Toespraak van president Pieter Duisenberg van Algemene Rekenkamer op 29 augustus 2025 bij alumnidag Centre for Professional Learning van Universiteit Leiden, afdeling Politiek en Bestuur (Den Haag)

Dit bord hangt bij de ingang van de Algemene Rekenkamer, een initiatief van Saskia Stuiveling, een van mijn voorgangers.
Nee, ik heb dat niet vanmorgen van de muur geschroefd… 
Dit exemplaar staat in mijn werkkamer, omdat het goed is om mij iedere dag te realiseren waar wij voor staan, wat onze opdracht, onze verantwoordelijkheid is.
De eerste zin is: “De Algemene Rekenkamer is opgericht in 1814. Als Hoog College van Staat controleren we of het Rijk geld uitgeeft en beleid voert zoals het de bedoeling was.”
Want plannen zijn mooi, maar vrijblijvend.
De ‘proof of the pudding’ is het resultaat: hebben we bereikt wat we willen bereiken, hebben burgers en bedrijven waar gekregen voor hun geld.
Een aantal van jullie kent mij van de Academie voor de Rechtstaat en daar geef ik altijd het voorbeeld van de aannemer en de badkamer.
Want laten we eerlijk zijn: als je je badkamer laat verbouwen trek je niet de champagne open als je de offerte krijgt, maar pas als ie af is, liefst zoals je het bedacht had en binnen je budget.
Daarom verbaast het me altijd dat we zoveel aandacht besteden aan Prinsjesdag – de dag dat het kabinet haar plannen, de offerte,  presenteert – maar Verantwoordingsdag alleen maar een voetnoot is op de politieke agenda.
Terwijl burgers juist snakken naar resultaten.
Naar een overheid die doet wat ze belooft.
Een overheid die open en eerlijk is over wat ze wil bereiken, bijstuurt als dat nodig is en altijd bereid is om te leren van wat er goed gaat en minder goed gaat.
Dat is de basis van betrouwbaar en effectief overheidsbeleid.  
Daarom noem ik Verantwoordingsdag liever Resultatendag.

Ja, het resultaat telt.
Dat is altijd mijn motivatie geweest: als voorzitter van de Vereniging Universiteiten van Nederland (UNL), als Kamerlid en zeker nu als president van de Algemene Rekenkamer.
Want op deze plek komt alles wat ik belangrijk vind bij elkaar: namens de belastingbetalers onderzoeken of hun geld besteed wordt ‘zoals het de bedoeling was’.
En dan gaat het niet over onderbuikgevoelens, niet over wensen en meningen, maar over echte mensen en echte feiten. 
Want je moet weten waar je vandaan komt om te weten waar je naartoe gaat.
Je moet de obstakels kennen om ze te omzeilen.
Zeker nu we in een tijd leven waarin stilstaan geen optie is.
De oorlog in Oekraïne, de humanitaire ramp in Gaza, de klimaatcrisis, de opkomst van AI, geopolitieke verschuivingen.
‘VUCA’, noemt de Amerikaanse hoogleraar Bill George deze wereld: Volatile, Uncertain, Complex and Ambiguous. 
Veranderen is nodig en vooral: veranderen in de juiste richting,
Volgens Bill George is het van levensbelang om daarbij te ‘varen’  op je ‘True North’, je kompas noorden, met het kennen van je huidige positie en je juiste resultaat.
En dat is geen feitenvrije reis.

Tijdens mijn vakantie las ik daarover een inspirerend boek: ’A Climate of Truth’ van Berners-Lee: een pleidooi voor een nieuw respect voor de waarheid als basis voor verandering.
Hij citeert de Amerikaanse schrijver en activist James Baldwin: 
“Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it’s faced.”
Wat we vooral onder ogen moeten zien is dat onze onmacht om grote problemen aan te pakken niet komt door een gebrek aan kennis of technologie – die is er meestal wel – 
maar door onze onwil om de waarheid, de feiten, te zien en te erkennen; door het gebrek aan eerlijkheid in ‘de drie cirkels’: 
de politiek, de media en het bedrijfsleven.

