Budgetrecht in de knel

Het budgetrecht van het parlement komt regelmatig in de knel, betoogt Joost van Hofwegen, directeur bij de Algemene Rekenkamer in een artikel in het Nederlands Tijdschrift voor Wetgeving. Formele procedures worden soms niet gevolgd zoals het vooraf informe­ren over begrotingswijzigingen. Het parlement kan daardoor de besteding van publiek geld niet goed volgen en controleren of niet betekenisvol materieel autoriseren.

Dat het budgetrecht regelmatig in de knel komt, is verklaarbaar. De begrotings­cyclus en beleidscyclus lopen niet netjes synchroon. Het parlement wordt dagelijks op verschillende manieren betrokken bij nieuwe beleidsvoorstellen die geld kosten. Dus dagelijks stemt het parlement, waarschijnlijk niet telkens heel bewust, in ma­teriële zin in met gevolgen voor de begroting. En soms duurt het wel even voordat die gevolgen in een ontwerpbegroting worden voorgelegd aan het parlement om formeel te autoriseren.

Van Hofwegen roept in het artikel beleidsmedewerkers en wetgevingsjuristen op om beleidsvoorstellen goed te onderbouwen met behulp van de zeven stappen van het IAK. Deze stappen helpen om zorgvuldig na te denken over het maatschappe­lijk probleem, redenen voor overheidsinterventie, doelstellingen en gevolgen voor burgers en bedrijven. En natuurlijk ook over de gevolgen voor de overheid, zoals de inzet van publieke middelen, de uitvoering van beleid of een gekozen organisatie­vorm. “Hopelijk wordt dit niet als een verplicht nummer gezien, maar als waarde­volle bijdrage aan het versterken van het materiële budgetrecht”, schrijft Van Hofwegen.