De eerste voorwaarde voor ‘toegankelijke huisartsenzorg’ is – zoals aangegeven – dat iedereen zich in de eigen wijk moet kunnen inschrijven bij een huisartsenpraktijk. Een tweede voorwaarde is dat de huisarts ook toegankelijk is, zodat de benodigde zorg ook daadwerkelijk geleverd kan worden.

Zorgverzekeraars zijn er verantwoordelijk voor dat hun verzekerden binnen een redelijke tijd en reisafstand toegang hebben tot onder andere huisartsenzorg. Dit heet de zorgplicht (Artikel 11 Zvw). De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) houdt toezicht op die zorgplicht. De NZa hanteert daarbij onder andere de volgende normen (Beleidsregel toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars Zvw):

  1. Huisartspraktijken en huisartsenposten moeten voor spoed binnen 30 seconden drempelloos telefonisch bereikbaar zijn.
  2. Op huisartsen rust bij spoed de inspanningsverplichting om binnen 15 minuten bij de patiënt te zijn.
  3. Huisartspraktijken moeten tijdens kantooruren voor gewone oproepen binnen 2 minuten drempelloos telefonisch bereikbaar zijn.
  4. De toegangstijd tot de huisarts bedraagt voor burgers maximaal 3 werkdagen; 80% van de burgers moet binnen 2 werkdagen terechtkunnen. 

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) houdt daarnaast toezicht op de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de zorg. Bovenstaande 4 normen kunnen hier onderdeel van zijn. 

In welke mate aan bovenstaande normen wordt voldaan is niet vast te stellen, omdat niemand deze normen systematisch toetst. Van de norm over de inspanningsverplichting om binnen 15 minuten bij de patiënt te zijn hebben wij wel een beeld kunnen vormen op basis van data van het Nivel, zie figuur 10.

Aanrijtijd bijna altijd onder de norm van 15 minuten

Figuur 10 Afstand in autorijminuten huisarts-patiënt

Figuur 10 laat zien dat een huisarts in theorie bij spoed binnen 15 minuten bij een patiënt kan zijn. Deze kaart geeft inzicht in de afstand in minuten tussen patiënt en dichtstbijzijnde huisarts, niet de eigen huisarts. Bij spoed kan een patiënt namelijk ook geholpen worden door een huisarts waar diegene niet staat ingeschreven. 

Om ook in de toekomst de bereikbaarheid van de huisarts op peil te houden, is het belangrijk dat er in iedere regio huisartsenpraktijken bestaan waar huisartsen kunnen werken en patiënten terecht kunnen. Zoals aangegeven in Huisartsenpraktijken, hebben praktijkhoudende huisartsen moeite met het vinden van praktijkopvolging. Met name in regio’s met een relatief snel vergrijzende bevolking en waar ook meer huisartsen met pensioen gaan dan jonge huisartsen instromen, zijn tekorten te verwachten, bijvoorbeeld de Achterhoek of Noord-Holland Noord (Nivel, 2018b). Daarbij was sluiting van de praktijk een van de meest genoemde redenen door respondenten in het onderzoek van het Nivel voor het niet hebben van een huisarts (Nivel, 2024b).

naar startpagina Focus op huisartsent...