Ik heb het dan niet over keihard liegen – al komt dat in vele landen, zeker in verkiezingstijd, ook voor - maar over niet duidelijk zijn: 
feiten verzwijgen of verdraaien, een mening tot waarheid verheffen, wensen brengen als werkelijkheid.
Want dan beloof je wat je niet waar kunt maken, dan maak je het resultaat ondergeschikt aan je ambitie, aan je publieke gezicht.

Daarom is mijn ‘climate of truth’ een ‘klimaat van resultaat’.
Als tegen hanger van de feitenvrije onderbuik.
Daar kunnen wij, kunnen jullie, allemaal aan bijdragen.
Want de meesten van jullie werken in één van de drie cirkels die Berners-Lee noemt: de politiek – daar rekent hij ook de overheid onder – het bedrijfsleven en de media.

Hoe de Algemene Rekenkamer hieraan kan bijdragen staat ook op dit bord: “We onderzoeken de rechtmatigheid, doelmatigheid, doeltreffendheid en integriteit van de rijksoverheid en de daaraan verbonden instellingen”.
Dat onderzoek doen we onafhankelijk: wij bepalen zelf wat we onderzoeken en hoe we dat doen.
In onze onderzoeken leggen we de feiten bloot, stellen we de resultaten centraal.
De resultaten voor burgers en bedrijven: 
hebben zij gekregen wat werd beloofd? 
Krijgen ze waar voor hun geld? 
Of in de termen van de Algemene Rekenkamer: 
Hebben burgers en bedrijven gekregen wat de politiek hen beloofde?– de doeltreffendheid.
Zijn de doelen en resultaten zo efficiënt mogelijk gehaald, dus met een passende bedrijfsvoering – de doelmatigheid.
Is het beleid volgens de wet uitgevoerd -  de rechtmatigheid.
Was er ruimte voor een kritische blik en is de overheid aangesproken bij vermoedens van misbruik – de integriteit.

Wat we meestal - vaak - zien is dat er veel ruimte zit tussen wat er beloofd werd en wat er uiteindelijk gedaan is. 
Dat het doel zo onduidelijk was dat het resultaat onmeetbaar is. 
Dat grote beloften vastlopen in de uitvoering.
Dat er – daardoor -  te veel geld is uitgegeven of juist te weinig. 
Dat ambtenaren niet voelen dat ze de ruimte hebben om misstanden te melden.

Kortom: dat ambities en doelen niet gehaald zijn. 
Of dat de grote ambities vastlopen in de ‘kleine’ werkelijkheid.

Een voorbeeld is ons onderzoek naar de administratieve lasten voor leraren van basisscholen.
Daaruit blijkt dat leraren 6 tot 8 uur per week besteden aan administratie. 
Natuurlijk is die administratie belangrijk om resultaten te meten, maar er gaat vaak wel heel veel extra tijd in zitten.
Tijd die ze dus niet kunnen besteden aan het geven van lessen en begeleiden van leerlingen. 
Vaak doen ze de administratie in hun vrije tijd en dat ervaren ze als zo frustrerend dat het voor een kwart van de leraren een reden is om van baan te wisselen.
Is dat het resultaat dat we wensen? 
Eerder deze maand zei ik in Het FD: daar liggen kansen, gezien het lerarentekort. 
Al haal je maar 1 uur van die administratieve taken af per week.
Dan speel je voor 2250 fte aan onderwijstijd vrij. 
En dat is alleen al in het primair onderwijs.

Dit soort onderzoeken laat zien dat doelen en resultaten vaak schuren. 
Die feiten, die waarheid, is belangrijk voor een overheid die wil leren, die beter wil functioneren.
Zo dragen wij bij aan het ‘klimaat van resultaat’.
Zo dragen we bij aan ‘goed openbaar bestuur’ 
Dat is mijn drive, dat is onze drive als Rekenkamer.

De afgelopen jaren hebben we een aantal dingen gedaan om te zorgen dat we ons werk nog beter kunnen doen.
Om te zorgen dat de feiten het winnen van de onderbuik.
Ik wil die graag met jullie delen in de vorm van drie lessen.
Lessen die mensen die in de drie cirkels werken, mensen zoals jullie, mogelijk ook in jullie dagelijkse praktijk kunnen toepassen.
De lessen in het kort:
-    Maak resultaat je ijkpunt;
-    Verken ook andere perspectieven
-    Durf grenzen te trekken

Les 1: maak resultaat je ijkpunt; beloof alleen wat je waar kunt maken.

