Ga direct naar inhoud

Voorraden tegen medicijntekorten

Rapport | 21-05-2025

Deelonderzoek behorend bij het verantwoordingsonderzoek ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Dit jaar onderzochten we in ons verantwoordingsonderzoek een onderdeel van het beleid dat de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in 2024 heeft gevoerd op het gebied van medicijntekorten. De minister verplicht groothandels en handelsvergunninghouders sinds 2023 om buffervoorraden van medicijnen aan te houden. Daarvoor heeft de minister het budget voor intramurale geneesmiddelen met € 10 miljoen verhoogd, en het budget voor apotheekzorg met € 15 miljoen verhoogd naar € 5,7 miljard. Wij hebben onderzocht of het aannemelijk is dat deze voorraadverplichting en de bijbehorende verhoging van het zorgbudget bijdragen aan het opvangen van tekorten.

Conclusies

We concluderen dat deze voorraadverplichting met de huidige vormgeving waarschijnlijk niet zorgt voor minder tekorten in de apotheek. De minister kan de verplichte voorraden niet goed controleren. Ze weet niet of bedrijven zich houden aan de verplichting, noch hoe hoog hun voorraden zijn.

De minister heeft ook beperkt zicht op de omvang en ernst van problemen die patiënten ervaren bij medicijntekorten. Ook om die reden kan ze moeilijk vaststellen welk effect de voorraadverplichting uiteindelijk heeft op patiënten.

Voor medicijnen in tekort zijn er meerdere alternatieven

In dit figuur is te zien welke alternatieven er zijn, wanneer een vertrouwd medicijn in tekort is. Alternatieven in volgorde van voorkeur: 1. hetzelfde medicijn, maar in een andere verpakkingsgrootte; 2. hetzelfde medicijn, maar van een ander merk; 3. hetzelfde medicijn in dezelfde dosering, maar in een andere sterkte; 4. hetzelfde medicijn, maar in een andere toedieningsvorm; 5. een medicijn met een andere werkzame stof. Alleen als er geen alternatief is, krijgt de patiënt geen medicijn.
Lees meer over dit onderzoek in paragraaf 3.2 (pagina 26) van Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Deze publicatie is een bijlage bij