Compensatie van schade aan natuurgebieden

Vervolgonderzoek naar de bescherming van natuurgebieden

De Algemene Rekenkamer vindt dat er een eenduidige, actuele landelijke kaart van beschermde natuurgebieden moet komen. De openbare beschikbaarheid van zo’n kaart is van belang voor initiatiefnemers van bouwprojecten. In beschermde natuurgebieden zijn bouwactiviteiten namelijk alleen toegestaan als de veroorzaakte schade aan de natuur wordt gecompenseerd door de aanleg van vervangende natuur elders. In ons rapport Bescherming van natuurgebieden uit 2007 constateerden wij dat deze wettelijke verplichting slechts gedeeltelijk werd nageleefd en dat effectief overheidstoezicht erop ontbrak. In ons huidige vervolgonderzoek zijn we nagegaan wat er sindsdien is verbeterd. Ook hebben we onderzocht hoe het staat met de beschikbare informatie over natuurcompensatie.

Conclusies

Meer aandacht voor natuurcompensatie, maar nieuwe natuur niet goed beschermd

Zowel bij initiatiefnemers van bouwprojecten als bij gemeenten en provincies is inmiddels de aandacht voor natuurcompensatie toegenomen, vooral in de voorbereidingsfase. Van tevoren wordt doorgaans duidelijk vastgelegd hoe en waar de schade die de natuur door een bouwproject zal oplopen, zal worden gecompenseerd.
De bescherming van de nieuw aangelegde natuur is echter nog niet goed geregeld. Hierdoor is niet zeker of de nieuw aangelegde natuur voldoende kwaliteit heeft en of deze natuur op termijn wel intact zal blijven.

Toezicht op naleving nog onvoldoende

Het schort nog steeds aan voldoende toezicht op de naleving van de natuurcompensatie­plicht.
De verantwoordelijkheid voor dit toezicht is nog niet goed geregeld. Daardoor blijft het onduidelijk of de compensatie daadwerkelijk leidt tot volwaardige en blijvende vervanging van de aangetaste natuur.

Natuurcompensaties niet goed geregistreerd

De provincies hebben geen goed overzicht van de stand van zaken rond natuurcompensatieverplichtingen. Voor zover ze natuurcompensaties registreren, doen ze dat op uiteenlopende manieren. De informatie van de provincies kan dus niet onderling worden vergeleken. Het gevolg is dat de staats­secretaris van Economische Zaken (verantwoordelijk voor natuurbeheer) zich geen totaalbeeld kan vormen en niet kan volgen hoe de bescherming van natuurgebieden die van nationaal of Europees belang zijn, in de praktijk functioneert.

Nog geen actuele landelijke kaart van beschermde natuur

Er is tot op heden geen openbare digitale kaart van de beschermde natuurgebieden in Nederland. Dit maakt het voor initiatiefnemers van bouw­projecten moeilijk om te achter­halen in welke gebieden rekening moet worden gehouden met de natuur­beschermingsregimes.

Aanbevelingen

Wij vinden dat er een eenduidige, actuele landelijke kaart van beschermde natuurgebieden beschikbaar moet komen. Op basis van ons onderzoek hebben wij zelf zo’n kaart samengesteld. Die kaart moet nu door de staatssecretaris van Economische Zaken en de provincies actueel worden gehouden en in de vorm van open data online beschikbaar worden gesteld.

Verder hebben wij de staatssecretaris van Economische Zaken aanbevolen:

  • Geef de provincies expliciet een regierol bij natuur­compen­satie. Dit past bij hun verantwoordelijkheid voor de ontwik­keling en het beheer van beschermde natuur.
  • Leg vast dat tegelijk met het besluit over een bouwactiviteit in beschermd gebied en de aanleg van compensatie­natuur, ook de bescherming van deze compensatienatuur moet worden gewaarborgd. 
  • Zorg ervoor dat de provincies een onderling vergelijkbare registratie bijhouden van projecten die beschermde natuur aantasten, dat zij de uitvoering van compen­serende maatregelen volgen en hierover openbaar rapporteren.

Reactie staatssecretaris van EZ

De staatssecretaris van Economische Zaken deelt onze analyse dat er verbeteringen nodig zijn in de uit­voe­ring van de natuurcompensatieplicht. Ze is het ook met ons eens dat de provincies een regierol zouden moeten vervullen bij natuurcompensatie. Zij onderschrijft al onze aanbevelingen inhoudelijk en doet een aantal toezeggingen. Wij vertrouwen erop dat de staatssecretaris de Tweede Kamer op korte termijn zal informeren over de manier waarop zij daaraan concreet invulling zal geven. In het bijzonder hopen wij dat zij dan zal verduidelijken wie het initiatief zal nemen om in samenwerking met de provincies een eenduidige kaart van alle Nederlandse natuur­gebieden samen te stellen en wanneer deze openbaar in de vorm van open data beschikbaar zal zijn.