Ex-verdachten ontvangen steeds vaker schadevergoeding na kort verblijf in politiecel

Een steeds groter deel van de verdachten van een misdrijf wordt voor maximaal zes dagen in een politiecel opgesloten en daarna op vrije voeten gesteld. Deze verdachten krijgen steeds vaker een schadevergoeding. In 2016 werden 4819 claims toegekend, waar dat er in 2005 nog  780 waren: een verzesvoudiging. De rechter honoreerde zo’n 95 procent van de verzoeken. Het bedrag dat de Staat uitkeert, is in tien jaar tijd gestegen van 5,4 miljoen euro in 2005 naar 8,7 miljoen euro in 2016.

Dat blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de praktijk van voorarrest in Nederland. Aanleiding om hierop de schijnwerper te zetten was de breed gedragen overtuiging dat Nederland, gemeten naar het aantal gedetineerden, veel meer verdachten in voorlopige hechtenis heeft dan gangbaar is in andere Europese landen. 

Uit het onderzoek blijkt dat deze ‘koploperspositie’ van Nederland geen feit is. De Algemene Rekenkamer constateerde dat de verschillende bronnen andere definities hanteren, waardoor Nederland in de ene ranglijst hoog scoort en in de andere lager.

Twee fases in voorarrest

Rond de term ‘voorarrest’ blijkt in het publieke debat wat begripsverwarring te bestaan. Het voorarrest begint wanneer een verdachte is verhoord en er een redelijk vermoeden van schuld is ontstaan. Er zijn twee fases: de inverzekeringstelling en de voorlopige hechtenis.

De fase van inverzekeringstelling op het politiebureau duurt in principe niet langer dan drie dagen, maar de officier van justitie kan dit in uitzonderlijke gevallen met drie dagen verlengen. Als er dan nog steeds serieuze verdenkingen zijn, kan de verdachte in een huis van bewaring in voorlopige hechtenis worden genomen.

Deze voorlopige hechtenis is de tweede fase van het voorarrest. Die duurt in principe maximaal 104 dagen. Hierna moet de rechtbank de strafzaak behandelen. Dit kan ook een ‘pro-formazitting’ zijn, die alleen dient om de voorlopige hechtenis te verlengen en zo de tijd schept voor de officier van justitie om de strafzaak rond te krijgen.

Toename inverzekeringstellingen

De Algemene Rekenkamer constateert dat inverzekeringstelling steeds vaker wordt toegepast. In 2016 werd één op de vier verdachten van misdrijven enkele dagen in de politiecel vastgehouden. In 2012 was dit nog maar één op de zes. Een steeds groter deel van deze verdachten komt na die korte detentie in een politiecel weer vrij. Het deel van de verdachten van misdrijven dat naar een huis van bewaring ging bleef in deze periode gelijk op circa 4,5 procent.

Sterke groei schadevergoedingen

De Algemene Rekenkamer zoomde in op de twee groepen verdachten in voorarrest (inverzekeringgestelden en voorlopig gehechten) en zag dat juist verdachten die na inverzekeringstelling op vrije voeten komen in toenemende mate schadeclaims indienen. In 2016 hingen acht op de tien uitgekeerde schadevergoedingen samen met dit verblijf van ten hoogste zes dagen in een politiecel. De sterkste groei vond plaats tussen 2013 en 2016. In die drie jaar verdubbelde het aantal schadevergoedingen aan deze groep verdachten van een krappe 2500 naar bijna 5000 in 2016.