Aanpak natuurbranden kan effectiever

Als er in de toekomst gelijktijdig natuurbranden uitbreken dan bestaat er een reëel risico dat die niet snel onder controle kunnen worden gebracht. Specialistische bestrijdings­capaciteit en materieel zijn onvoldoende beschikbaar. Ook zijn er leemtes in de bevoegdheden en samenwerking tussen veiligheidsregio’s waardoor in crisissituaties snelle en juiste besluitvorming over de inzet van schaarse capaciteit wordt bemoeilijkt. Terwijl de kans dat zich meer natuurbranden voordoen de komende jaren groeit door klimaatverandering en toenemende droogte.

De Algemene Rekenkamer heeft de bestrijding van de natuurbranden in de Deurnese Peel in Brabant en natuurgebied De Meinweg in Limburg onderzocht. Met 710 hectare verbrand oppervlak was dit de grootste natuurbrand die Nederland ooit heeft gekend. Door de grote omvang werden honderden brandweerlieden, de politie, de lucht- en landmacht dagenlang ingezet. Verschillende veiligheidsregio’s verleenden bijstand en ook Belgische en vooral Duitse brandweerlieden schoten te hulp.

Dat deze natuurbranden effectief zijn bestreden is deels het gevolg van een toevallige factor: de coronacrisis. Het Ministerie van Defensie had een streep gehaald door zowel de inzet van eenheden in het buitenland als een aantal geplande oefeningen. Daardoor was er voldoende menskracht en materieel beschikbaar. Ook waren als gevolg van de coronacrisis relatief veel brandweervrijwilligers inzetbaar. Als dit niet het geval was geweest, dan was de uitkomst van beide natuurbranden mogelijk anders geweest.

Uit het onderzoek kwamen bovendien verschillende problemen naar voren. Voor de brandbestrijding in moeilijk begaanbaar natuurgebied is specialistische kennis en kunde nodig. Belangrijk is bijvoorbeeld het ‘Hand Crew team’. Nederland beschikt over één zo’n team van 80 Overijsselse brandweerlieden dat over die kennis beschikt. Bij het blussen van de brand in de Deurnese Peel bleek dat team cruciaal. Zij trokken met het bluswater in een rugzak en speciale ‘vuurzwepen’ het gebied in om het vuur te doven en hebben lange, zware dagen moeten maken. Als er in de toekomst op verschillende plekken tegelijk natuurbranden ontstaan, dan is één zo’n team waarschijnlijk niet genoeg.

Een ander capaciteitsprobleem kan zich voordoen bij de grondteams voor de blushelikopters van het Ministerie van Defensie. Zij zorgen voor het aan- en afhaken van waterzakken onder blushelikopters. Ook de capaciteit van dit grondteam is beperkt. Daardoor kunnen de blushelikopters niet tegelijk op verschillende locaties worden ingezet. Het werk van de grondteams wordt verder bemoeilijkt omdat ze beschikken over verouderd materieel. Bij de onderzochte natuurbranden waren bijvoorbeeld maar twee van de acht voertuigen inzetbaar.

Ook was het onduidelijk wie het besluit moest nemen over de verplaatsing van de blushelikopters van het Ministerie van Defensie van de ene grote brand naar de andere. Het duurde enkele uren voordat de luchtmacht de formele opdracht kreeg om de helikopters te verplaatsen van de Deurnese Peel naar De Meinweg. Daardoor konden de brandweer, de blushelikopters en het grondteam minder snel gezamenlijk aan de brandbestrijding beginnen.

Uit het onderzoek blijkt dat er een substantieel en reëel risico is dat, als er in de toekomst grote natuurbranden gelijktijdig optreden, deze niet snel onder controle kunnen worden gebracht. In de eerste plaats is er onvoldoende specialistische bestrijdingscapaciteit en materieel beschikbaar. In de tweede plaats zijn de bevoegdheden en samenwerking tussen veiligheidsregio’s om in crisissituaties snel te handelen onvoldoende geregeld. Om deze problemen op te lossen beveelt de Algemene Rekenkamer de minister van JenV aan om de besluitvorming over de aanpak van grotere, tegelijkertijd optredende natuurbranden te verbeteren en inzicht in de beschikbare en benodigde bestrijdingscapaciteit te vergroten.