Begroting

Prinsjesdag

Ieder jaar op Prinsjesdag, de 3e dinsdag in september, biedt de minister van Financiën namens het kabinet de Rijksbegroting, de Miljoenennota en het Belastingplan aan de Tweede Kamer aan. Het kabinet presenteert daarmee zijn plannen voor het komende jaar.
Vragen die in deze documenten centraal staan zijn: 

  • Wat willen we bereiken?
  • Wat gaan we daarvoor doen?
  • Wat gaat dat kosten?

De Algemene Rekenkamer heeft geen formele rol bij de totstandkoming van de begroting. Wij hebben pas een rol bij de verantwoording. Wel legt een adequate begroting de basis voor een goede uitvoering van beleid en verantwoording daarover. Daarom sturen wij na Prinsjesdag zogenoemde begrotingsbrieven naar de Tweede Kamer met aandachtspunten ten behoeve van de begrotingsbehandeling van de ontwerpbegroting per departement. Deze aandachtspunten zijn gebaseerd op bevindingen uit onze eerdere onderzoeken. 

Rijksbegroting

De Rijksbegroting bestaat uit de afzonderlijke begrotingen van de departementen en de niet-departementale begrotingen. De niet-departementale begrotingen zijn de begrotingen van:

  • de Koning;
  • de Hoge Colleges van Staat, waaronder de Staten-Generaal, maar ook de Algemene Rekenkamer zelf;
  • de Kabinetten van de Gouverneurs van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten;
  • de begrotingsfondsen, zoals onder meer het gemeentefonds, het provinciefonds en het Deltafonds.

Miljoenennota

De Miljoenennota bevat de belangrijkste plannen en keuzes van het kabinet voor het komende jaar en geeft aan wat die plannen kosten. Ook beschrijft de Miljoenennota de financiële en economische situatie in Nederland en de verwachte ontwikkelingen daarin. De Miljoenennota is een toelichting op de Rijksbegroting.

De Miljoenennota geeft antwoord op vragen als:

  • Wat zijn de belangrijkste plannen van het kabinet voor het volgende jaar?
  • Wat gaan die plannen kosten?
  • Welk effect hebben de plannen op burgers en bedrijven?
  • Hoe staat het met de overheidsfinanciën?
  • Is er een tekort en zo ja, hoe groot is het tekort?
  • Voldoen we aan Europese afspraken en doelen? 
  • Hoe gaat het met de Nederlandse economie?

Belastingplan

In het Belastingplan staan de plannen van het kabinet voor de belastingen in het komende jaar. 

Goedkeuring begrotingen door het parlement

Alle ontwerpbegrotingen zijn wetsvoorstellen. Ze moeten daarom door het parlement worden aangenomen. In de weken na Prinsjesdag vergadert de Tweede Kamer over de begrotingen met de betrokken ministers. Nadat de Tweede Kamer eventuele wijzigingen heeft aangebracht in de begrotingen, keurt zij de begrotingen goed. Daarna gaan ze naar de Eerste Kamer. De Eerste Kamer mag de begrotingen afkeuren of goedkeuren, maar er niets in wijzigen. Eerste Kamerleden hebben namelijk geen recht van amendement (wijziging). Als het parlement akkoord is gegaan met de begrotingen, mogen de ministers hun beleid uitvoeren binnen de vastgestelde begroting. 

De minister van Financiën houdt toezicht op de uitvoering van de begrotingen. Gedurende het jaar kan het nodig zijn om de begrotingen te wijzigen. Dat gebeurt in principe in de Voorjaarsnota en in de Najaarsnota. Dit zijn aanvullende (suppletoire) begrotingswetsvoorstellen waarmee het parlement ook akkoord moet gaan. 

Als er sprake is van een crisissituatie waarbij het noodzakelijk is in het belang van het Rijk snel te handelen, mag een minister besluiten om maatregelen te nemen voordat een begrotingswet is goedgekeurd door het parlement. De coronamaatregelen die zijn getroffen bij de pandemie zijn hiervan een voorbeeld. De minister moet dan wel vooraf het parlement informeren dat hij of zij dit gaat doen. De financiële consequenties worden verwerkt in een incidentele suppletoire begroting. De incidentele begroting wordt door het parlement besproken en goedgekeurd nadat de noodmaatregelen al zijn of worden uitgevoerd. De finale begrotingswet, de wet tot vaststelling van de slotverschillen, wordt op Verantwoordingsdag aan de Tweede Kamer aangeboden.