Risico’s voor de overheidsfinanciën

Inzicht en beheersing

De risico’s voor de overheidsfinanciën zijn de laatste jaren toegenomen. Deze risico’s worden echter niet periodiek en integraal in beeld gebracht. De Tweede Kamer kan daardoor niet in één oogopslag zien aan welke risico’s de overheidsfinanciën blootstaan, wat de potentiele gevolgen van het optreden van deze risico’s zijn en hoe de risico’s kunnen worden beheerst. Met dit rapport en de bijbehorende overzichten willen wij een eerste aanzet geven voor een integraal beeld.

Conclusies

De Tweede Kamer krijgt momenteel geen periodiek en integraal inzicht in de risico’s voor de overheidsfinanciën, en de mogelijkheden om deze te beheersen. In dit rapport en de bijbehorende overzichten presenteren wij een eerste aanzet voor een dergelijk inzicht. We doen dat voor: de Europese garanties, de financiële sector, de woningmarkt, het bedrijfsleven, de zorg, de pensioenen en de economie.
We constateren dat risico’s op verschillende manieren op ons af kunnen komen:

  • schoksgewijs in het geval van garanties;
  • sluipenderwijs in het geval van de trendmatige uitgavenontwikkelingen voor de zorg en de pensioenen;
  • elastisch’ in het geval van de relatie tussen economie en overheidsfinanciën. 

Ook constateren we dat een aantal risico’s voor wat betreft het optreden en de potentiële gevolgen onderling verweven zijn. 

Verder blijkt uit onze analyse dat de omvang van de risico’s voor de overheidsfinanciën de afgelopen jaren op verschillende terreinen substantieel is toegenomen:

  • Expliciete overheidsgaranties zijn, na het uitbreken van de kredietcrisis, vanaf 2008 tot en met 2011 in omvang bijna verdubbeld: van 42% van het bbp in 2008 naar 77% van het bbp in 2011 (ongeveer € 465 miljard). Daarnaast staat het Rijk impliciet garant voor instellingen binnen de financiële sector, waarvan sommige zo groot of complex zijn dat ze het hele financiële systeem in gevaar brengen als ze om (dreigen te) vallen.
  • De uitgaven aan zorg en pensioenen zijn de laatste jaren harder gestegen dan aanvankelijk voorzien. Volgens recente ramingen zullen de uitgaven voor de zorg  tussen 2010 en 2040 toenemen met 6% tot 18% van het bruto binnenlands product (bbp). De uitgaven aan Algemene Ouderdomswet (AOW) zullen volgens ramingen met 3,4% van het bbp stijgen tussen 2012 en 2040. Bij de aanvullende pensioenen loopt het Rijk indirect een beleggingsrisico op de pensioenvermogens.
  • De groeivooruitzichten voor de economie zijn sinds 2008 verslechterd, terwijl de gevoeligheid van de overheidsfinanciën voor de economische conjunctuur de laatste jaren is toegenomen. Ook is de overheidsschuld sinds 2008 sterk gestegen, waardoor de overheid minder weerbaar is tegen het optreden van risico’s.

Aanbevelingen

Wij bevelen de minister van Financiën aan om:

  • periodiek en integraal de risico’s voor de overheidsfinanciën in beeld te brengen, inclusief de mogelijkheden om de risico’s te beheersen;
  • stresstesten uit te voeren op de overheidsfinanciën;
  • systematisch nieuwe risico’s en uitbreiding van bestaande risico’s op nut en noodzaak te toetsen;
  • periodiek eerder aangegane risico’s te heroverwegen;
  • de Tweede Kamer te informeren over de effectiviteit van verstrekte garanties;
  • strategieën te ontwikkelen om overheidsgaranties af te bouwen.

Reactie

In reactie op deze aanbevelingen geeft de minister van Financiën aan dat al diverse analyses worden uitgevoerd om de financiële en risicopositie van het Rijk te bepalen. De minister van Financiën geeft verder aan dat wij terecht aandacht vragen voor een adequaat risicobeheer. Het kabinet heeft belangrijke stappen gezet ter verbetering van het risicobeheer en heeft het garantiebeleid aangescherpt. Door bezuinigingen en hervormingen wordt gepoogd budgettair ruimte te scheppen om onzekerheden, schokken en trends op langere termijn op te vangen.
Op onze aanbeveling om de Tweede Kamer niet alleen periodiek, maar ook integraal informatie te verschaffen over risico’s voor de overheidsfinanciën, doet de minister geen toezeggingen. Wij benadrukken nogmaals het belang hiervan, juist vanwege de onvoorspelbaarheid waarmee nieuwe schokken en ontwikkelingen op de overheidsfinanciën kunnen afkomen.