De groei van het aantal huisartsen uit zich in het groter worden van praktijken. Het aantal huisartsenpraktijken is de laatste 12 jaar namelijk redelijk stabiel gebleven: in 2012 waren er 4.895 huisartspraktijken en in 2024 waren dit er 4.837 (Nivel, 2025). Figuur 6 toont dat de verdeling naar praktijkvorm in Nederland wel veranderd is. Het aandeel groepspraktijken en duopraktijken stijgt, terwijl het aandeel solopraktijken sterk is gedaald. In 2000 was 66% van de praktijken een solopraktijk, in 2024 nog maar 16%. 

Steeds minder solopraktijken

Figuur 6 Verdeling naar praktijkvorm

Praktijkhoudende huisartsen hebben moeite met het vinden van praktijkopvolging, zo blijkt uit onderzoek van het Capaciteitsorgaan. De ‘nieuwe generatie’ huisartsen werkt liever parttime, samen met andere huisartsen in een groter organisatorisch verband, in loondienst of als waarnemer. Degenen die een praktijk willen overdragen, laten echter vaak solopraktijken achter (Capaciteitsorgaan, 2022).

Uit een enquête onder huisartsen in opleiding blijkt dat 83% zichzelf binnen 10 jaar wel als praktijkhouder ziet werken (Lovah, 2023). Redenen om niet (direct) te kiezen voor praktijkhouderschap zijn onder andere administratieve lasten, moeite om waarnemers te vinden, minder flexibiliteit, het aantal werkuren en de verantwoordelijkheid voor patiënt, personeel en praktijk.

Commerciële investeerders (bedrijfsketens zoals het inmiddels failliete Co-Med) spelen hierop in door praktijken over te nemen en huisartsen in loondienst of als zzp’er te laten werken. Naar schatting van het Nivel zijn er tussen de 45 en 230 praktijken overgenomen door commerciële investeerders (Nivel, 2023).

naar startpagina Focus op huisartsent...