Dat is een les die ik dit jaar in mei ook aan kabinet en Kamer heb meegegeven bij de presentatie van ons verantwoordingsonderzoek. 
Een les die niet vroeg genoeg geleerd kan worden. 
Daarom hebben we vanwege de vervroegde Kamerverkiezingen een brief naar de programmacommissies van de partijen gestuurd om ze te vragen hier al rekening mee te houden bij het opstellen van de verkiezingsprogramma’s. 
Want dat is ook een moment om je te realiseren dat je niet te veel moet en kunt beloven. 
Ook al lijkt het moment van verantwoording nog ver weg. 
Met die brief hebben we ze drie dingen mee willen geven:
-    Stel duidelijke, haalbare doelen, voor de korte en de lange termijn
-    Onderzoek of je doelen uitvoerbaar zijn; breng de basis op orde.
-    Maak realistische begrotingen met het publieke geld.

We hopen natuurlijk dat die lessen ook nog naklinken als de partijleiders aan de praattafels zitten. 
Dat ze daar niet alleen vertellen wat ze willen veranderen, maar ook hoe ze dat willen aanpakken. 
Dat ze niet alleen blijven steken in abstractheden – beter onderwijs – maar die uitwerken in concrete doelen en maatregelen.
En dan zou het natuurlijk ook fijn zijn als de interviewende mensen van de media op deze dingen doorvragen en feitelijke onjuistheden of halve waarheden signaleren. 
Al hebben we daar geen brief aan gewijd….

Om de ogen op het resultaat te houden is het belangrijk dat je steeds beseft voor wie je het doet: voor wie is het beleid bedoeld?
Als je dat perspectief duidelijk voor ogen houdt, is het resultaat het enige ijkpunt.
Dat geldt ook voor onze eigen communicatie: 
in onze rapporten zetten we het burgerperspectief centraal, 
we zijn duidelijk in onze doelen en in onze resultaten 
en we doen wat we doen zo transparant mogelijk.
Want de waarheid begint bij duidelijkheid: de waarheid moet gezien worden.
Dat vinden we als Rekenkamer erg belangrijk.
Om dat uit te dragen, kom ik sinds vorig jaar op Verantwoordingsdag – Resultatendag - naar de Kamer met alle stukken in dit transparante koffertje  en hebben we een app ‘Ons geld Ontcijferd’ waarin iedereen kan opzoeken welke resultaten onze onderzoeken hebben opgeleverd.
En we maken ook een mooie folder met alle resultaten op een rij. 
Ik heb er straks een voor iedereen.

Les 2: Verken ook andere perspectieven, stuur bij als dat nodig is.

Volgens Berners-Lee moet je, om een probleem te begrijpen, zo nu en dan een stapje terug doen om onder de huid van het probleem te kruipen. 
Zo zie je niet alleen de diepte van het probleem, maar ook de breedte: want de meeste problemen staan niet op zichzelf. 
Dat kun je bijvoorbeeld ook doen door te praten met anderen, want je ziet meer met een extra paar ogen, vanuit een ander perspectief. 
Dan zie je mogelijk ook de pijn van burgers. 
De pijn die wij, ondanks al onze onderzoeken bij de Belastingdienst, niet hadden gezien bij de toeslagenouders.
Natuurlijk, dat gaat niet vanzelf. We zitten nu eenmaal nogal vast in onze structuren en organisaties. 
Dat is het mooie van de leergangen van het Centre for Professional Learning en van deze alumnidag: je komt mensen tegen uit alle drie de cirkels, politiek, media en bedrijfsleven, en daar worden we allemaal wijzer van. 
Ook als je voor de groep staat….

