Zicht op rijksbezit

De gewoonste zaak van de wereld?

De rijksoverheid heeft geen volledig overzicht van haar bezittingen. Evenmin is de actuele waarde compleet in beeld. Zicht op bezit en de bijhorende budgetten voor beheer, onderhoud en vervanging zou de gewoonste zaak van de wereld moeten zijn. Maar is dat niet, blijkt uit een inventarisatie van de Algemene Rekenkamer.

Alle ministeries hebben bezittingen. In tegenstelling tot andere publieke en private organisaties zoals ziekenhuizen, gemeenten en ondernemingen zijn ministeries niet wettelijk verplicht om via een balans zichtbaar te maken wat de actuele waarde van het bezit is. De Algemene Rekenkamer vindt dat het Rijk dat ook zou moeten doen. Met de bezittingen van het Rijk zijn immers honderden miljarden euro gemoeid. 

Het rijksbezit varieert van vastgoed tot cultureel erfgoed. Van wegen en bruggen tot voorraden medicinale cannabis, vaccins, olie en gas. Van defensiematerieel tot ICT-systemen. Alles is ooit met publiek geld gekocht. 
 

Wat zijn onze aanbevelingen?

We bevelen aan dat de ministers de in dit rapport geboden overzichten per ministerie als basis gebruiken om deze verder te completeren en actualiseren, en vervolgens structureel bij te houden. Ministers kunnen deze overzichten vervolgens benutten om extern inzicht te bieden in de bezittingen en de staat van onderhoud ervan, onder meer als vast onderdeel van hun jaarverslagen. 
We bevelen de ministers aan de waarde van hun bezittingen te bepalen en bij te houden, zodat zij weten en kunnen tonen hoeveel publiek geld in die bezittingen vastligt. 
We bevelen het parlement aan deze informatie te gebruiken bij het beoordelen van begrotingen en verantwoordingen, en daarbij vragen te stellen als: zijn de gestelde doelen haalbaal gezien de beschikbare bezittingen en de staat van onderhoud ervan? En wordt er in de begrotingen voldoende rekening gehouden met de benodigde budgetten voor instandhouding en onderhoud? En heeft de minister zijn wettelijke verantwoordelijkheid voor het beheer van de bezittingen goed ingevuld?
 

Waarom onderzochten we de rijksbezittingen?

Rijksbezittingen vertegenwoordigen een aanzienlijke financiële waarde en zijn van groot publiek belang. Ook spelen ze een hoofdrol in de uitvoering van beleid en de bedrijfsvoering van de ministeries. Zo zijn ministeries en andere publieke instellingen gehuisvest in gebouwen van het Rijk, is defensiematerieel noodzakelijk voor de uitvoering van militaire missies, beschermen de dijken ons tegen hoog water, worden IT-systemen gebruikt voor de dienstverlening aan burgers. Rijksbezittingen moeten goed worden beheerd.

Welke onderzoeksmethoden gebruikten we?

Met dit rapport wil de Algemene Rekenkamer een bijdrage leveren aan de evaluatie van het verslaggevingsstelsel van de rijksoverheid die in 2021 is gestart. 
In dit rapport geven we op basis van eigen onderzoek per ministerie en rijksbreed een overzicht op hoofdlijnen van het actuele rijksbezit. 
De kern van dit rapport bestaat uit indicatieve staten van bezittingen per ministerie met een toelichting per post. In deze staten van bezittingen zijn de bezittingen van het ministerie opgenomen, alsmede die van de begrotingsfondsen, de agentschappen, de diensten en de sharedserviceorganisaties die onder de verantwoordelijkheid van de minister vallen. 
De indicatieve staten van bezittingen bevatten geen bedragen in de zin van boekwaarden. We hebben ons in dit onderzoek beperkt tot de belangrijke eerste stap: het zicht krijgen op de bezittingen en het bespreken van de meerwaarde van die informatie.
 

Welke data gebruikten wij in dit onderzoek?

We hebben de informatie over de bezittingen per ministerie verkregen via openbare bronnen zoals begrotingen, jaarverslagen, beleidsnota’s en de websites van de ministeries. Verder hebben we antwoorden van elk ministerie gebruikt op een door ons opgestelde vragenlijst. Daarnaast hebben we overige beschikbare bronnen, waaronder onderzoek van de Algemene Rekenkamer gebruikt.
Voor het in aanmerking nemen van bezittingen als rijksbezit hebben we als criterium gehanteerd of het economische eigendom berust bij de (rechtspersoon) Staat. Dat wil zeggen: bepalend is aan wie de ‘lusten’ van het bezit toekomen en wie de ‘lasten’ van het bezit dragen, ongeacht de juridische eigendom.

Stand van zaken

De minister van Financiën heeft namens het kabinet gereageerd op onze bevindingen en aanbevelingen. Hij onderschrijft het belang en wil eerste stappen zetten door met name naar ministeries met de grootste investeringen te kijken. In haar nawoord stelt de Algemene Rekenkamer dat daarna vervolgstappen nodig zijn.
Het rapport is op 1 december 2021 naar de Tweede en Eerste Kamer gestuurd en naar alle ministers. Het rapport is gepubliceerd op de website van de Algemene Rekenkamer.
Daar zijn ook andere relevante rapporten te vinden.