Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 bij Koninkrijksrelaties en BES-Fonds

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2016 van Koninkrijksrelaties en BES-Fonds.

Onze conclusies

Wij vragen bij het Jaarverslag 2016 over Koninkrijksrelaties en het BES-fonds aandacht voor het financieel beheer van Caribisch Nederland en de financiële situatie van het land Sint Maarten. Daarnaast ontbreekt geïntegreerde informatie over beleidsresultaten die met de uitgaven aan Caribisch Nederland zijn bereikt, waardoor er geen goed zicht is op de resultaten van de uitgaven in 2016.

Financieel beheer Caribisch Nederland en financiële situatie Sint Maarten vragen om aandacht minister

Het financieel beheer van de drie eilanden van Caribisch Nederland en de financiële situatie van het land Sint Maarten blijft voor het kabinet een punt van zorg. Het is Bonaire, Saba en Sint Eustatius in 2016 niet gelukt om de rapportages over de uitvoering van de begroting op tijd in te dienen bij de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK). Voor Sint Eustatius heeft de minister in 2016 voorafgaand toezicht ingesteld. Op 7 maart 2017 kondigde de minister aan een onderzoek te laten uitvoeren naar het functioneren van het openbaar lichaam Sint Eustatius. Voor het land Sint Maarten bleek in augustus 2016 dat de begroting 2016 niet langer voldeed aan de normen van de Rijkswet financieel toezicht (Rft). Ook had de gouverneur eind 2016 de begroting 2016 en de jaarrekeningen over 2012 tot en met 2015 nog niet vastgesteld.

Bij meerdere departementale jaarverslagen worden er onvolkomenheden en onrechtmatigheden gerapporteerd over Caribisch Nederland. Bij het verantwoordingsonderzoek 2016 van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn wij van oordeel dat er sprake is van een onvolkomenheid en bij het verantwoordingsonderzoek 2016 van Volksgezondheid Welzijn en Sport (VWS) rapporteren wij onzekerheid over de rechtmatigheid van de uitgaven. Wij vragen de minister van BZK om samen met de collega’s van SZW, VWS en Financiën te bezien of een gezamenlijke aanpak kan helpen in het sneller oplossen van de problemen in het financieel beheer. Voor de rapporten van SZW en VWS zie www.rekenkamer.nl/verantwoordingsonderzoek2016.

Wij herhalen, zeker nu gegeven de stand van het financieel beheer in Caribisch Nederland, onze oproep aan de minister van BZK in het rapport 2015 van Koninkrijksrelaties om de totstandkoming van een gezamenlijke rekenkamer voor Caribisch Nederland te stimuleren. Wij vinden dit van belang voor de vergroting van een transparante publieke verantwoording en een adequate controle op de eilanden. Zie ook het rapport verantwoordingsonderzoek Koninkrijksrelaties 2015 op www.rekenkamer.nl.

Geen informatie over resultaten van rijksbrede uitgaven aan Caribisch Nederland

Een geïntegreerd overzicht van de resultaten van de rijksbrede uitgaven voor Caribisch Nederland ontbreekt. De rijksbrede uitgaven voor Caribisch Nederland staan verspreid over verschillende departementale begrotingen. Om deze reden heeft de Tweede Kamer het kabinet in 2011 verzocht om ‘in volgende begrotingen een uniforme presentatiewijze van de BES-budgetten op te nemen’ (de motie-Hachchi). De minister van BZK geeft sinds 2013 inzicht in de rijksbrede uitgaven voor Caribisch Nederland in een bijlage bij het jaarverslag van het BES-fonds. We waarderen dit. In deze bijlage is geen informatie opgenomen over de resultaten die samenhangen met deze rijksbrede uitgaven, in totaal € 298,8 miljoen in 2016.

Hoewel dit niet gevraagd is door de Tweede Kamer, achten wij deze informatie van belang om inzicht te krijgen in de effectiviteit van beleid voor Caribisch Nederland en om nieuwe beleidskeuzes te kunnen afwegen.

Aanbeveling

We bevelen de minister van BZK aan om in het kabinet het ontbreken van een geïntegreerd overzicht van de resultaten van de rijksbrede uitgaven aan de orde te stellen en daarbij het voortouw te nemen in het maken van afspraken over hoe jaarlijks de resultaten van het rijksbrede beleid voor Caribisch Nederland inzichtelijk kunnen worden gemaakt.

Reactie minister

In zijn reactie geeft de minister aan dat hij samen met zijn ambtsgenoot van Financiën wil onderzoeken of het mogelijk is om de BES-uitgaven binnen de betreffende begrotingen op een meer uniforme wijze toe te lichten. De bijlage in het BES-fonds kan dan een overzicht vormen van het geheel van deze toelichtingen. In hoofdstuk 6 staat de gehele reactie van de minister en ons nawoord.

Verder in het rapport

In het rapport werken we bovenstaande conclusies verder uit:

  • Financiële informatie: hierin geven wij een toelichting op onze oordelen dat de financiële informatie in het Jaarverslag 2016 van Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H) rechtmatig zijn en deugdelijk zijn weergegeven.
  • Bedrijfsvoering: hierin geven wij een toelichting op ons oordelen dat de bedrijfsvoeringsinformatie in het Jaarverslag 2016 van Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H) deugdelijk tot stand is gekomen en voldoet aan de verslaggevingsvoorschriften. Wij zijn van oordeel dat er sprake is van een onvolkomenheid in de informatiebeveiliging van de Rijksdienst Caribisch Nederland.
  • Beleidsresultaten: hierin geven wij een toelichting op onze oordelen dat de informatie die in het Jaarverslag 2016 Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H) is opgenomen over het gevoerde beleid deugdelijk tot stand is gekomen.
  • Reactie van de minister en nawoord Algemene Rekenkamer: hierin geven wij de reactie weer die wij op 25 april 2017 ontvingen van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.