Basispakket zorgverzekering

Het verwijderen van behandelingen uit het basispakket van de zorgverzekering om de uitgaven in de zorg te beheersen, is tot nu toe minder effectief gebleken dan beoogd. Daarnaast licht Zorginstituut Nederland op dit moment systematisch het basispakket door op zoek naar inefficiënte behandelingen. Volgens ons biedt deze aanpak goede aanknopingspunten voor effectiever pakketbeheer op termijn.

Conclusies

Pakketbeheer blijkt als instrument voor het beheersen dan wel terugdringen van de zorguitgaven tot dusverre minder effectief te zijn dan verwacht.

Beperkte mogelijkheden voor pakketmaatregelen

De afgelopen jaren heeft de minister van VWS geprobeerd de groei van de zorguitgaven terug te dringen met pakketmaatregelen waarmee behandelingen uit het basispakket worden gehaald. Meer dan eens blijven de besparingen van de afzonderlijke maatregelen achter bij de verwachtingen. Wij schatten in dat er ongeveer € 0,25 miljard per jaar is bespaard door de genomen pakketmaatregelen, de helft van de ingeboekte besparing van € 0,5 miljard per jaar.

Belemmering voor naleving standpunten

De standpunten van Zorginstituut Nederland maken ook onderdeel uit van het pakketbeheer en kunnen bijdragen aan de beheersing van zorguitgaven. Naleving van de standpunten stuit echter op verschillende belemmeringen. Daarnaast is de vraag of standpunten democratisch en maatschappelijk voldoende gedragen worden.

Ingeboekte besparingen op kortere termijn onzeker

Zorginstituut Nederland heeft een start met stringent pakketbeheer gemaakt via het programma Zinnige Zorg. Deze systematische aanpak om het basispakket door te lichten op inefficiënte behandelingen biedt volgens ons goede aanknopingspunten om op de langere termijn tot een effectiever pakketbeheer te komen. Gezien het concrete besparingsdoel vanaf 2017 (€ 225 miljoen) vragen wij ons af of het Zorginstituut de implementatie van de verbetervoorstellen niet te vrijblijvend invult.

Meer aandacht voor gepast gebruik zorg

Inmiddels verschuift in de beleidsdiscussie over de beheersing van de zorguitgaven de aandacht naar de bevordering van gepast gebruik van (verzekerde) zorg: niet meer zorg dan nodig en niet minder dan noodzakelijk. Sinds april 2014 kan het Kwaliteitsinstituut, een nieuw onderdeel van het Zorginstituut, gepast gebruik van zorg stimuleren en transparant maken.

Perspectief voor verdere ontwikkeling pakketbeheer

In de toekomst zou binnen het Zorginstituut geen sprake meer hoeven zijn van een afzonderlijk programma Zinnige Zorg; de systematische doorlichting en monitoring zou geïntegreerd kunnen zijn in het reguliere pakketbeheer. Tegelijkertijd zou tussen dit verbeterde pakketbeheer en de activiteiten van het Kwaliteitsinstituut een duidelijke samenhang tot stand moeten komen.

Aanbevelingen

Wij bevelen de minister van VWS het volgende aan:

  1. Laat de financiële gevolgen van de uitstroommaatregelen en standpunten systematisch door het Zorginstituut monitoren. Evalueer met name de uitstroommaatregelen met een (potentieel) groot financieel belang.
  2. Verwerk zowel de verwachte als de gerealiseerde financiële gevolgen van de uitstroommaatregelen en standpunten in het Financieel Beeld Zorg. Deel de beleidsmatige lessen met de Tweede Kamer.
  3. Geef aan of de verantwoordelijkheid en bevoegdheid voor de standpunten van het Zorginstituut bij de minister van VWS of bij het Zorginstituut ligt.
  4. Zie erop toe dat de belemmeringen voor de naleving van de standpunten worden teruggedrongen.
  5. Geef een visie op de implementatie van de verbetervoorstellen van het programma Zinnige Zorg.

Wij bevelen het Zorginstituut het volgende aan:

  1. Versterk de doorwerking van standpunten in de zorgpraktijk:
  2. Bevorder actief de uitvoering door de veldpartijen van de verbetervoorstellen uit het programma Zinnige Zorg.
  3. Werk uit hoe pakketbeheer en activiteiten van het Kwaliteitsinstituut elkaar aanvullen en versterken. Aarzel niet de wettelijke bevoegdheden van het Kwaliteitsinstituut in te zetten als veldpartijen hun rol niet oppakken.

Reactie

Reactie minister van VWS en Zorginstituut Nederland

De minister van VWS onderschrijft op hoofdlijnen onze conclusie dat pakketbeheer als instrument voor het beheersen van de zorguitgaven tot dusverre minder effectief is gebleken. De minister heeft deze kabinetsperiode ingezet op stringent pakketbeheer, waarbij inhoudelijk wordt bekeken welke verzekerden wel en welke verzekerden niet zijn aangewezen op specifieke behandelingen. De minister is ervan overtuigd dat met deze aanpak de kwaliteit van zorg het beste is gediend en het pakketbeheer slimmer en rechtvaardiger wordt. Bovendien verwacht zij dat dit fors bijdraagt aan de realisatie van besparingen.
In reactie op onze aanbevelingen geeft de minister van VWS aan dat het financiële effect van pakketmaatregelen in het jaarverslag kwalitatief beschreven wordt omdat een exacte realisatie niet altijd te bepalen is. Voor de standpunten van het Zorginstituut geeft zij – evenals het Zorginstituut zelf – aan dat die niet primair tot doel hebben de zorguitgaven te beheersen. Volgens de minister zijn de financiële effecten van standpunten moeilijk te ramen. De minister en het Zorginstituut gaan niet specifiek in op de haalbaarheid van de financiële taakstelling van het programma Zinnige Zorg.

Nawoord Algemene Rekenkamer

In ons nawoord wijzen wij erop dat de minister verwacht dat pakketbeheer in de toekomst fors bijdraagt aan de realisatie van besparingen. Wij zien hierin voor de minister een reden temeer om in begroting en jaarverslag zowel de beleidsmatige lessen als de financiële resultaten van pakketbeheer goed in beeld te brengen. Dat geldt niet alleen voor pakketmaatregelen maar ook voor standpunten.
Wij zijn het met de minister en het Zorginstituut eens dat standpunten niet primair tot doel hebben de ontwikkeling van de zorguitgaven te beheersen. Tegelijkertijd kunnen standpunten hier wel aan bijdragen. Het Zorginstituut is begonnen met het in beeld brengen van de financiële consequenties van standpunten en wil dit in de toekomst systematischer gaan doen. In dit verband raden we de minister aan het Zorginstituut duidelijk te maken hoe zij deze financiële gevolgen in het Financieel Beeld Zorg wil verwerken.
Gezien de financiële besparing die stringent pakketbeheer vanaf 2017 moet opleveren (€ 225 miljoen per jaar), moet de minister van VWS in begrotingen en jaarverslagen duidelijk aangeven of het beoogde besparingsdoel wordt gerealiseerd. Omdat de aanpak van Zinnige Zorg goede aanknopingspunten biedt voor effectiever pakketbeheer op de langere termijn, verdient het programma een grondige evaluatie. Op basis daarvan kunnen de minister en het Zorginstituut de ontwikkeling van het pakketbeheer verder vormgeven.