Bezuiniging op cultuur

Realisatie en effect

Na vier eerdere publicaties in onze publicatiereeks Zicht op Bezuinigingen bekijken we in deze publicatie in hoeverre er op basis van beschikbare informatie zicht is op de realisatie en de gevolgen van de maatregel Cultuursubsidies uit het regeerakkoord van het kabinet-Rutte/Verhagen. Deze maatregel moet tot een structurele bezuiniging van 200 miljoen euro leiden. Het zwaartepunt van de bezuiniging ligt op een herinrichting van de Culturele Basisinfrastructuur (BIS), waaruit culturele instellingen en rijkscultuurfondsen (meerjarige) subsidies ontvangen, vanaf 2013. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) formuleert in het voorjaar van 2015 de uitgangspunten voor de nieuwe vierjarige BIS-periode (2017-2020). Hierover vindt nog voor de zomer van 2015 een debat plaats met de Tweede Kamer. Bij deze voorbereidingen van de nieuwe BIS zou derhalve actuele informatie beschikbaar moeten zijn over de gevolgen van de bezuiniging op cultuur en de hiermee samenhangende herinrichting van de BIS.

Ondanks het feit dat de minister van OCW veel informatie verzamelt over de ontwikkelingen in het rijksgesubsidieerde deel van de culturele sector, constateren wij dat nog niet alle relevante informatie beschikbaar is om het debat over de nieuwe BIS goed te kunnen voeren. Zo komt informatie over de ontwikkelingen in het rijksgesubsidieerde deel van de sector in 2014 pas beschikbaar in het najaar van 2015 in de publicatie Cultuur in Beeld 2015. Daarnaast verzamelt de minister van OCW geen informatie over de instellingen die geen rijkssubsidie meer hebben ontvangen sinds de herinrichting van de BIS. Hierdoor is onduidelijk of, en zo ja, hoe deze instellingen het wegvallen van de rijkssubsidie hebben opgevangen. Over de instellingen die nog wel subsidie van het Rijk ontvangen, is de informatie over de ontwikkelingen in de eigen inkomsten niet gedetailleerd genoeg om inzicht te krijgen in de manier waarop zij de teruggang in subsidie van het Rijk hebben weten te compenseren met eigen inkomsten. Ten slotte constateren wij dat informatie ontbreekt over de ontwikkelingen van de uitgaven van de instellingen, de werkgelegenheid in de sector en de (financiële) toegankelijkheid van het culturele aanbod.

Wij bevelen de minister van OCW aan om ervoor te zorgen dat bij het debat over de nieuwe BIS alle relevante informatie over deze recente ontwikkelingen beschikbaar is. Het als open data beschikbaar maken van de interne gegevensbank van het Ministerie van OCW kan hieraan bijdragen. Daarom bevelen wij de minister van OCW aan om deze gegevensbank als open data beschikbaar te maken.

Daarnaast bevelen wij de minister van Financiën aan om al op Verantwoordingsdag 2015 invulling te geven aan zijn toezegging dat in de departementale jaarverslagen eenduidig wordt gerapporteerd over de realisatie en de gevolgen van de bezuinigingen. Hierbij zou specifiek aandacht besteed moeten worden aan het inzicht in de meerjarige budgettaire realisatie van individuele bezuinigingsmaatregelen.