Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2020 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. 

Onze conclusies

In Nederland is steeds vaker sprake van droogte. Dat leidt tot schade aan de natuur en landbouw en vergroot het risico op natuurbranden. Er ontstaan watertekorten die de industrie en de drinkwaterbedrijven raken. Een lage waterstand in de rivieren hindert de scheepvaart en een tekort aan grondwater kan leiden tot bodeminstabiliteit en paalrot bij funderingen. De bestrijding van droogte valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW).

De minister van IenW heeft in 2019 veel gedaan om de bedrijfsvoering te verbeteren, maar deze stijgende lijn zien we helaas niet terug in 2020.
Er worden nog te veel (incidentele) fouten gemaakt. In de context van de coronacrisis is de stagnatie deels wel verklaarbaar.

Droogtebestrijding in grondwaterafhankelijke gebieden vraagt om andere aanpak

Verantwoordelijkheden voor de aanpak van droogte zijn verdeeld tussen het Rijk en decentrale overheden. De minister IenW is verantwoordelijk voor de nationale zoetwatervoorziening en de bestrijding van droogte in het hoofdwatersysteem – de grote rivieren en meren in ons land. Provincies, waterschappen en gemeenten hebben verantwoordelijkheden voor de aanpak van droogte in het regionale watersysteem – de regionale oppervlaktewateren en het grondwater. De minister van IenW pakt droogtebestrijding voor een belangrijk deel aan met het Deltaprogramma Zoetwater. Dit is goed georganiseerd en werkt effectief voor de bestrijding van droogte in het hoofdwatersysteem. Waar droogte optreedt in het grondwatersysteem (de Hoge Zandgronden, stedelijk gebied), zijn ruimtelijke maatregelen zoals ander landgebruik belangrijker. Daar ontbreken centrale coördinatie en inhoudelijke monitoring door de minister van IenW. Voor een effectievere aanpak van droogte in heel Nederland is naar onze mening meer samenhang nodig tussen maatregelen voor het zoetwatersysteem en voor ruimtelijke adaptatie.

CBR heeft inzicht in IT-landschap, maar geen lifecyclemanagement

Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) beoordeelt rijvaardigheid en controleert of bestuurders medisch geschikt zijn om te rijden. IT, ook de IT die het CBR voor deze taken gebruikt, veroudert en moet daarom periodiek worden vervangen. Het is belangrijk dat het CBR weet wanneer dit moet gebeuren. Met zogenoemd lifecyclemanagement kan dat inzicht ontstaan, maar dat is door het CBR niet als proces ingericht. Het CBR zorgt wel op andere manieren dat het inzicht heeft in het IT-landschap. In de komende jaren zal duidelijk worden of dat voldoende is voor een toekomstbestendig IT-landschap. De minister van IenW heeft geen directe taak in het IT-onderhoud; het CBR is een zelfstandig bestuursorgaan. Maar als de continuïteit van de wettelijke taakuitvoering in het geding dreigt te komen, moet de minister zich hier via adequaat toezicht wel mee bemoeien.

Financieel oordeel

IenW onvolkomenheden
IenW onvolkomenheden

Verder in het rapport

  • Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
  • Hoofdstuk 3 Financiële informatie
  • Hoofdstuk 4 Bedrijfsvoering
  • Hoofdstuk 5 Beleidsresultaten
  • Hoofdstuk 6 Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer