Resultaten verantwoordingsonderzoek 2018 Koninkrijksrelaties en BES-Fonds

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2018 van Koninkrijksrelaties en BES-Fonds.

Onze conclusies

De overheden in het Caribisch deel van het Koninkrijk kampen deels met gelijke problemen. Zo vertoont het financieel beheer van een groot deel van deze eilanden gebreken. Bonaire, Sint-Eustatius en Saba zijn 3 eilanden die deel uitmaken van Nederland. Aruba, Curaçao en Sint-Maarten zijn landen die – op gelijke voet met Nederland – deel uitmaken van het Koninkrijk der Nederlanden.

Bonaire, Sint-Eustatius en Saba

Tekortschietende informatiebeveiliging effectief aangepakt

De Rijksdienst Caribisch Nederland (RCN) voert de rijkstaken uit voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba. Bij de ondersteunende dienst van RCN, de Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN), schoot de informatiebeveiliging sinds 2014 te kort. Deze problematiek is in 2018 effectief aangepakt. Het informatiebeveiligingsniveau is sterk verbeterd. Verdere stappen zijn nodig om de informatiebeveiliging structureel in te bedden in de organisatie van SSO-CN.

Rijksdienst Caribisch Nederland ontbeert gezamenlijk aanpak personeelsbeleid en ICT-voorzieningen

Medewerkers van RCN zijn in dienst van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), maar worden aangestuurd door moederdepartementen en andere overheidsdiensten. Voor de aanpak van RCN-brede vraagstukken is weinig geregeld. Zo ontbreekt een heldere taak- en verantwoordelijkheidsverdeling voor het personeelsbeleid, een gezamenlijk wervings- en opleidingsbeleid en een gezamenlijke aanpak van ICT-voorzieningen. Hierdoor worden kansen gemist om RCN aantrekkelijker te maken als werkgever en om werkprocessen efficiënter uit te voeren door een betere ICT-ondersteuning.

Ontoereikend financieel beheer Bonaire en Sint-Eustatius

In Nederland oefenen provincies financieel toezicht uit op gemeenten. Voor de openbare lichamen Bonaire, Sint-Eustatius en Saba ontbreekt een provincie als tussenlaag. Voor deze eilanden is het financieel toezicht belegd bij het College financieel toezicht en bij de minister van BZK. Saba beschikt al enige jaren over ordelijk financieel beheer. Op Sint-Eustatius en Bonaire is het financieel beheer echter al vele jaren onder de maat. Op Sint-Eustatius is een regeringscommissaris aangesteld om een grondige en ingrijpende verbeteroperatie door te voeren.
Met het openbaar lichaam Bonaire heeft Nederland in een bestuursakkoord afspraken gemaakt over de tijdige afronding van lopende verbeteractiviteiten en het opstarten van noodzakelijke vervolgacties. In het verleden heeft Bonaire echter al vele malen verbeterplannen opgesteld. De uitvoering bleek keer op keer de achilleshiel.

We bevelen de minister van BZK aan om het openbaar lichaam Bonaire te vragen de oorzaken voor het uitblijven van verbeteringen te analyseren en deze analyse te betrekken bij het opstellen van verdere plannen. Ook bevelen we de minister aan om de Wet financiën openbare lichamen BES te evalueren en te bezien of het toezicht op het financieel beheer versterkt kan worden door hiervoor aanvullende normen op te stellen en nieuwe interventiemogelijkheden te introduceren.

Aruba, Curaçao en Sint-Maarten

Zorgelijke kwaliteit financieel beheer

Het financieel beheer van de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten baart ons zorgen, zeker in het licht van oplopende schuldquotes. We bevelen de minister van BZK aan om via de Rijksministerraad per land bestuurlijke afspraken te maken over programmatische verbetertrajecten, vergelijkbaar met de Operatie Comptabel Bestel die eind vorige eeuw in Nederland is uitgevoerd. In elk land zouden de Staten, het Ministerie van Financiën en de Algemene Rekenkamer van het betreffende land gezamenlijk sturing moeten geven aan de door te voeren verbeteringen voor het financieel beheer en de financiële situatie.

Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw van Sint-Maarten

In december 2018 publiceerden wij de uitkomsten van ons onderzoek naar de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw van Sint-Maarten na orkaan Irma (Algemene Rekenkamer, 2018d). Eind februari 2019 waren voor ongeveer de helft van Nederlandse bijdrage projecten in voorbereiding of uitvoering. Belangrijke randvoorwaarden voor een effectieve besteding van het geld zijn echter nog niet ingevuld. Zo zijn de criteria om te kunnen beoordelen welke projecten met prioriteit uit het trustfonds gefinancierd moeten worden (het zogenoemde ‘strategisch resultatenkader’) nog niet vastgesteld door de stuurgroep van het trustfonds. Ook is het ondersteunende bureau voor de wederopbouw nog niet bemenst. We bevelen de minister van BZK aan om via de Nederlandse vertegenwoordiging hiervoor aandacht te vragen in de stuurgroep.

Verder in het rapport

In de volgende hoofdstukken werken we de conclusies verder uit:

  • Hoofdstuk 2, ‘Feiten en cijfers’: hierin geven we een korte beschrijving van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H) en de omvang van het begrotingshoofdstuk waarover wij ons oordeel geven.
  • Hoofdstuk 3, ‘Financiële informatie’: hierin geven wij ons oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2018 van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H). Wij hebben vastgesteld dat de financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is. Op artikelniveau is ons oordeel dat de financiële verantwoordingsinformatie rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is en voldoet aan de regels voor het inrichten van de jaarverslagen.
  • Hoofdstuk 4, ‘Bedrijfsvoering’: hierin geven wij ons oordeel over de bedrijfsvoering van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H). In 2018 is er 1 onvolkomenheid geconstateerd. Dat is een verbetering ten opzichte van 2017 toen er sprake was van 1 ernstige onvolkomenheid. In dit hoofdstuk staan ook belangrijke risico’s en aandachtspunten over de bedrijfsvoering.
  • Hoofdstuk 5, ‘Beleidsresultaten’: hierin gaan wij in op de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw van Sint-Maarten. Ook geven wij ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2018 van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H) is opgenomen over het gevoerde beleid.
  • Hoofdstuk 6, ‘Reactie van de minister en nawoord Algemene Rekenkamer’: hierin vatten we de reactie samen die we op 24 april 2019 ontvingen van de minister van BZK. Uit de reactie blijkt dat zij een groot deel van onze aanbevelingen opvolgt.