Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 ministerie van Financiën

inclusief Nationale Schuld

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2024 en de bedrijfsvoering van het ministerie van Financiën en Nationale Schuld.

Onze conclusies

Bij het ministerie van Financiën (IXB) waren in 2024 de uitgaven € 26.021 miljoen, de ontvangsten € 241.850 miljoen en de aangegane verplichtingen € 50.150 miljoen. Voor Nationale Schuld (IXA) waren in 2024 de uitgaven € 50.292 miljoen, de ontvangsten € 70.942 miljoen en de aangegane verplichtingen € 50.292 miljoen.

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor het begrotingsbeleid, het bevorderen van het financieel beheer bij het Rijk, de Belastingdienst, de Dienst Toeslagen en de Douane in Nederland. Bij de uitvoering van zijn taken en in de bedrijfsvoering van zijn ministerie kunnen problemen ontstaan en de minister is verantwoordelijk voor het oplossen daarvan.

De minister en het ministerie van Financiën nemen de problemen serieus. Dat helpt bij het oplossen. Wat niet helpt is dat het ministerie een groot gebrek heeft aan personeel (zie ook ons verantwoordingsonderzoek over 2023). Ook heeft het moeite om IT-systemen te verbeteren. De hersteloperatie box 3 en het herstel van de kinderopvangtoeslagaffaire vormen een zware belasting voor personeel en IT-capaciteit. Hierdoor blijven andere zaken langer liggen en is er slechts beperkt ruimte voor de broodnodige vernieuwing en vereenvoudiging van het belastingstelsel en het toeslagensysteem. We zien dat de Belastingdienst, Douane en Dienst Toeslagen bij nieuw beleid in uitvoeringstoetsen wel consistent stilstaan bij de vraag hoeveel personeel nodig is voor nieuwe wet- en regelgeving.

Op diverse manieren probeert de minister burgers met schulden bij Toeslagen of de Belastingdienst beter te helpen. Dat is ook nodig. De ouders in de toeslagenaffaire zijn bijvoorbeeld nog steeds niet allemaal volledig gecompenseerd (zie § 3.2). Daarnaast zien we dat de minister probeert te voorkomen dat burgers in de problemen komen. Dat vinden we positief. Toch moeten daarvoor sommige zaken, zoals bijvoorbeeld privacybescherming bij het gebruik van algoritmes, wel beter worden geregeld (zie § 4.5.1). En soms moet de dienstverlening aan burgers gewoon beter. Want in 2023 merkten wij problemen op bij betalingsregelingen bij de Belastingdienst. Nu zien we dat die nog niet volledig zijn opgelost. Daardoor kunnen nog steeds burgers met diverse aflossingen onder het bestaansminimum terechtkomen. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft daarin weliswaar ook een rol, maar wij vinden dat de minister daar zelf nog meer aan kan doen (zie § 4.4.7). 

De minister van Financiën is verantwoordelijk voor de ramingen van het begrotingstekort en de inkomsten van het Rijk. Recent heeft de Tweede Kamer vragen gesteld over de trefzekerheid van de ramingen. Uit ons onderzoek blijkt dat het ministerie de processen voor het beheer van de raming op orde heeft. Toch kunnen er ondanks een goed werkend proces wel grote afwijkingen tussen raming en realisatie optreden. Het totaal aan niet-bestede middelen over 2024 bedraagt volgens het Financieel Jaarverslag Rijk (FJR) € 18,6 miljard. We onderschrijven de conclusies van de Expertgroep Realistisch Ramen, inclusief de daarin genoemde mogelijkheden voor verbetering van de kwaliteit van de ramingen. Ook de ramingen van individuele projecten en maatregelen kunnen beter, zowel aan de uitgaven- als aan de ontvangstenkant. Daarom is een goede evaluatie van maatregelen en de budgettaire gevolgen daarvan noodzakelijk. 

De hoognodige vernieuwing van de IT-systemen voor de 3 grote belastingstromen is opnieuw vertraagd (zie § 4.4.5). Deze IT-systemen zijn nodig om € 182,6 miljard aan belastingen te innen. Er ontstaat een risico dat deze belastingen niet geïnd worden wanneer deze systemen op de lange termijn het inningsproces niet meer kunnen ondersteunen. De vertraging van de vernieuwing komt onder meer door activiteiten die nodig zijn voor de hersteloperatie box 3 (zie § 4.5.11). Daardoor is er veel minder capaciteit voor vernieuwing van IT-systemen van de Belastingdienst (zie § 4.4.1) en de Douane (zie § 4.4.4). Ook voor structurele veranderingen in het belastingstelsel en het toeslagensysteem is geen ruimte. 
We zien dat het ministerie van Financiën bezig is met de aanpak van de onvolkomenheden. Maar opgelost heeft het ministerie ze nog niet. Zo lukt het de minister niet om enkele onvolkomenheden, zoals die voor inkoopprocessen, structureel op te lossen (zie hoofdstuk 4). Sinds 2018 zien we in verschillende vormen bij diverse onderdelen van het ministerie onvolkomenheden op inkopen. Voor het structureel oplossen van problemen zijn duidelijke afspraken (kaders, rollen) vereist. Ook moet regelmatig  worden nagegaan of afspraken goed werken en of geleerd wordt van fouten, zodat afspraken worden verbeterd op basis van praktijkervaringen.

Samenvattend oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2024 van Nationale Schuld

Goedgekeurd

Op totaalniveau kloppen de cijfers en is het geld volgens de regels besteed. 

Samenvattend oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2024 van het ministerie van Financiën

Afgekeurd

Op totaalniveau kloppen de cijfers. Ook is het geld op totaalniveau volgens de regels besteed, met uitzondering van de verplichtingen. Er is ook een onzekerheid over de volledigheid van de belastingontvangsten. Deze is niet in geld uit te drukken. Tot slot is er een onzekerheid over de juistheid van de toeslagenuitgaven. Die is grotendeels wel in geld uit te drukken.

Onvolkomenheden bij het ministerie van Financiën

Bestaande onvolkomenheden

2021

2022

2023

2024

Ontwikkelingen in 2024

1. M&O-beleid Belastingdienst: MKB en UHB

2. Inkoopbeheer Toeslagen

3. Inkoopbeheer Douane

4. Beheer grote geldstromen Douane

5. IT-legacy Grote Belastingmiddelen

6. Inkoopbeheer Beleidsdepartement
7. Betalingsregelingen Belastingdienst
Legenda


Onvolkomenheid
De minister heeft vooruitgang geboekt
De minister heeft weinig tot geen vooruitgang geboekt

Voor een beschrijving van de tabel zie hoofdstuk 4 van de pdf van het volledige rapport.

Bijlagen