Bij 3 ministeries ernstige problemen in uitvoering van rijksbeleid

Rekenkamer ziet weinig resultaten ministers - oproep: doen wat je belooft

Ministers melden weinig resultaten van beleid. Wat maatregelen van ministers bijdragen aan het halen van kabinetsdoelen, kan het parlement moeilijk volgen. De rijksoverheid kampt verder met ernstige problemen in de bedrijfsvoering bij 3 ministeries: Justitie en Veiligheid, Defensie en Buitenlandse Zaken. Bij twee ministers heeft de Algemene Rekenkamer volgens de wettelijke procedure bezwaar aangetekend. Andere ministeries slagen er soms wel in om hardnekkige problemen op te lossen.

Dat zijn enkele conclusies uit het jaarlijkse verantwoordingsonderzoek dat de Algemene Rekenkamer op 21 mei 2025 (derde woensdag in mei) aan de Tweede Kamer aanbiedt. De Rekenkamer onderzoekt onafhankelijk publiek geld en beleid. Zij schrijft dat de ministers weinig resultaten over 2024 aan het parlement melden. Het is voor Kamerleden een zoekplaatje of die resultaten een gevolg zijn van rijksbeleid. Ook is onduidelijk of gerapporteerde resultaten bijdragen aan afgesproken kabinetsdoelen. Dat komt omdat doelstellingen van het kabinet-Schoof vaak niet duidelijk omschreven zijn – of omdat ministers niet de informatie hebben of een doel wordt gehaald. Waar wel transparant wordt gerapporteerd, schieten de resultaten vaak tekort. Daarom houdt de Rekenkamer de politiek voor: doen wat je belooft. 
President Pieter Duisenberg: “Inwoners en bedrijven in Nederland willen dat publiek geld met resultaat wordt besteed. De grote uitdagingen in deze roerige tijd vragen om heldere keuzes en doelen op lange en korte termijn. Een overheid die doet wat zij belooft. Een overheid die stabiel koers houdt en tegelijkertijd wendbaar en weerbaar is. Doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid van schaars publiek geld, mensen en andere middelen zijn daarbij essentieel.’’ 
De Rekenkamer geeft bij een 10-tal onderzochte overheidsdoelen in 2 gevallen het oordeel ‘toereikend’. Zoals bij de tevredenheid van ondernemers over de economische diplomatie voor het midden- en kleinbedrijf in het buitenland. Welke resultaten met die diplomatie bereikt worden, blijft evenwel onduidelijk. Bij doelen als het medicijnentekort terugdringen, het tempo van schadeherstel in Groningen, slachtofferrechten uitvoeren of woningnood voor ouderen verminderen is het oordeel ‘matig’ of ‘zorgelijk’. Daar bereikt de overheid niet wat ze belooft.

Meer problemen in bedrijfsvoering ministeries

De bedrijfsvoering bij ministeries en uitvoeringsorganisaties vertoont een lichte toename naar in totaal 40 tekortkomingen. Bij 11 van deze onvolkomenheden gaat het om fouten en onzekerheden bij inkopen door het Rijk (minstens € 1,6 miljard mee gemoeid op een totaal van € 18 miljard). Dat is een hardnekkig probleem. De Rekenkamer beveelt een vereenvoudiging van de inkoopprocessen aan. 

Grote stijging in het aantal ernstige onvolkomenheden

Grote stijging in het aantal ernstige onvolkomenheden
Ernstige onvolkomenhedenOnvolkomenheden
2018047
2019146
2020248
2021244
2022143
2023036
2024337
Brontabel als csv (120 bytes)

Waar de ministeries van VWS (vooral op IT-gebied) en BZK problemen opgelost krijgen, kampen de ministeries Justitie en Veiligheid, Financiën en Defensie met de meeste problemen in de bedrijfsvoering. De Rekenkamer roept ministers op hun basis op orde te brengen en alleen beloftes te doen als het werk ook uitgevoerd kan worden. De ministers van Justitie en Veiligheid, Defensie en Buitenlandse Zaken kampen met ernstige onvolkomenheden, zo oordeelt de Rekenkamer. 

Burgers in de knel bij Justitie

In minimaal 867 strafzaken klopt de tenaamstelling van verdachten en veroordeelden niet. In die gevallen kan de dader de straf ontlopen en een onschuldige burger onterecht worden veroordeeld. Daarbij gaat het in 141 zaken om bijvoorbeeld ernstige zedendelicten of geweldsmisdrijven. Binnen het ministerie van Justitie en Veiligheid is deze problematiek al meer dan 10 jaar bekend. Toch heeft dat niet tot oplossingen geleid. Het Rekenkameronderzoek heeft de minister aangezet tot een plan van aanpak.
Verder wijst onderzoek uit dat het Openbaar Ministerie bijna 1 op de 5 slachtoffers van criminaliteit niet goed informeert. Slachtoffers hebben een wettelijk recht op informatie over het verloop van hun zaak. Zij zijn daarvoor afhankelijk van het OM. Maar het OM informeert in 19,4 % van de gevallen deze burgers niet adequaat. 
In de strafrechtketen zijn meer hardnekkige problemen. Burgers moeten vaak lang wachten op de afhandeling van hun strafzaak. Bij jeugdige verdachten is het doel 80 % van de zaken in een half jaar afronden -- van het eerste verhoor door de politie tot en met een vonnis door de rechter. De praktijk is 40 %. Ook slachtoffers en verdachten van zedenzaken moeten te lang wachten op afhandeling van hun zaak.

