FunctiefamilieOnderzoek en Onderzoeksadvies
FunctieprofielOnderzoeker, schaal 15
AandachtsgebiedOnderzoek en beleidsontwikkeling

 

1. Omgeving en Doel

Binnen onderzoeksdirecties worden (ontwikkel)onderzoeken uitgevoerd. Een onderzoek naar een onderwerp dat in het werkprogramma van de Algemene Rekenkamer is opgenomen heeft als doel: externe publicatie.
Een ontwikkelonderzoek is een onderzoek naar een werkmethode, met als doel aanbeveling voor een werkwijze.
Doel van de functie is het leveren van substantiële, inhoudelijke bijdragen aan uit te voeren onderzoeken.
Het adviseren ten aanzien van de beleidsontwikkeling op het werkterrein van een onderzoeksdirectie.

2. Functie-eisen

  • Academisch werk- en denkniveau.
  • Inhoudelijk aantoonbare ervaring en gezaghebbende positie op tenminste één van onderstaande domeinen:
    • Financieel-economisch domein (zoals Accountancy, Economie, Fiscaliteit, Assurance),
    • Vakinhoudelijk domein (zoals Inrichting openbaar bestuur, Zorg en zekerheid, Recht en veiligheid),
    • Methodologisch domein (zoals ICT en methodologie, Allianties en ketens, Evaluatieonderzoek, Big data, Data analyse).
  • Postdoctorale opleiding of vergelijkbare ervaring.
  • Kennis van en ruime ervaring met (onderdelen van) het onderzoeksterrein van de Algemene Rekenkamer.
  • Kennis van en ruime ervaring met ( de toepassing van) diverse methoden en technieken van onderzoek.
  • Actuele kennis van en een visie op ontwikkelingen ARK-onderzoeken binnen Rijksoverheid.
  • Ervaring met begeleiden en coachen van professionals.
  • Affiniteit met doelmatigheid- en rechtmatigheidonderzoek.
  • Ervaring met projectmanagement.

3. Kerncompetenties en drempelcompetenties

Kerncompetenties:

  • Actief Luisteren.
  • Netwerkvaardigheid.
  • Omgevingsbewustzijn.
  • Politiek bestuurlijke sensitiviteit.
  • Communicatieve vaardigheden.
  • Durf.
  • Netwerken.
  • Besluiten nemen.
  • Leervermogen en switchen.
  • Kennisoverdracht. Kan de collega's, management en bestuur kennis overdragen op het specifieke beleidsterrein, is in staat om directie- en bestuursleden mee te nemen in de zeer complexe materie.
  • Keuzevrijheid. Schakelt zonodig extra expertise in danwel past de onderzoeksmethode aan.

Drempelcompetenties:

  • Integriteit.
  • Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid.
  • Beschikt over vaardigheden om doelgericht en afgestemd op collega’s, projectmedewerkers en interne en externe belanghebbenden te kunnen communiceren en overtuigen.
  • Geeft bij advisering blijk van inzicht in wat er in de organisatie speelt.
  • Handelt met gevoel voor bestuurlijke verhoudingen en inzicht in belangen en weet met wie het krachtenveld om te gaan.
  • Beoordeelt de haalbaarheid van adviezen of projecten in de huidige context van de organisatie.
  • Maakt afwegingen in het belang van de organisatie met inachtneming van rijksbrede ontwikkelingen.
  • Verplaatst zich in de context en handelingsperspectief van de gesprekspartner en biedt daar adequate adviezen, scenario’s en oplosssingen voor.

Ontwikkeling

  • Tijdelijk voor de duur van een specifiek project of (onderdeel van) een programma. Verbindt - vanuit deeltijdinzet /-contract - naam aan AR.

