Tweede Kamer: Houd zicht op de investeringen van Defensie

Weblog

Goed nieuws krijgt minder aandacht dan een negatieve boodschap, laat staan een (financieel) schandaal. Op de laatste dag van oktober presenteerde de Algemene Rekenkamer de uitkomsten van onderzoek naar financiële processen bij de aanschaf van de Joint Strike Fighter (JSF). We hebben, samen met de Noorse Rekenkamer, onderzocht of de betalingen die Nederland en andere deelnemende landen doen aan de producenten van de Joint Strike Fighter, goed verlopen. Die betaalprocessen vormen een buitengewoon ingewikkelde keten van facturering en kostenverdeling. En het gaat om heel veel belastinggeld.

Arno Visser

We hebben vastgesteld dat Defensie daar goed grip op houdt. De complexiteit van de financiële keten maakt dat er fouten worden gemaakt, maar Defensie haalt die er eigenlijk allemaal uit. Dat draagt bij aan de financiële beheersbaarheid van zo’n megaproject. Daarvoor komen Defensie zonder meer complimenten toe. Goed nieuws dus, wellicht dat u er daarom niet eerder over hoorde.

Dat neemt niet weg dat er veel op Defensie afkomt. Vanaf 2019 gaat structureel € 1,2 miljard extra naar de krijgsmacht. De totale Defensiebegroting stijgt in 2019 daarmee naar ruim € 10 miljard. Dat geld gaat onder meer naar de aanschaf en het onderhoud van materieel. Wordt dat geld op een verstandige manier uitgegeven? Dat geldt in het bijzonder voor grote investeringsprojecten. Naast de Joint Strike Fighter investeert de krijgsmacht miljarden in onder meer onderzeeërs en fregatten. Bovendien zullen veel van die investeringen ook weer in internationaal verband gebeuren.

Zijn en blijven investeringen en ambities in evenwicht?

De motie Van der Staaij vormde de basis voor de extra financiële middelen die nu naar Defensie gaan. In deze motie verlangt de Tweede Kamer  dat ‘expliciet wordt gewaarborgd dat het niveau van defensiebestedingen gelijke tred zal houden met het noodzakelijke ambitieniveau voor onze krijgsmacht’. De motie vraagt het kabinet om voldoende inzicht te geven in die bestedingen. En het parlement moet de vinger aan de pols kunnen houden.

Bij de aanschaf van de JSF werden voor het eerst alle kosten – voor aanschaf, groot onderhoud én regulier gebruik – vooraf in kaart gebracht. Ze werden ook ingepast in het geheel van uitgaven van Defensie: het Uitgavenkader. Daarmee werd in feite een financieel hek rondom het project gezet: naast een maximum aan de totale investering (€ 4,5 miljard) onder meer een plafond ten aanzien van de exploitatie (€ 270 miljoen) en een risicoreserve ten aanzien van zowel aanschaf als onderhoud van 10% van het totale bedrag. Dit ‘hek’ maakte onderdeel uit van de toekomstvisie van de krijgsmacht, zoals die was neergelegd in de nota ‘In het belang van Nederland’. We hebben die nota en de manier waarop plannen financieel waren onderbouwd op verzoek van de minister van Financiën gevalideerd. Die onderbouwing bood volgens ons de best mogelijke financiële benadering op dat moment. Zeer verstandig en voor herhaling vatbaar, zou je dus zeggen.

Het parlement moet de vinger aan de pols kunnen houden.

Het kabinet heeft echter aangekondigd dit kader niet langer te willen gebruiken. Onduidelijk is wat van het kader precies vervalt en ervoor in de plaats komt. Daarmee dreigt  het zicht voor de Tweede Kamer op de financiële beheersbaarheid te verslechteren. Ook verdwijnt het ‘financieel overzicht wapensystemen’ dat vanaf 2015 steeds bij de ontwerpbegroting van Defensie werd gevoegd. In dat overzicht werden alle investeringskosten (aanschaf en groot onderhoud) én alle verbruikskosten meegenomen.

Deze ontwikkelingen ontnemen het zicht op de vraag of investeringen en ambities in evenwicht zijn en blijven. Het is al lang geleden, maar de aanschaf van onderzeeboten door Defensie in de jaren zeventig van de vorige eeuw werd precies om deze reden een affaire: kosten die gierend uit de hand liepen zonder dat daarop vanuit de politiek een goed zicht bestond.

De manier waarop Defensie financiële processen rondom de betaling van de JSF heeft ingeregeld verdient nu een pluim en kreeg dus weinig aandacht. De beheersbaarheid van toekomstige investeringen is gebaat bij wat meer aandacht en informatie.