Verantwoordingsdag 2013

Alleen het gesproken woord geldt

Aanbiedingsspeech Verantwoordingsdag 2013 door de president van de Algemene Rekenkamer, Saskia J. Stuiveling, aan en in de Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Mevrouw de Voorzitter, leden van de Tweede Kamer, Minister Dijsselbloem,

Hartelijk dank, mevrouw de Voorzitter, voor uw uitnodiging om ook dit jaar weer in uw Kamer een toelichting te komen geven bij de aanbieding van onze rapporten.

Ons Verantwoordingsonderzoek 2012 is opgetekend: 

  • in 21 rapporten bij de jaarverslagen 2012 van ministeries en begrotingsfondsen
  • in ons rapport bij de Nationale verklaring over de besteding van Europese middelen in lidstaat Nederland
  • en tenslotte in ons overkoepelende rapport Staat van de Rijksverantwoording 2012

Voor de snelle rekenaars onder u: in 23 rapporten in totaal.

Het jaar 2012 was een verkiezingsjaar. Het op 5 november 2012 aangetreden nieuwe kabinet Rutte/Asscher legt dan ook voornamelijk verantwoording af over de begrotingsuitvoering door het voorgaande kabinet Rutte/Verhagen.

Niet alleen de politieke top van de rijksdienst werd verbouwd, de Rijksdienst zelf is al enige tijd in verbouwing. Ministeries fuseren, beleidsonderdelen verhuizen en ambtenaren worden over­geplaatst.

De minister voor Wonen en Rijksdienst kreeg doorzettingsmacht voor de bedrijfsvoering van de Rijksdienst. Ingrijpende processen waarvan het bredere doel is een kleinere Rijksdienst beter werk te laten leveren voor en vooral mét minder geld.

Minder geld: de opeenvolgende verschillende financiële akkoorden tellen voor zover wij kunnen overzien op tot ten minste € 44 miljard in 2017.

“Voor zover wij kunnen overzien” want een echt overzicht wordt niet meer voor u bijgehouden. De minister van Financiën heeft u eerder dit jaar laten weten dat verantwoording over voortgang van de bezuinigingen - naast het wetgevingsoverzicht met financiële wetgevingsmaatregelen dat u voor vandaag is toegezegd - geïntegreerd zal neerslaan in de gewone begrotingscyclus en in de gewone verantwoordingsstukken.

Wel krijgt u inmiddels van de minister veel betere informatie over de risico’s voor de overheids­financiën, risico’s die in de vorm van garanties tussen 2008 en nu zijn verdubbeld van € 241,2 miljard naar ultimo 2012 € 505,7 miljard. Bijna € 190 miljard daarvan staat uit in de Europese noodfondsen en het IMF voor andere Europese landen in financiële nood. Noodfondsen waarvan de democratische betrokkenheid van parlementen, verantwoording en onafhankelijke publieke controle wat ons betreft nog volop aandacht verdienen.

Over de EU gesproken: de Nationale verklaring van Nederland hebben wij goedgekeurd. Wel zouden we de Verklaring graag uitgebreid zien met ook de afdrachten aan Europa en met meer informatie over de resultaten van de bestede subsidies.

Over de Rijksbegrotingsuitvoering 2012 verantwoordt het kabinet zich vandaag in de rapporten die u zojuist van de minister van Financiën heeft gekregen. Ons onderzoek daarnaar is bedoeld om u te ondersteunen bij de behandeling van die rapporten. Een behandeling die uit moet mon­den in uw beslissing om décharge te verlenen.

Ik besteed eerst aandacht aan de financiële informatie, dan aan de bedrijfsvoering en vervolgens aan beleidsinformatie.

Financiële informatie

De rechtmatigheid van de verplichtingen, ontvangsten en uitgaven van het Rijk is van hoog niveau gebleven. Dat op zich is een dik compliment waard voor de ambtenaren van de rijksdienst.

De Algemene Rekenkamer heeft de Rijksrekening en de Saldibalans van het Rijk 2012 goed­gekeurd. Het voorbehoud dat we daarbij maken is dat de Staten-Generaal de wetsvoorstellen van de bij de Rijksrekening behorende slotwetten nog moeten aannemen. Wij achten extra aandacht van u voor die slotwetten dit jaar geen overbodige luxe. Het gaat om substantiële bedragen die in onze ogen u deels eerder en beter toegelicht voorgelegd hadden kunnen worden. 

