Woningen voor ouderen

Deelonderzoek behorend bij het verantwoordingsonderzoek ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gemeentefonds en Provinciefonds.

Dit jaar onderzochten we in ons verantwoordingsonderzoek het beleid dat de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) in 2024 heeft gevoerd rond ouderenhuisvesting. De minister van VRO heeft het doel om tot en met 2030 290.000 woningen te bouwen die geschikt zijn voor ouderen.

De woningnood in Nederland is hoog. In 2024 was het woningtekort 401.000 woningen. Dat is een tekort van 4,9% van het totaal aantal woningen in Nederland (VRO, 2024a). Door de groei van de bevolking loopt het woningtekort op. Door de vergrijzing moeten ook veel extra woningen beschikbaar komen die voldoen aan de wensen en behoeften van ouderen. Voor ouderen is het belangrijk om te kunnen wonen in een woning die past bij hun levensfase en eventuele zorgbehoefte. Een tekort aan geschikte woningen voor ouderen belemmert bovendien de doorstroom op de woningmarkt.

Conclusie

De woningnood in Nederland is hoog en door de toenemende vergrijzing moeten er meer woningen komen die geschikt zijn voor ouderen. Als er onvoldoende passende woningen voor ouderen worden gebouwd, blijven zij mogelijk ongewild in een woning die niet goed bij hen past. Het betekent ook dat hierdoor de doorstroming stokt. Om voldoende woningen te realiseren moet de minister samenwerken met verschillende decentrale overheden en andere (markt)partijen.

De minister van VRO heeft maar beperkt invloed op de woningbouw, omdat de minister niet zelf woningen bouwt en moet samenwerken met verschillende partijen. De minister heeft concrete afspraken gemaakt met gemeenten en provincies over het bouwen van woningen voor ouderen. Het Rijk stelt ook tussen 2022 en 2027 € 388 miljoen beschikbaar voor de bouw van betaalbare en sociale geclusterde- en zorggeschikte huurwoningen specifiek voor ouderen. De minister heeft daarnaast meer inzicht verkregen in het aantal plannen voor woningen voor ouderen bij gemeenten.

Desondanks heeft de minister nog weinig informatie over het aantal nultreden-, geclusterde en zorggeschikte woningen in de bestaande voorraad woningen, en de voortgang van de bouw van woningen die geschikt zijn voor ouderen. Uit de informatie waar de minister over beschikt, valt niet op te maken of de woningbouw op koers ligt voor het realiseren van 290.000 woningen voor ouderen. Op dit moment is dat niet aannemelijk.

Dit komt door de vertragingen in het proces van afspraken in de woondeals en het tekortschietend aantal lokale plannen bij gemeenten. Daarbij komt dat de minister ook nog niet weet of ouderen gaan wonen in de nieuwe woningen. In de voortgangsrapportages en de brieven aan de Tweede Kamer besteedt de minister tot slot weinig aandacht aan de knelpunten en de mogelijke risico’s voor het halen van het doel.

Aantal woningen voor ouderen in de plannen blijft achter

Aantal woningen voor ouderen in de plannen blijft achter
PlannenAfsprakenDoel
Aantal woningen186400279687290000
Brontabel als csv (63 bytes)

Aanbevelingen

Wij bevelen de minister het volgende aan:

  • Geef in de rapportages en brieven die naar de Tweede Kamer gaan een update van de concrete stand van zaken en een realistisch(er) beeld van hoe haalbaar het is dat er in 2030 290.000 woningen geschikt voor ouderen worden gerealiseerd. Daarbij kan de minister bijvoorbeeld inzicht geven in knelpunten die het behalen van de resultaten in de weg staan. Ook het stellen van tussentijdse doelen kan helpen om een beter beeld te krijgen van de haalbaarheid van het doel;
  • Zet in op beter zicht verkrijgen op de bestaande voorraad en het ombouwen van bestaande woningen tot woningen die geschikt zijn voor ouderen.
Lees meer over dit onderzoek in paragraaf 3.2 (pagina 18) van Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Gemeentefonds en Provinciefonds.