Het budgettekort voor de instandhouding van het hoofdwegennet is groter geworden. Voor het spoorwegennet is dat verschil grotendeels ingelopen. Dat zegt de Algemene Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek voor het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.

Instandhouding is het exploiteren, onderhouden en vernieuwen van (vaar)wegen en het spoor. De Rekenkamer benadrukt al sinds 2014 dat de minister prioriteit moet geven aan instandhouding boven aanleg van nieuwe infrastructuur. Vorig jaar concludeerde de Rekenkamer dat Rijkswaterstaat tot 2037 ongeveer € 15 miljard tekort zegt te komen. Dat tekort is nu berekend op €20,5 miljard tot 2038.Voor het spoorwegennet is het verschil tussen het beschikbare budget en behoefte aanzienlijk verkleind. Het verschil was ongeveer € 10 miljard en bedraagt nu € 1,8 miljard voor de periode 2024-2038.

Verschil tussen gevraagd en beschikbaar budget RWS loopt op

Verhouding tussen de budgetbehoefte en de begroting, in miljarden €

Twee redenen voor opgelopen tekort

Er zijn twee redenen voor het opgelopen tekort bij Rijkswaterstaat. Ten eerste heeft het ministerie van IenW vorig jaar per ongeluk een deel van de budgetbehoefte voor vernieuwing niet meegeteld. Dat bedrag had vorig jaar dus al hoger moeten zijn. Ten tweede is er in de toekomst meer geld nodig omdat Rijkswaterstaat op dit moment meer werk heeft dan de organisatie aankan. Het risico is dat werkzaamheden worden uitgesteld en het verschil nóg groter wordt.

Verbeterd inzicht in instandhouding

Een andere conclusie van de Rekenkamer in het verantwoordingsonderzoek van mei 2024 was dat de informatie van de instandhoudingsopgave waar de minister over beschikt, niet volledig was. De minister heeft naar aanleiding van die bevindingen zijn inzicht in de staat van het hoofdwegennet in 2024 verbeterd.   

Symptoom van groter probleem

Collegelid Barbara Joziasse vindt dat deze problemen bij Rijkswaterstaat een symptoom zijn van een groter probleem: “Het kabinet heeft in algemene zin weinig zicht op zijn bezittingen. Het boekhoudstelsel dat het Rijk gebruikt, werkt namelijk niet mee. Wat is de waarde van bijvoorbeeld gebouwen, IT, bruggen, sluizen, tunnels en wegen? Rijkswaterstaat werkt eraan om daarin meer zicht te krijgen, door een ander boekhoudsysteem te gebruiken voor bijvoorbeeld onderhoud.

Het lijkt misschien alleen maar een boekhoudkundige discussie, maar het gaat uiteindelijk ook om burgers en bedrijven. Werkt alles nog naar behoren? Dat heeft gevolgen voor burgers en bedrijven, want zij willen van A naar B kunnen reizen. Als een brug of tunnel achteruit gaat door gebrek aan onderhoud – een rijbaan moet worden gesloten of zware vrachtwagens mogen er niet meer overheen – dan kan dat leiden tot omrijden of wachttijden. Kortom, hoe meer zicht het Rijk krijgt op de waarde van zijn bezittingen, hoe beter.”