Financiële administratie Buitenlandse Zaken niet op orde

Ook bij de minister van Buitenlandse Zaken is de Rekenkamer in bezwaar gegaan vanwege een ernstige tekortkoming. Dit ministerie heeft na een overstap in 2024 op een nieuw IT-systeem het beheer van € 14,9 miljard aan verplichtingen bij Buitenlandse Zaken en bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking niet op orde. Dit geldt ook voor € 1 miljard aan voorschotten. Hierdoor kon het ministerie niet op tijd het financiële deel van het jaarverslag aanleveren. De minister heeft niet tussentijds ingegrepen, terwijl handmatig veel – foutgevoelige – correcties zijn doorgevoerd. De bezwaarprocedure van de Rekenkamer heeft inmiddels tot een verbeterplan van de minister geleid.
Deze ernstige onvolkomenheid leidt tot onvoldoende inzicht in de begrotingsruimte en meerjarige verplichtingen. Ook is het lastiger te volgen of afspraken met allerhande relaties van het ministerie worden nagekomen. Betalingen kunnen vertraging oplopen. 
Hierbij speelt een rol dat Buitenlandse Zaken voor de ontwikkeling van een eigen financieel systeem heeft gekozen. En er is gekozen voor een afwijkende systematiek ten opzichte van andere ministeries voor het vastleggen van verplichtingen en voorschotten. Dat is in strijd met de normen uit de comptabele wet- en regelgeving. 
Er is bij de hele rijksoverheid sprake van een lappendeken aan financiële IT-systemen. Dit bemoeilijkt de uitwisseling van gegevens als ministeries samenwerken bij (grote) inkopen. Bij personele uitgaven werkt de rijksoverheid wél met een centraal beheerd IT-systeem. De Rekenkamer vindt het positief dat de minister van Financiën in oktober 2024 het streven naar meer uniformiteit bij de financiële administraties heeft aangekondigd.

Beveiliging militaire objecten blijft ernstig onder de maat

De druk op het ministerie van Defensie is door geopolitieke ontwikkelingen groot. De inzetbaarheid van de krijgsmacht wordt belemmerd omdat de bedrijfsvoering nog niet op orde is. Prioriteit krijgen problemen die raken aan de operationele gereedheid. Dat is voor de beveiliging van militaire objecten in 2024, net als voorgaande jaren, niet gelukt. Het beveiligingsbewustzijn van defensiemedewerkers is onvoldoende. Uit praktijktesten in opdracht van de Rekenkamer is opnieuw gebleken dat objecten uit de hoogste beschermingscategorieën in de praktijk onvoldoende beveiligd zijn. Dit ernstige en urgente probleem – juist in de huidige geopolitieke  omstandigheden – is hardnekkig, daarom heeft de Rekenkamer formeel bezwaar aangetekend. Zo is een verbeterplan van Defensie afgedwongen dat ook voor de korte termijn risico’s beperkt. Dat heeft de minister inmiddels geleverd. De Tweede Kamer kan hierdoor de minister bevragen of problemen daadwerkelijk worden opgelost.

Defensie voldoet niet aan de NAVO-norm van 2% in 2024 (uitgaven in miljoenen €)

Schematische weergave van de defensie-uitgaven in verhouding tot de 2% NAVO-norm. Verdere uitleg staat in het bijschrift onder de afbeelding.
In dit figuur is te zien dat het ministerie van Defensie niet aan de NAVO-norm van 2% voldoet. De defensie-uitgaven zijn in 2024 sterk gestegen ten opzichte van eerdere jaren, maar ligt met 1,79% nog steeds onder de NAVO-norm van minimaal 2%.

Defensie haalt NAVO-norm niet

In financiële zin valt op dat het ministerie van Defensie de uitgaven weliswaar stevig laat toenemen, maar niet op het gewenste niveau krijgt. In 2024 heeft Defensie met € 20,1 miljard 31 % meer uitgegeven dan in 2023. Er is € 4,9 miljard méér uitgegeven dan het jaar ervoor, onder meer in de modernisering van de luchtverdediging. Van de begrote uitgaven kon echter € 3,3 miljard niet in 2024 besteed worden. Vooral door personeelskrapte, langdurige inkooptrajecten en moeilijk te verkrijgen defensiematerieel. In 2024 heeft het ministerie van Defensie op 1,79 %  van het bruto binnenlands product (bbp) uitgegeven. 
De Nederlandse defensie-investeringen liggen met 26,7 % van alle defensie-uitgaven wel ruimschoots boven de richtlijn van de NAVO voor investeringen (20 %). 

