Van regelgeving naar multidisciplinair samenwerken

Een van de aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer in het rapport over revolverende fondsen lijkt koren op de molen van een jurist: ‘Overweeg of een apart juridisch kader voor revolverende fondsen zinvol is.’ Maar Cynthia Bockstart is niet direct voorstander van specifieke regelgeving. “Ik bekijk het als overheidsjurist, vanuit de praktijk. En ik vraag me af of je deze vorm van financieren wel moet vastzetten met regelgeving.”

Bockstart ziet de kaders voor fondsen liever informeler. “In dit dynamische en daardoor ook ondoorzichtige werkveld kan regelgeving belemmerend werken. Terwijl een zachtere richtlijn of handreiking partijen juist verder kan helpen.”

Mr. Cynthia Bockstart is senior beleidsmedewerker subsidies bij de provincie Zuid-Holland. Ze is een van de initiatiefnemers van www.financiereninnetwerken.nl, een praktische keuzetool voor financieringsinstrumenten.

Meer flexibiliteit

Sinds Bockstart 5 jaar geleden begon met het project ‘Financieren in netwerken’ heeft ze de vraag naar flexibiliteit zien toenemen, óók vanuit de overheid. “Met een mix van subsidies, leningen en garantstellingen kan de overheid flexibeler meefinancieren in projecten. Dat leidt alleen wel tot een diffuus financieringslandschap. En als overheid moet je natuurlijk zorgvuldig omgaan met publiek geld – ook binnen de rechtsnormen. Dat is op zijn zachtst gezegd wel een uitdaging.” 

Multidisciplinair werken

In de zoektocht naar balans tussen flexibiliteit en duidelijke regelgeving, ziet Bockstart de oplossing veel meer in een multidisciplinaire manier van samenwerken. “Om dit vraagstuk op te lossen heb je, naast een juridische blik, inbreng van andere disciplines nodig: bestuurskunde, wetenschap, economie, financiën en politiek. Ik zie te vaak dat regelgeving belemmerend werkt en soms tot vreemde kunstgrepen leidt. Daarom is mijn motto: bezint eer ge begint, ook en vooral met het opstellen van nog meer bindende kaders en regelgeving. Dat zeg ik zelfs, maar misschien wel juist als overheidsjurist.”