Diverse partijen die wij hebben geïnterviewd geven aan dat de werkdruk onder huisartsen erg hoog is. Administratieve taken spelen hier een rol: huisartsen geven aan ook een hoge werkdruk te ervaren als gevolg van administratieve lasten (VWS, 2022b). Ondanks dat de werkdruk zelf niet door ons is onderzocht, valt het op dat naar verwachting 25% van de huisartsen 15 jaar na het behalen van het diploma uitstroomt, waarbij werkdruk genoemd is als een van de oorzaken (Capaciteitsorgaan, 2022). Dit aantal neem de laatste jaren langzaam toe. Deze uitstroom komt vooral onder mannen voor: binnen 15 jaar heeft 28% van de mannen het vak verlaten, tegenover 20% van de vrouwen. Daarbij geldt dat mannen een hogere deeltijdfactor hebben dan vrouwen (0,83 fte tegenover 0,71 fte) (Capaciteitsorgaan, 2022). Indien ook pensionering wordt meegerekend, is de verwachting van het Capaciteitsorgaan dat 56% van de huisartsen de komende 20 jaar zal uitstromen.

Daarnaast noemen zowel Nivel als het Capaciteitsorgaan dat de werk-privébalans steeds belangrijker is geworden voor huisartsen (Nivel 2018b; Capaciteitsorgaan, 2022). Door gebrek aan data hebben wij niet kunnen vaststellen of de ‘jonge generatie’ huisartsen gemiddeld minder fte werkt. Omdat de totale uitstroom voornamelijk mannen betreft die een hogere deeltijdfactor hebben, terwijl met name vrouwen, met een lagere deeltijdfactor, instromen als huisarts, zou het kunnen dat er op termijn gemiddeld minder fte gewerkt wordt per huisarts. Dit betekent dat er meer huisartsen nodig zijn bij eenzelfde zorgvraag.

naar startpagina Focus op huisartsent...