Toetsing aanvragen herstel toeslagen op schema, aanvullende herstel niet

De Rekenkamer beoordeelt de voortgang van het financiële herstel voor kinderopvangtoeslagouders, net als in eerdere jaren, als zorgelijk. Met name omdat gedupeerde ouders langer op de schadeafhandeling moeten wachten en wettelijke termijnen door Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT) worden overschreden. UHT valt onder de verantwoordelijkheid van de minister van Financiën. Toch is er in 2024 versnelling opgetreden; de doelstellingen voor de eerste toets en de integrale beoordeling zijn gehaald. Ruim 40.000 ouders zijn erkend als gedupeerde bij de kinderopvangtoeslag. Tot en met 2024 hebben daarvan 8.370 toeslagenouders een aanvullend schadeverzoek ingediend. Daarvan waren er eind 2024 1.276 afgerond. Het tempo ligt te laag om uiterlijk in 2027 alle aanvullende schadeverzoeken af te kunnen wikkelen. 
De totale kosten hersteloperatie toeslagen zijn door de minister geraamd op € 11,5 miljard. Daarvan is € 2,2 miljard voor uitvoeringskosten voorzien.
 

Rijksuitgaven hoger in 2024, niet al het beschikbare geld uitgegeven

De rijksoverheid heeft in 2024 € 414,1 miljard uitgegeven. Dat is € 23,8 miljard méér dan het jaar ervoor. Zorg en sociale zekerheid blijven de grootste uitgavenposten. Zo lopen de kosten voor de ouderdomsregeling AOW op. De inkomsten, vooral belastingen en premies, zijn met € 21,7 miljard tot € 407,2 miljard gestegen. Zo zijn de belastinginkomsten uit box 2 € 6 miljard hoger. Het jaar ervoor was dat ook al € 5 miljard hoger dan geraamd. De minister van Financiën had het gedragseffect bij ondernemers van een aangekondigde wijziging in het tarief box 2 veel te laag geraamd. Het onderzoek van de Rekenkamer rept over meer budgettaire missers. En over risico’s die niet voldoende worden belicht, en daardoor niet kunnen worden meegenomen in de besluitvorming. 

In 2024 was de onderuitputting € 6 miljard en werd € 15,2 miljard naar achter geschoven (uitgaven in miljarden €)

In 2024 was de onderuitputting € 6 miljard en werd € 15,2 miljard naar achter geschoven (uitgaven in miljarden €)
Kasschuif naar vorenOnderuitputtingKasschuif naar achter
20182,39-3,04-1,99
20190,92-1,75-1,63
20200,96-2,33-2,18
20212,9-4,85-3,58
20225,61-6,18-10,23
20235,28-7,84-11,56
20244,27-6,02-15,22
Bron: Financiën (2025) Brontabel als csv (224 bytes)

Er is in 2024 minder rijksgeld uitgegeven dan het kabinet eerder had geraamd. Ook meer dan in de jaren ervoor. Opgeteld over alle ministeries is er in 2024 € 15,2 miljard naar latere jaren doorgeschoven en € 6 miljard is niet besteed. Was dit eerder bekend, dan had het parlement andere budgettaire afwegingen kunnen maken. Ook heeft het kabinet een aantal beloftes niet kunnen nakomen doordat die ruim € 21 miljard op de plank is blijven liggen. Zo is er minder aan projecten uit het Klimaatfonds en Nationaal Groeifonds uitgegeven dan gepland (Economische Zaken en Klimaat). Bij het Groeifonds zijn ramingen van de minister afgelopen jaren gebaseerd op wensdenken, aldus de Rekenkamer. 

Verklaring van goedkeuring voor rijksrekening, met kanttekening

De Rekenkamer concludeert dat voor 2024 de uitgaven en ontvangsten van de rijksoverheid rechtmatig zijn; ruim onder de tolerantiegrens van 1 %. Van de onderzochte € 384,7 miljard aan rijksuitgaven staat voor € 1,3 miljard niet vast of dit volgens de regels is uitgegeven of dat alle bedragen kloppen. Dat bedrag met fouten en onzekerheden is veel lager dan in de jaren van de coronapandemie.
De aangegane verplichtingen, bijvoorbeeld contracten die later tot uitgaven leiden, zitten wel licht boven de tolerantiegrens: 1,06 % (€ 4,7 miljard van € 442,7 miljard aan verplichtingen). Vandaar een kanttekening bij de verklaring van goedkeuring van de rijksrekening en de rijkssaldibalans.