Handhavingsbeleid Belastingdienst

Op verzoek van de Tweede Kamer hebben we onderzoek gedaan naar het handhavingsbeleid van de Belastingdienst. We hebben daarbij onder meer de resultaten van risicogerichte controles onderzocht. Ook keken we of het verschil tussen de belastingen die op grond van de wet verschuldigd zijn en de daadwerkelijke belastingontvangsten, de zogeheten tax gap, duidelijk kan maken hoe effectief het handhavingsbeleid is. Bovendien hebben we aandacht besteed aan enkele casussen. De vraag luidde of de Belastingdienst erin slaagt grip te krijgen op windhappers (personen die ogenschijnlijk een laag of geen inkomen hebben, en/of een uitgavenpatroon of vermogen dat niet in verhouding staat tot het bekende inkomen); belastingnomaden (mensen die zich uitschrijven uit het bevolkingsregister om buiten het zicht van de Belastingdienst te zijn), en op (tijdelijke) migranten waar het gaat om de heffing van motorrijtuigenbelasting.

Conclusies en aanbevelingen

  • We zijn positief over de preventieve opzet van het huidige handhavingsbeleid van de Belastingdienst. Tegelijkertijd mist de Belastingdienst nog informatie om de keuzes in het handhavingsbeleid verder te onderbouwen. Dan gaan het vooral om inzicht in de kosten en baten van handhavingsinstrumenten. De dienst werkt eraan om dit inzicht te verbeteren. We bevelen daarom de staatssecretaris van Financiën aan op deze weg door te gaan en te evalueren of handhavingsinstrumenten goed werken.
  • Gerichte controle op de aangiften van risicogevallen is effectiever en efficiënter dan controle zonder risicoselectie. Toch blijven aselecte steekproeven nodig.
  • We bevelen de staatssecretaris aan te kijken wat de optimale capaciteit is die de Belastingdienst nodig heeft om effectief en efficiënt te handhaven. Daarbij speelt de vraag een rol wat extra inzet oplevert. De mogelijke invloed op de belastingmoraal is daarbij ook een overweging.
  • Voor het toezicht heeft de Belastingdienst ook informatie uit externe bronnen nodig, zogeheten contra-informatie. Het ontbreekt nu aan voldoende overzicht van deze bronnen van deze informatie. Daarom bevelen we de staatssecretaris aan te onderzoeken waar de Belastingdienst zijn informatiepositie kan versterken.

Casusonderzoek naar windhappers, belastingnomaden en migranten

Uit ons casusonderzoek blijkt dat de Belastingdienst weinig grip heeft op (potentiële) windhappers en belastingnomaden. Wat betreft de verplichting voor migranten om motorrijtuigenbelasting (MRB) te betalen, is handhaving lastig voor de Belastingdienst door knelpunten in de wet- en regelgeving. Wel is waarschijnlijk het aantal migranten dat MRB betaalt toegenomen door de (preventieve) aanpak van de dienst.

  • We bevelen de staatssecretaris van Financiën aan jaarlijks een lijst op te stellen van mogelijke windhappers. Door analyse van de lijst kunnen de werkelijke risicogevallen eruit worden gepikt en worden aangepakt.
  • De Belastingdienst krijgt soms belastingnomaden in beeld door deel te nemen aan initiatieven om adresfraude tegen te gaan. We bevelen de staatssecretaris dan ook aan om op dit terrein te blijven samenwerken met andere partijen, zoals gemeenten.
  • We bevelen de staatssecretaris aan door te gaan met de preventieve aanpak om te bevorderen dat migranten motorrijtuigenbelasting betalen. Hij kan migranten via een brief wijzen op de verplichting MRB te betalen en stelselmatig opvolgen wanneer zij niet reageren.

Tax gap

De tax gap is het verschil tussen de op grond van wet- en regelgeving verschuldigde belastingen en de daadwerkelijke belastingontvangsten. Een van de componenten van de tax gap is het zogeheten dark number: de verschuldigde belastingen die volledig aan het zicht van de Belastingdienst zijn onttrokken. De Belastingdienst heeft, afgezien van de btw, geen beeld van de totale omvang van de tax gap omdat er geen schattingen zijn van dark numbers en van het nalevingstekort bij grote ondernemingen.

  • Wij bevelen aan prioriteit te geven aan het jaarlijks (blijven) opstellen van een zo betrouwbaar mogelijke schatting en analyse van de inningsverliezen en nalevingstekorten, en die uit te breiden naar grote ondernemingen.