Geef Tweede Kamer beter inzicht in het rijksbezit

Ewout Irrgang is collegelid van de Algemene Rekenkamer en leverde dit opinieartikel voor Het Financieele Dagblad van 1 december 2021 bij gelegenheid van de publicatie van het onderzoeksrapport Zicht op rijksbezit – De gewoonste zaak van de wereld?

Van de JSF, ict-systemen bij de Belastingdienst tot het onderhoud aan de Haringvlietbrug: de rijksoverheid wordt nogal eens overvallen door onvoorziene onderhoudskosten. Burgers en bedrijven hebben daar op veel manieren last van, en ook de politieke besluitvorming en controle lijden eronder. Volop reden voor de rijksoverheid om de eigen administratie te verbeteren.

Dit is nog belangrijker nu uit de formatie geluiden klinken dat er fors geïnvesteerd gaat worden in, onder meer, infrastructuur en de energietransitie. Dat leidt immers tot nog meer overheidsbezit.

Illustratie voor FD
Illustratie voor FD: Hein de Kort

Een voorbeeld. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) heeft een actieplan om extra te investeren in ict. Dat is nodig, nadat een eerder project om informatiseringssystemen te vervangen bij deze rijksinspectie totaal was vastgelopen. Hierdoor werden NVWA-inspecteurs gehinderd bij hun controles van bedrijven. De rijksoverheid least hard- en software, maar koopt en ontwikkelt veel ict ook zelf. Ministers laten niet goed bijhouden wat de actuele waarde hiervan is. En ook niet wat de exploitatie en het onderhoud van de systemen kosten.

Hetzelfde zien we bij de Belastingdienst. Daar zijn de ict-systemen al jaren een zorgenkind, met meer dan 900 softwareapplicaties. Typisch een voorbeeld van de wet op de remmende voorsprong: de fiscus is al vroeg grootgebruiker van ict-systemen, en kampt de laatste jaren met omvangrijke zogeheten legacy. Hardware en programmatuur zijn niet op tijd vernieuwd of vervangen. Het onderhoud van de verouderde systemen verslindt tijd en geld, zodat te weinig overblijft voor vernieuwing.

Zwart gat

ICT van het Rijk is bezit, net zoals gebouwen, grond, politieauto’s of militair materieel. In tegenstelling tot gemeenten, ziekenhuizen of ondernemingen hanteert de rijksoverheid een boekhoudsysteem dat weinig inzicht geeft in de waarde van dat bezit. Na het jaar van uitgave verdwijnen veel rijksbezittingen in een zwart gat. Bezittingen zijn publiek geld in vaste vorm, maar de publieke verantwoording erover gaat ernstig mank. Ministeries hoeven geen balans op te stellen. Ook enig ander document waarop de bezittingen per ministerie worden verantwoord ontbreekt.

De onbekendheid van het bezit betekent gebrek aan houvast voor ministers en parlement bij het nemen van beslissingen over beleid en begrotingen. Hoe kan je immers bepalen of beleidsambities haalbaar zijn als je geen zicht hebt op de stand en staat van de bezittingen die je daarbij kunt inzetten? En hoe kan je, als dat zicht ontbreekt, weten hoeveel geld nodig is voor beheer en onderhoud? Is het een wonder dat beheer en onderhoud van bezittingen nogal eens wordt verwaarloosd, als ministers zich over de door hen beheerde bezittingen niet hoeven te verantwoorden?

Bedrijven en burgers hebben daar behoorlijk last van. Verouderde ict kan de kwaliteit van de dienstverlening aantasten. Of passeert u in een vrachtauto dagelijks de Haringvlietbrug, dan baalt u dat het onderhoud van de A29 zo ingrijpend moet gebeuren. Belangrijkste reden: Rijkswaterstaat heeft de renovatie te lang uitgesteld, door onvoldoende inzicht in de staat van de brug. Bent u beroepsmilitair, dan is het achterstallig onderhoud van de Defensiegebouwen u vast opgevallen. De minister en legerleiding hebben hierin al jaren weinig inzicht. De Algemene Rekenkamer wees er recent opnieuw op dat de minister hier echt meer werk van moet maken.

‘Wat is de actuele waarde van de gasvoorraden in Groningen, nu daar versneld op afgeschreven moet worden?’
Zulk inzicht kan het politieke debat beïnvloeden. Sprekend voorbeeld: de lange discussie over vervanging van de F16-straaljagers door JSF-toestellen. De Koninklijke Luchtmacht wilde er aanvankelijk veel bestellen. De minister informeerde de Kamerleden over de aanschafkosten, maar meldde weinig over exploitatie- en onderhoudsbudgetten. Onderzoek van de Algemene Rekenkamer – ook kijkend naar de ervaringen in andere landen – toonde de toekomstige uitgaven aan voor het gebruik en onderhoud voor 30 jaar. Dat zou zodanig beslag leggen op de beschikbare middelen van Defensie dat investeringen bij de landmacht en de marine in het gedrang komen. Uiteindelijk besluiten kabinet en Kamer tientallen JSF-toestellen minder aan te schaffen.

Investeringsuitgaven in onder meer infrastructuur, gebouwen, vervoermiddelen, ict en innovatie bij het Rijk leveren naast lusten dus ook lasten op. Inzicht in de actuele waarde daarvan is hard nodig. Sla het onderzoeksrapport ‘Zicht op rijksbezit’ van de Algemene Rekenkamer er maar op na. Wat is de actuele waarde van zand- en grindvoorraden? Wat van de gasvoorraden in Groningen, nu daar versneld op afgeschreven moet worden? Maar ook: wat is de waarde van de uit te geven vergunningen voor de huur van tankstations langs rijkswegen of de veiling van etherfrequenties aan telecombedrijven? En wat moet de rijksoverheid nu eigenlijk betalen voor onderhoud aan paleismeubilair?

Formatiegeluiden

Dat inzicht kan en moet beter. Juist nu. Geluiden uit de kabinetsformatie doen vermoeden dat we aan de vooravond staan van grote investeringen, via de rijksbegroting of fondsen, in onder andere energietransitie, mobiliteit en bescherming tegen de stijgende zeespiegel. Meer investeren betekent meer bezittingen voor de rijksoverheid. Kabinet en Kamer doen er goed aan te zorgen voor betere informatie over de actuele waarde. In het belang van burgers en bedrijven.