Onderdelen van het JSF-programma

Het JSF-programma bestaat uit verschillende onderdelen. Elk onderdeel gaat over een fase in het programma: ontwikkeling, testen, productie, onderhoud en verdere ontwikkeling. De partnerlanden hebben de samenwerking per onderdeel vastgelegd in overeenkomsten: de memoranda of understanding (MoU’s).

Onderdelen van het JSF-programma

Het JSF-programma bestaat uit verschillende onderdelen. Elk onderdeel gaat over een fase in het programma. De afbeelding toont de fasen. De afkorting in de blauwe balk is de naam van de MoU voor dat programmaonderdeel.

MoU's en looptijd

Mou en looptijd

MoU's

De partnerlanden hebben de samenwerking per programmaonderdeel vastgelegd in Memoranda of Understanding (MoU’s). Een MoU is een internationale overeenkomst, in dit geval tussen de Ministeries van Defensie van de aangesloten landen. In de MoU's staan afspraken over doel en organisatie van het programma en over de verdeling van de kosten die ervoor worden gemaakt.

MoU’s van het JSF-programma

De MoU’s van het JSF-programma zijn:

  • Concept Demonstration Phase (CDP): MoU voor de 'conceptdemonstratiefase': de fase waarin het idee wordt uitgewerkt;
  • System Development and Demonstration (SDD): MoU voor de fase van ontwikkeling van het vliegtuig;
  • Production Sustainment and Follow Development (PSFD): MoU voor de fase van productie en verdere ontwikkeling;
  • Initial Operating Test and Evaluation (IOT&E): MoU voor de testfase, inclusief de uitgaven voor de twee testtoestellen.

CDP-MoU: Concept-demonstratiefase

De Concept Demonstration Phase (CDP) liep van 1997 tot 2001. In 1998 sloot Nederland aan bij deze MoU, waarin de Verenigde Staten, Noorwegen, Denemarken en Nederland samenwerkten. Vliegtuigfabrikanten Boeing en Lockheed Martin kregen de opdracht een demonstratiemodel van de JSF te bouwen. In 2001 is besloten het JSF-programma voort te zetten met Lockheed Martin.

SDD-MoU: Systeemontwikkeling

Eind 2001 ging de ontwikkelfase van de JSF van start: de System Development and Demonstration (SDD)-fase. Nederland is deelnemer sinds 2002. In de SDD-fase wordt de JSF stapsgewijs verder ontwikkeld en technisch getest. Alle 9 partnerlanden doen mee aan de SDD-fase.

Er zijn voor de internationale partners 3 niveaus van samenwerking die laten zien:

  • hoe groot het financiële belang is van elk land in het programma;
  • hoe de overdracht van technologie is geregeld;
  • welke subcontracten er zijn voor nationale industrieën die inschrijven op het JSF-programma.

De niveaus worden in afnemende intensiteit aangeduid als ‘Tier 1’ (alleen het Verenigd Koninkrijk), ‘Tier 2’ (Nederland en Italië) en ‘Tier 3’ (de andere landen).

PSFD-MoU: Productie, onderhoud en instandhouding en verdere ontwikkeling

PSFD staat voor: Production, Sustainment and Follow on Development. Nederland tekende de overeenkomst PSFD-MoU in november 2006. De overeenkomst loopt tot 2052.

De PSFD-MoU regelt meerdere onderdelen van het JSF-programma:

  • productie (production): de productiefase van de JSF. Deze startte in 2007;
  • onderhoud en instandhouding (sustainment): de fase van onderhoud en instandhouding. Het JSF-programma gaat ervan uit dat niet elk land afzonderlijk onderhoud en instandhouding uitvoert, maar dat hiervoor één wereldwijde organisatie wordt opgezet. Die staat onder leiding van het JPO; contractpartijen Lockheed Martin en Pratt & Whitney zijn verantwoordelijk voor de uitvoering. Landen die met de JSF vliegen, betalen daar een jaarlijks bedrag voor.
  • doorontwikkeling (follow on development): de fase waarin de JSF verder wordt ontwikkeld. In de PSDF-MoU staan afspraken voor toekomstige configuraties in block 4i en 4f. Nederland heeft afgesproken dat het ook aan de verdere ontwikkeling van de JSF meedoet en dus meebetaalt. Dat wil niet zeggen dat Nederland ook toestellen koopt in deze blocks. Dat is een andere beslissing.

IOT&E-MoU: Operationele test-en-evaluatiefase

De MoU OIT&E is ondertekend in mei 2008. OIT&E staat voor: Initial Operating Test and Evaluation. Nederland neemt samen met de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk deel aan de IOT&E. Australië, dat geen JSF-testtoestellen heeft, is in 2014 als waarnemer toegelaten tot de IOT&E.

Verschil operationele en technische testen

De IOT&E is een zelfstandig onderdeel van het JSF-programma. De operationele testen zijn niet hetzelfde als de technische testen in de ontwikkelfase. Er zijn 2 verschillen:

  • bij een technische test gaat het om de vraag of alles in en aan het toestel goed werkt, bij een operationele test wordt gekeken of het toestel voldoet aan de operationele eisen;
  • de technische test wordt uitgevoerd door de fabrikant, de operationele door de opdrachtgevers (de ministeries van Defensie van de partnerlanden).

Testtoestellen

Niet alle partnerlanden doen mee aan de IOT&E, omdat dit geld kost. De deelnemers moeten namelijk 1 of meer testtoestellen aanschaffen. Om mee te kunnen doen heeft Nederland 2 testtoestellen besteld, in 2009 en 2011. De toestellen zijn in 2013 geleverd.

De planning van de test-en-evaluatiefase is enkele keren verschoven. In 2008 was uitvoering tussen 2011 en 2013 het uitgangspunt. In de loop van 2008 werd de planning verschoven naar 2013 en 2014. Uiteindelijk is de IOT&E in 2015 gestart, met een looptijd tot 2019.

De vertraagde planning in de VS van de IOT&E bracht stallings- en andere kosten met zich mee. Die konden enigszins beperkt worden doordat één testtoestel ingezet werd voor simulaties van onweerscondities. De Nederlandse piloten zijn eind 2013 met de training voor de testfase begonnen.

P&S-MoU: Samenwerkingsovereenkomst onderhoud JSF-toestellen

De partnerlanden sluiten soms ook overeenkomsten buiten het JSF-programma om. Een voorbeeld van die onderlinge samenwerking is de MoU Production & Sustainment (P&S-MoU voor productie en onderhoud). Nederland, Italië en Noorwegen zetten hiervoor hun handtekening in februari 2007. Doel is dat de landen elkaar helpen bepaalde activiteiten voor de JSF naar hun land te krijgen. Noorwegen heeft zich in november 2013 uit dit MoU teruggetrokken.

Zo wilde Italië graag de assemblage van de Europese toestellen uitvoeren en Nederland onderhoudswerk aan de motoren. Om die assemblage in Italië mogelijk te maken, heeft de Italiaanse regering een assemblagefabriek laten bouwen (FACO: Final Assembly and Check Out) op de luchtmachtbasis in Cameri bij Milaan.

Tot dusver hebben alleen Italië en Nederland besloten hun toestellen te laten bouwen in de Italiaanse FACO. In 2017 rolde daar de eerste JSF van de band.

Het JPO heeft in 2017 bepaald dat de Nederlandse vliegbasis Woensdrecht de locatie wordt voor een deel van het motorenonderhoud. Ook komt hier het Europese distributiecentrum voor JSF-onderdelen.