Defensie

Besteding van publiek geld vraagt om publieke verantwoording. Dit geldt voor uitgaven aan nieuw materieel zoals voor de JSF en onderzeeboten, maar ook voor uitgaven van internationale samenwerkingsverbanden als de NAVO. Wij onderzoeken of het ministerie van Defensie haar geld zinnig en zuinig uitgeeft en of het parlement goed wordt geïnformeerd.

Recente publicaties

Zicht op revolverende fondsen van het Rijk (2019)

De hoofdvraag van dit verkennende onderzoek is: ‘Hoe ziet het landschap van revolverende fondsen van het Rijk eruit en hoe vindt sturing en verantwoording plaats over het publieke geld dat in deze fondsen is ondergebracht?’ Omdat een centraal overzicht ontbreekt, hebben we eerst onderzocht hoeveel revolverende fondsen, ook wel revolverende instrumenten genoemd, er op rijksniveau zijn en hoeveel publiek geld daarin is ondergebracht. Daarnaast besteden we aandacht aan de vraag wat de specifieke kenmerken van revolverende fondsen voor consequenties hebben voor de sturing daarvan en de verantwoording over het publieke geld daarin.

Lessen van de JSF (2019)

Uit de gang van zaken bij de ontwikkeling en aanschaf van het gevechtsvliegtuig Joint Strike Fighter F-35 (JSF) is lering te trekken. De Algemene Rekenkamer, die dit proces meer dan 20 jaar volgde, zet aan de vooravond van een nieuwe reeks militaire aankopen door de minister van Defensie 11 lessen op een rij.

Financiële processen JSF (2018)

De facturen uit de Verenigde Staten die Nederland krijgt voor de ontwikkeling en aanschaf van JSF-gevechtsvliegtuigen bevatten een aanzienlijk aantal fouten. Die worden tijdig door het Ministerie van Defensie onderkend en gecorrigeerd. Onderzoek van de Algemene Rekenkamer, samen met Noorse collega’s, heeft ertoe geleid dat ‘Den Haag’ meer financiële informatie via het Pentagon van de betrokken Amerikaanse bedrijven krijgt. 

Inzet Nederlandse krijgsmacht voor VN-missie in Mali (2018)

Gebrek aan materieel, onvoldoende training, defecte onderdelen: de minister van Defensie slaagt er slechts ternauwernood in om eenheden inzetgereed te stellen en te houden voor de inzet in Mali. Dat blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de inzet van het Nederlandse leger voor de VN-missie in Mali.