Brexit op herhaling

Weblog

Zo’n 8500 jaar geleden, in de steentijd, werd het klimaat geleidelijk aan steeds warmer. De ijskappen trokken zich steeds meer terug en het zeewater steeg. Ondanks de stijging lag het zeeniveau nog altijd tientallen meters onder het huidige zeeniveau. De Noordzee was geen zee maar het Doggerland. De Schelde en de Rijn kwamen samen met de Theems voordat ze in de Atlantische Oceaan stroomden. Doggerland kende moerassen, riviertjes en brakke lagunes.  Er werd gejaagd door mensen met de laatste technologische snufjes: stenen werktuigen. Vrij plotseling liep Doggerland zo’n 6500 jaar voor Christus onder water door de oprukkende zee. Mensen konden zich nog een tijdje handhaven op het Doggereiland midden in onze huidige Noordzee. Maar ook het Doggereiland verdween vrij snel daarna onder water. Het werd wat we nu de Doggerbank noemen. Het was een brexit avant la lettre. De scheiding was overzichtelijk: de Noordzee.

De brexit van onze tijd, zeg maar de moderne brexit, is in dat opzicht moeizamer. Ook al duurt het in geologisch opzicht nog steeds slechts een ogenblik. Eind 2018 deed de Algemene Rekenkamer onderzoek naar de voorbereiding van de Nederlandse overheid op brexit.  We concludeerden dat het kabinet, de rijksoverheid en het bedrijfsleven zich intensief voorbereiden op de gevolgen van het slechtst denkbare scenario van een no-deal Brexit. De financieel-economische gevolgen van een no-deal Brexit voor Nederland zijn bij de rijksoverheid goed in beeld. De directe kosten van een no-deal Brexit zijn tot 2023 voor de Nederlandse overheid € 2,3 miljard. Dat bedrag bestaat uit drie onderdelen. Ten eerste het direct wegvallen van de Britse bijdrage aan de EU-begroting over het restant van het jaar 2019 en het jaar 2020 bij een no-deal Brexit. In ons rapport becijferden we dat op € 1,6 miljard, maar het zal door het iets latere vertrek, 31 oktober in plaats van 29 maart, waarschijnlijk wat lager uitvallen. Wat vrijwel zeker ook direct verdwijnt is de Nederlandse korting op onze bijdrage aan de EU-begroting omdat die gekoppeld is aan de Britse korting. Ook dit bedrag zal door het latere vertrek lager uitvallen. Tot slot betekent een no-deal Brexit extra kosten voor de rijksoverheid. Extra kosten voor onder de meer de douane en de NVWA (extra mensen, apparatuur en kantoren), maar ook extra kosten  voor andere overheidsinstellingen.

Figuur rapport Brexit

Bovenop deze directe kosten van een no-deal Brexit komen nog andere kosten. De nieuwe EU-begroting voor de periode 2021-2027 kost Nederland uiteindelijk zo’n € 2,5 tot € 3 miljard per jaar extra als gevolg van het Britse vertrek. Ook al bereiken we dat volle bedrag pas in 2026. Het grootste negatieve effect op onze economie zal van de verminderde handel met het Verenigd Koninkrijk komen, waarvoor nog geen indirecte effecten op de rijksbegroting bekend zijn.

De Douane zal niet volledig klaar zijn voor een no-deal Brexit op 29 maart 2019, concludeerden we eind 2018. De Douane heeft daarvoor zo’n 928 fte extra nodig aan douaniers en ander personeel. De schatting van de Douane eind vorig jaar was dat er op 29 maart zo’n 300 fte extra beschikbaar zouden zijn waarvan 115 fte met een afgeronde opleiding .

Op 23 juli horen we wie de nieuwe leider van de Britse Conservatieve Partij wordt. De Britse koningin benoemt hem hoogstwaarschijnlijk een dag later tot de nieuwe premier en regeringsleider.

De moderne brexit-datum is verschoven naar vermoedelijk 31 oktober 2019. Een heldere scheiding, zoals in de oer-brexit, ontbreekt. De iets latere datum geeft de rijksoverheid iets meer voorbereidingstijd dan waar we eind vorig jaar rekening mee hielden. Doordat het Verenigd Koninkrijk langer contributie betaalt zullen de directe kosten van een Brits vertrek zonder akkoord ook lager uitvallen. Bij de Douane kan door de extra beschikbare tijd hopelijk nog flink wat extra personeel geworven worden. Maar de kans op een no-deal Brexit op 31 oktober, het slechts denkbare scenario, is tegelijkertijd veel groter geworden. Voldoende aandacht voor de voorbereidingen bij de Douane op een no-deal Brexit blijft daarom noodzakelijk.  Zit de Douane nog op een Doggereiland dat alsnog onder water loopt of hebben we geleerd van de oer-brexit?