167 miljoen euro. Aangaande de ramp: crisisbeheersing 8,6 miljoen euro, repatriëring 22,6 miljoen euro en identificatie 9 miljoen euro. Aangaande de feiten: onderzoek toedracht 53,3 miljoen euro en strafvervolging en berechting 341,1 miljoen euro. Aangaande de gevolgen: overige kosten 1,6 miljoen euro, indexatie, 22,2 miljoen euro, zorg voor nabestaanden 0,8 miljoen euro, herdenken 8,1 miljoen euro, internationale procedure en diplomatie 5,7 miljoen euro.  Onder overige kosten vallen: archivering MH17-informatie, formele taken overheid wegens omkomen burgers, onderzoek vliegen over conflictgebieden, kosten wegens omgekomen personeelsleden en kostenopgave aan Algemene Rekenkamer.

De kosteninventarisatie wordt door het kabinet gebruikt voor een lopende juridische procedure. Overigens zijn dit niet alle kosten die te maken hebben met de MH17-ramp. Kosten van burgers en bedrijven zijn in deze inventarisatie niet meegenomen. Het leed van de nabestaanden van de in het vliegtuig omgekomen inzittenden is al helemaal niet in geld uit te drukken.

De minister-president heeft in juni 2021 de Algemene Rekenkamer vanwege haar onafhankelijke positie in het staatsbestel als hoogste audit instantie gevraagd deze kosteninventarisatie uit te voeren. In dit onderzoek is nauwkeurig in kaart gebracht welke uiteenlopende activiteiten door een groot aantal overheidsorganisaties zijn uitgevoerd en wat dat kostte. Het onderzoeksrapport toont de kosten van de eerste crisisbeheersing en de repatriëring van de slachtoffers uit zuidoost-Oekraïne in 2014 en 2015 door de politie en marechaussee, met inzet van Defensievliegtuigen uit Nederland en Australië. Verder zijn de kosten van identificatie door speciale politiediensten en het Nederlands Forensisch Instituut opgenomen. Onder de 298 slachtoffers waren 196 Nederlanders en 8 mensen met een andere nationaliteit die in Nederland woonden. Het onderzoek gaat ook over de kosten van de zorg voor nabestaanden, de onderzoeken naar de toedracht, de strafrechtszaak en inzet van diplomaten voor internationale procedures. 
De kostenopgaven van de betrokken overheidsinstanties zijn conform de internationale rekenkamerstandaarden getoetst door de Algemene Rekenkamer. 

Gebruik van de kosteninventarisatie

Het kabinet wil deze kosteninventarisatie gebruiken in een procedure bij de internationale civiele luchtvaartorganisatie ICAO in Montreal. Daar heeft Nederland samen met Australië de Russische Federatie aansprakelijk gesteld voor alle kosten die voortvloeien uit de aanslag. Het is nog onbekend wanneer een besluit in die procedure valt. 
De Nederlandse Staat ondersteunt de nabestaanden ook in hun lopende procedure bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg tegen de Russische Federatie. Daar draait het vooral om de schade voor nabestaanden vanwege schending van  mensenrechten.