Verzekerd van Zinnige Zorg

De bijdrage van het programma Zinnige Zorg aan gepast gebruik van het basispakket 2014-2019

In opdracht van de minister van VWS  is het Zorginstituut in 2013 gestart met het programma Zinnige Zorg. Samen met huisartsen, medisch specialisten, zorgverzekeraars en patiënten is in kaart gebracht welke diagnosetests, behandelingen en operatieve ingrepen vergoed worden vanuit het basispakket, terwijl ze niet aantoonbaar effectief zijn of geen duidelijke meerwaarde hebben voor de patiënt. Door dit niet-gepast gebruik van verzekerde zorg te verminderen, zou de doelmatigheid van het basispakket toenemen. Ook zouden kosten kunnen worden bespaard.

Waarom onderzochten we de resultaten van het programma Zinnige Zorg?

De aanhoudende stijging van de zorguitgaven leidt tot maatschappelijke en politieke discussies over welke zorg collectief moet worden betaald en in het basispakket hoort en welke zorg niet. Er zijn studies die aangeven dat ongeveer de helft van de diagnostische verrichtingen en behandelingen in de medisch-specialistische zorg geen bewezen effect of meerwaarde heeft voor de patiënt, maar wel vanuit het basispakket vergoed wordt. Burgers betalen verplicht premie voor hun basisverzekering en mogen verwachten dat die niet wordt gebruikt voor zorg die niet effectief of noodzakelijk is. Het terugdringen van deze niet-gepaste zorg levert een belangrijke bijdrage aan het beheersen van de collectieve zorguitgaven. 

Wat zijn de belangrijkste conclusies?

Het onderzoek wijst uit dat het programma Zinnige Zorg de verwachtingen niet heeft waargemaakt en niet heeft bijgedragen aan de beheersing van zorguitgaven. Daarom is de conclusie: stop ermee of kies voor een fundamenteel andere aanpak. Het doel, voorkomen dat patiënten onnodige of niet-werkende behandelingen krijgen, wordt op deze manier niet bereikt.

Naast het programma Zinnige Zorg is er inmiddels een nieuw programma geïntroduceerd, Zorgevaluatie en Gepast Gebruik, waarvan de minister voor Medische Zorg en het Zorginstituut veel resultaat verwachten. Maar de Algemene Rekenkamer wijst erop dat beide programma’s sterk op elkaar lijken en vindt het aannemelijk dat het nieuwe programma op dezelfde problemen gaat stuiten.

Wat zijn onze aanbevelingen?

De Algemene Rekenkamer beveelt aan het programma concreter op te zetten en scherp te sturen op vermindering van niet-gepast gebruik van zorg. Alleen dan kunnen de uitkomsten leiden tot daadwerkelijke veranderingen in de huisartsenpraktijk en het ziekenhuis en bijdragen aan de kwaliteit van zorg en beheersing van de uitgaven.