Bij de Algemene Rekenkamer doen we ons best om te leren van anderen. 
Dat doen we via onze app en sociale media.
Maar onze onderzoekers en collegeleden gaan ook vaak het land in, op zoek naar mensen met een ander perspectief. 
Daar zetten we dan onze uitvouwbare Rekentafel neer; afgelopen zomer in onder meer Zeewolde en Venlo.
Dat helpt ons in onze taak om bij te dragen aan goed openbaar bestuur: “door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland.”
Met andere organisaties, maar vooral met burgers en bedrijven, met studenten en belastingbetalers, in Den Haag en overal in het land. 
In oktober gaan we zelfs naar de Dutch Design Week ….  
En dan vooral goed te luisteren, want zo weten we of wij ook doen wat mensen van ons verwachten. 
Of ons resultaat voor hen telt.

Om te blijven leren, om een klimaat van resultaat te creëren, moeten we niet alleen ons perspectief verbreden, maar moeten we ook anders leren kijken.
Nu hebben we vaak de neiging om vooral dingen die misgingen als leermomenten te zien. 

Maar dat is niet alleen deprimerend, maar ook kortzichtig.
Want er gaat ook veel goed. 
En daar kunnen we ook van leren.
Paul ’t Hart noemt dat positieve bestuurskunde: vieren wat goed gaat en daaruit inspiratie en lessen halen om het de volgende keer weer goed te doen. 
Of beter.
Misschien kan dat positivisme dan ook overslaan naar de media, zodat het in de berichtgeving minder vaak gaat over schuld en boete, maar dat ook successen en uitgedeelde schouderklopjes gedeeld worden.
Bij de Rekenkamer doen we ons best om die positieve houding te omarmen.

Les 3: doe aan zelfreflectie, durf je eigen grenzen te trekken.

Ik zei het al: dit bord staat op mijn werkkamer, niet alleen om te zien wat onze taak en verantwoordelijkheid is, maar ook om mij – om ons – in onze rol te houden: wij zijn de onafhankelijke controleur van publiek geld, ruim 400 miljard euro aan inkomsten en uitgaven.
Onafhankelijk, maar geen ongeremde bemoeial.
Alles wat we doen moet ten dienste staan van onze taak.
Zodat we, wat we doen, zo goed mogelijk doen. 
Ook voor ons telt het resultaat. 
En dat resultaat is kwaliteit. 
Want iedereen die onze onderzoeken onder ogen krijgt, moet erop kunnen vertrouwen dat de feiten kloppen.
Als je zoekt naar impact, moet je wel bij jezelf blijven, je grenzen kennen. 
U weet, de mooiste bloemen groeien aan de rand van het ravijn.
Dat wil niet zeggen dat we voorzichtig in onze bubbel moeten blijven, dat we alleen eerder gebaande paden mogen betreden.
Nee, onafhankelijk betekent dat we kunnen onderzoeken wat we willen en hoe we willen, dat we tot het gaatje kunnen gaan om uit te zoeken hoe het echt zit, in de echte wereld. 
En dat doen we.
De les zit in de grens: waar en wanneer ga je daar overheen? 
Het antwoord is niet eenduidig, maar ik denk dat je een grens overschrijdt als de kwaliteit van je kerntaak in het geding komt.
Binnen de Rekenkamer zijn we daar steeds over in gesprek.
Binnen het college, met medewerkers en met andere betrokkenen.
Zo blijven we scherp op wat we doen en op wie we zijn.
En dit bord elke dag voor je neus helpt zeker!

Ik hoop dat deze drie lessen helpen om in de drie cirkels van Berners-Lee  - politiek, media, bedrijfsleven - beter opgewassen te zijn tegen de uitdagingen van deze VUCA-wereld.

Aan een stuk van een van deze drie cirkels wil ik nog even een extra boodschap meegeven: de partijen die na 29 oktober een coalitie gaan vormen.
Want wat we in de brief naar de programmacommissies hebben geschreven geldt zeker – nog meer – voor de coalitiepartners, wie dat ook zullen zijn:
Ga niet alleen uit van je wensen maar ook van de werkelijkheid.
Stel duidelijke doelen en maak realistische begrotingen.
Vraag je steeds af of wat je wil ook echt kan.
Neem ook de basis mee: die moet op orde zijn om ook in onzekere tijden te zorgen voor een goed functionerende overheid.
Een overheid die doet wat ze belooft.
Een overheid die stuurt op resultaat.
Want voor burgers en bedrijven telt het resultaat.