4. Functietypering

Algemeen

  • Verricht onderzoeken door het opstellen van een onderzoeksopzet en -aanpak op basis van (voor het onderzoeksobject) relevante ontwikkelingen en risico's, en zorgt dat deze in de uitvoering en rapportage van het onderzoek tot uitdrukking komen. Het gaat hierbij om zeer complexe en koersbepalende onderzoeken of programma's.
  • Gezaghebbend / autoriteit op volledig onderwerp / terrein (beleid, complexe uitvoering en/of onderzoek).
  • Is een steun voor College en MT in het (richtinggevend) beïnvloeden van politieke en ambtelijke top van de Rijksdienst en daaraan verbonden organen bij het naar buiten brengen van politiek (zeer) gevoelige aanbevelingen.
  • Is een autoriteit op een specifiek onderwerp, en geeft daarmee richting aan methodiekontwikkeling en de programmaontwikkeling van de AR. Is een drijvende kracht achter de vakontwikkeling van de AR.
  • Draagt zorg voor de vakontwikkeling en expertise van de organisatie. Ontwikkelt collega's.
  • Draagt zorg voor een goede planning en voor tijdige aflevering van het afgesproken rapport.
  • Zorgt voor een politiek-maatschappelijke relevante timing bij het uitbrengen van rapporten en het brengen van de boodschap.
  • Is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gehele onderzoek en rapportage. 'Speelt' met normatiek en onderzoeksmethodiek.
  • Leidt koersbepalende onderzoeken. Kan verschillende teams en onderzoeken tegelijkertijd aansturen. Brengt onderzoek 'naar huis', ook bij brede inhoud en complexe bestuurlijke context.
  • Coacht collega's in hun ontwikkeling, monitort vooruitgang in hun ontwikkeling en stuurt tijdig bij. Begeleidt minder ervaren collega's inhoudelijk bij koersbepalende onderzoeken.
  • Ontwikkelt voorstellen voor de agenda van de toekomst. Draagt - binnen de strategie van de AR - richtinggevend bij aan de ontwikkeling van nieuwe kennis- en onderzoeksgebieden en -methodieken.
  • Speelt in op de uitkomsten van onderhandelingsprocessen en/of op verschuivingen in beleidsdoelstellingen.
  • Strategische onderzoekskaders of modellen vormen de uitgangspunten voor de uitvoering van de werkzaamheden en/of op grond van (inter)nationale kaders (protocollen en richtlijnen).
  • Onderhoudt in- en extern contacten voor het verkrijgen van draagvlak voor de onderzoeksresultaten en of voor het opzetten van de onderzoeksprogrammering; initieert externe samenwerkingsverbanden; vertegenwoordigt de organisatie naar buiten toe, zowel bij belanghebbenden als in (inter)nationale gremia in verband met de bestuurlijke en politieke relevantie van het onderzoek / onderwerp.

Niveaubepalende factoren schaal 15

  • Er moet worden ingespeeld op maatschappelijke en/of politiek-bestuurlijke ontwikkelingen met (inter)nationale reikwijdte of op meerjarige strategische onderzoeksprogrammering.
  • Bij de te nemen beslissingen tijdens de onderzoeken gaat het om een reeks opeen volgende inhoudelijke met elkaar samenhangende beslissingen die elkaar onderling (kunnen) beïnvloeden, waarbij de uitkomst van de beslissingen moeilijk voorspelbaar is en pas na enige jaren zijn in te schatten.
  • In algemene termen geformuleerde strategische beleidslijnen of modellen zijn als uitgangspunten voorhanden voor de uit te voeren onderzoeken.
  • Bij de contacten gaat het om het richtinggevend beïnvloeden van politieke en ambtelijke bestuurders bij de formulering van strategische concepten dan hun keuzes ten aanzien voorgenomen wet-, en regelgeving en beleid, etc. daardoor worden bepaald.
  • Er is sprake van het verwerven van draagvlak voor de implementatie van de onderzoeksresultaten (beleid, werkmethoden en technieken) waarbij belangentegenstellingen meespelen.
  • Beoordeling van ontwikkeld strategisch beleid op doeltreffendheid en/of van de mate waarin strategische doelen zijn gerealiseerd.