Producten op de Europese markt: CE-markering ontrafeld

Onderzoek naar het Europese systeem van CE-markeringen. Hoe kunnen er producten op de Europese markt komen die niet voldoen aan eisen voor veiligheid, gezondheid en milieu. En wat doet de overheid daar tegen? Jaarlijks worden tientallen producten uit de markt gehaald die wel een CE-markering hebben maar toch een risico vormen voor de consument. We willen de Tweede Kamer inzicht bieden in het CE-systeem en in de mogelijkheden die zij heeft om haar controlerende taak daarin uit te voeren.

Producten met een CE-markering zijn niet zonder meer veilig

Elk jaar worden honderden meldingen gedaan van producten die een risico vormen voor de gezondheid en de veiligheid van de gebruikers, terwijl deze producten zijn voorzien van het CE-logo. Hoe komt dat?

In Europa gemiddeld 800 meldingen per jaar van producten met en CE-markering die niet aan de eisen voldoen

In Europa gemiddeld 800 meldingen per jaar van producten met en CE-markering die niet aan de eisen voldoen
JaarTotaal aantal RAPEX-meldingenNederlandse RAPEX-meldingen
20055029
20065658
200779727
200890727
200977752
201084025
201163118
201280725
201393953
2014113474
201588026
Brontabel als csv (206 bytes)

Wat zijn onze aanbevelingen?

We doen de ministers die verantwoordelijk zijn voor het markttoezicht in Nederland de aanbeveling het toezicht te verbeteren door informatie-uitwisseling en samenwerking tussen toezichthouders te bevorderen – op nationaal en internationaal niveau.

Aan de coördinerend minister van EZ doen we de aanbeveling om:

  • de Tweede Kamer op samenhangende wijze te informeren over wat Nederland doet binnen het CE-systeem en hoe dat bijdraagt aan productveiligheid, gecombineerd met de evaluatie van het markttoezicht die de minister eens in de vier jaar naar de Europes Commissie stuurt;
  • de informatiepositie van de eindgebruiker te versterken.

Waarom onderzochten we het systeem van CE-markeringen?

Iedereen in Nederland heeft er dagelijks mee te maken – thuis of op het werk: een product waarop de ‘CE-markering’ is aangebracht. Het staat bijvoorbeeld op elektrische apparaten, op speelgoed, op de verpakking van pleisters, de weegschaal in de supermarkt, de benzinepomp langs de weg, de ladder van de glazenwasser en de broodsnijmachine van de bakker.

Maandelijks worden in de Europese Unie tientallen producten uit de handel gehaald, omdat zij een ernstig risico vormen voor de gezondheid of veiligheid van gebruikers. Opvallend is dat veel van die producten zijn voorzien van een ‘CE-markering’. CE staat voor Conformité Européenne: ‘in overeenstemming met de Europese regelgeving’. Met het aanbrengen van een CE-markering verklaart een fabrikant dat een product voldoet aan geldende Europese eisen op het gebied van onder meer veiligheid, gezondheid en milieu. Dat blijkt echter niet zonder meer een garantie te zijn voor de veiligheid van producten. Wij willen de Tweede Kamer inzicht bieden in hoe dat komt en vooral in wat de overheid eraan kan doen.

Welke methoden hanteerden wij in ons onderzoek naar het systeem van CE-markeringen?

We hebben een statistische analyse gedaan van de database waarin Europese landen onveilige producten kunnen melden (RAPEX: Rapid Alert System for non-food dangerous products). Voor twee producten die in RAPEX gemeld zijn, hebben we op basis van interviews en documentatie het traject gevolgd van producent tot eindgebruiker. De reconstructie van de zogenoemde ‘productreis’ gaf ons inzicht in de knelpunten en kwetsbaarheden binnen het CE-systeem.
We hebben drie expertmeetings gehouden waarop we onze bevindingen hebben besproken met verschillende publieke en private betrokkenen.

Welke data gebruikten wij in ons onderzoek naar het systeem van CE-markeringen?

We hebben gebruikgemaakt van de RAPEX-database (Rapid Alert System for non-food dangerous products) van de Europese Commissie. We hebben de database bewerkt voor analyse. We hebben bijvoorbeeld alleen de productgroepen geselecteerd waarop CE-markering van toepassing is. 

Stand van zaken

De minister van EZ heeft op 15 december gereageerd op ons rapport, mede namens de minister van IenM, de staatssecretaris van IenM, de minister van SZW, de minister van VWS en de minister voor WenR.
Dit onderzoek is gepubliceerd op donderdag 19 januari 2017.