Naar de omvang van een tekort aan huisartsen – of breder, de huisartsenzorg – zijn diverse onderzoeken gedaan. Hieronder gaan wij in op de raming van het Capaciteitsorgaan, het Prognosemodel Zorg en Welzijn en onderzoek van Nivel.
Raming Capaciteitsorgaan 2022: 8% tekort
Het Capaciteitsorgaan adviseert elke 3 jaar onder andere de minister van VWS over de benodigde instroom in diverse medische vervolgopleidingen, zoals voor het aantal op te leiden huisartsen. Voor het uitvoeren van deze ramingen krijgt het Capaciteitsorgaan subsidie van VWS.
Op basis van 3 indicatoren stelt het Capaciteitsorgaan dat er een tekort is van ongeveer 8% aan huisartsen (Capaciteitsorgaan, 2022). Het vaststellen van het huidige tekort aan huisartsen is niet eenvoudig, zo geeft het Capaciteitsorgaan aan. Bij veel zorgdomeinen (zoals medisch specialismen) kan je kijken naar wachtlijsten. Maar voor huisartsen bestaan geen wachtlijsten. In de laatste raming over huisartsen werkt het Capaciteitsorgaan daarom met 3 indicatoren om het huidige tekort te berekenen:
- De hoeveelheid langdurige vacatures voor huisartsen (op basis van enquêtes);
- De hoeveelheid langdurig uitgevallen huisartsen (op basis van gegevens van arbeidsongeschiktheidsverzekeraars);
- De inschattingen van experts.
Doordat de bronnen vergelijkbare percentages opleveren, is het tekort ongeveer 8% (tussen de 7 en 9%) volgens het Capaciteitsorgaan.
Om te berekenen hoeveel opleidingsplekken nodig zijn om op de langere termijn de zorgvraag en het zorgaanbod in balans te brengen of te houden, gebruikt het Capaciteitsorgaan het huidige tekort als basis. Daar voegt het Capaciteitsorgaan 50 parameters aan toe die laten zien hoeveel huisartsen er komende tijd bij komen (uit opleidingen), hoeveel er uitstromen (door pensioen of door andere factoren). Daarbij worden ook demografische ontwikkelingen en zorgtrends (zoals substitutie van taken van de ene zorgverlener naar de andere) en veranderingen in zorgvraag meegenomen.
De belangrijkste factoren in de berekening van het benodigd aantal opleidingsplekken zijn:
- Stijgende zorgvraag vooral door vergrijzing;
- Horizontale substitutie: meer taken worden bij de huisarts neergelegd;
- Arbeidstijdverandering: huisartsen gaan door werkdruk meer uren per fte werken;
- Uitstroom stijgt harder: vooral door huisartsen die voor de pensioenleeftijd al stoppen.
Figuur 13 laat de ontwikkeling van het tekort van de afgelopen 25 jaar zien.
Het landelijk tekort aan huisartsen stijgt vanaf 2016 volgens het Capaciteitsorgaan
Schematische weergave van het percentage tekorten aan huisartsen dat het Capaciteitsorgaan in verschillende jaren tussen 2000 en 2022 rapporteerde. In 2000 bedroeg deze 5%. De tekorten nemen daarna af tot 0% in 2016 waarna deze sterk stijgen tot 8% in 2022.
Figuur 13 Tekortcijfers huisartsen door Capaciteitsorgaan per percentage per jaar
Prognosemodel Zorg en Welzijn 2024: 3% tekort
Naast de modellen die het Capaciteitsorgaan gebruikt, is er een Prognosemodel Zorg en Welzijn. Dit prognosemodel geeft inzicht in de verwachte ontwikkeling van de arbeidsvraag en het personeelsaanbod tot 2034. Dit prognosemodel is in opdracht van VWS ontwikkeld door ABF Research en wordt jaarlijks bijgesteld.
Bij variabelen in het model worden gegevens gebruikt van onder andere het CBS, het Capaciteitsorgaan en Nivel. Uit de meest recente uitgave van december 2024, blijkt dat alle zorgsectoren in 2024 kampen met personeelstekorten en dat de verwachting is dat de tekorten toenemen van gemiddeld 4% naar 15% in 2034 (op basis van bestaand beleid).
In de huisartsenzorg gaat het om een tekort van 3% in 2024 en 16% in 2034 zoals blijkt uit figuur 14. Dit stijgende tekort komt volgens het prognosemodel doordat het personeelsaanbod de stijgende vraag naar personeel niet kan bijbenen. De vraag naar personeel stijgt de komende 10 jaar naar verwachting met 20%, het aanbod stijgt met 3%.
Het personeelstekort in de huisartsenzorg stijgt komende 10 jaar van 3% naar 16%
Figuur 14 Personeelstekort huisartsenzorg
De ontwikkeling van de arbeidsvraag wordt bepaald door de (verwachte) ontwikkeling van het zorggebruik, de arbeidsproductiviteit, het ziekteverzuim en de deeltijdfactor.
De ontwikkeling van het personeelsaanbod wordt bepaald door de (verwachte) ontwikkeling van o.a. instroom, zij-instroom, uitstroom, en doorstroom naar andere branches. Door de arbeidsvraag en het personeelsaanbod naast elkaar te leggen wordt de vervulde en de onvervulde vraag bepaald, nu en in de toekomst. Daarbij wordt rekening gehouden met een vast percentage aan vacatures en werkzoekenden.
Onderzoek Nivel 2018: verwachte tekorten
In 2018 is in opdracht van de minister van VWS een onderzoek uitgevoerd door het Nivel naar de balans in vraag en aanbod in de huisartsenzorg (2018b). Dit is gedaan naar aanleiding van signalen uit het veld over tekorten in de huisartsenzorg. Op basis van de prognoses is het onduidelijk of er voor 2028 een tekort verwacht wordt: in het lage vraagscenario lijkt er op landelijk niveau sprake te zijn van een balans tussen vraag en aanbod; met in sommige regio’s overschotten en in andere tekorten. In het hoge vraagscenario worden voor nagenoeg alle regio’s tekorten verwacht, dus een disbalans op landelijk en regionaal niveau. De inschatting van parameters die de vraag beïnvloeden bepaalt in grote mate of er tekorten verwacht worden.
Onderzoek Nivel 2024: personeelstekorten in praktijken
Het Nivel vraagt in een jaarlijkse enquête onder een steekproef van huisartsenpraktijken naar arbeidsmarktproblemen, waaronder ervaren werkdruk, openstaande vacatures en verwachte tekorten. Over het algemeen neemt de arbeidsproblematiek onder huisartsenpraktijken toe. Het aantal en type knelpunten verschilt op regionaal niveau, al is er geen enkele regio zonder knelpunten. Het deel van de praktijken dat personeelstekorten verwacht in de toekomst, wisselt wel. In 2021 verwachtte 74% van de praktijken een tekort aan huisartsen en 71% een tekort aan doktersassistenten, zoals te zien in figuur 15. In 2022 was dit percentage 95%, en in 2023 zakte dit naar 56% (Nivel, 2024a).
Huisartsenpraktijken ervaren verschillende knelpunten
Figuur 15 Door huisartspraktijken ervaren knelpunten