Bedrijfsvoering

We zien bij de bedrijfsvoering van het Rijk een redelijk stabiel beeld. Op onderdelen wordt er vooruitgang geboekt, maar er is soms helaas ook sprake van achteruitgang en er zijn risico’s.

Dit jaar viel vooral op dat het bij een paar departementen moeilijk was om de cijfers voor de jaarafsluiting op orde te krijgen, waarbij onze aandacht tot op het laatste moment vooral naar het Ministerie van Justitie en Veiligheid moest uitgaan.

Dit grote departement, waar ruim 30% van de Rijksambtenaren werkt, bleek te weinig zicht te hebben op de aangegane verplichtingen en verleende voorschotten. Het nieuwe financieel systeem leverde de cijfers niet automatisch op. Het kostte veel mensen van dit departement een flinke inspanning met klassiek handwerk om de juiste cijfers uiteindelijk toch boven tafel te krijgen. Bij dit ministerie is dan ook sprake van de enige ernstige onvolkomenheid dit jaar. Wij hebben bezwaar gemaakt en dit pas opgeheven toen de minister van VenJ met een ambitieus verbeterplan kwam. Wij hebben er inmiddels vertrouwen in dat de uitvoering van dit verbeterplan de situatie op het ministerie structureel zal verbeteren. Vanzelfsprekend volgen wij dit verbeter­proces op de voet, en wanneer wij dat nodig vinden zullen wij ook u informeren. Wij vinden overigens ook dat het toezicht van de zijde van Financiën actiever kan worden ingevuld, hetgeen de minister ook heeft toegezegd.

Gelukkig is deze situatie uitzonderlijk. Andere ministeries bleken wel in staat -zelfs tijdens de verbouwing en reorganisaties - de bedrijfsvoering te verbeteren. Ik noem de ministeries van Economische Zaken en Infrastructuur & Milieu.

Ook positief: op Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Buitenlandse Zaken resteren na jaren van problemen in de bedrijfsvoering nul onvolkomenheden. En Volksgezondheid, Welzijn en Sport loste veel van de in eerdere jaren door ons geconstateerde problemen in het subsidiebeheer op.

En zelfs ons jarenlange zorgenkind Defensie lijkt op de goede weg te zijn met het oplossen van de bedrijfsvoeringsproblemen.

De risico’s zien we vooral bij de Belastingsdienst: er is een duidelijk opgaande lijn in de kwaliteit van hun bedrijfsvoering, maar ze staan onder grote druk van gelijktijdige veranderingen als gevolg van taakstellingen, regionalisering, verdere invoering van horizontaal toezicht en inten­sivering van toezicht en – het zal u bekend voorkomen - handhaving.

Al met al zijn de bedrijfsvoeringsproblemen teruggebracht van 61 in 2011 naar 47 in 2012, waar­van als gezegd één ernstig.

Risico’s zien we ook in het feit, dat er voor de helft van de ingeboekte besparingen op de rijks­dienst nog maar onderbouwde plannen zijn. De minister voor Wonen & Rijksdienst deelt onze zorg niet.

Beleidsinformatie

Wij hebben dit jaar aan de hand van vijf voorbeelden onderzocht of de informatiepositie van uw Kamer zodanig is, dat u de resultaten van het beleid kunt beoordelen aan de hand van de u voor­gelegde beleidsinformatie.

Onze conclusie is, dat om te beginnen de ministers zelf maar beschikken over beperkte informatie of hun geld met het beoogde effect besteed is – en mede daardoor kunt u zich geen afgewogen oordeel vormen over het succes van het beleid bij – ik noem de vijf voorbeelden -het afpakken van crimineel vermogen, bij het bereiken van duurzamer energie-productie, het bereiken van de juiste waterhoogten voor de scheepvaart, de landbouw en de industrie, over het behalen van resultaten bij instellingen voor JeugdzorgPlus, over het effect van leerwegondersteunend onder­wijs bij VMBO-leerlingen die extra begeleiding nodig hebben.

Wij leggen ons daar niet bij neer en wij hopen dat u dat – niet alleen beperkt tot deze vijf voor­beelden - ook niet doet.

Dit brengt mij meteen bij mijn slotopmerking.

U staat wetgeving te wachten over enkele grote decentralisatieoperaties. De combinatie van autonomie bij de gemeentes met ministeriële verantwoordelijkheid op stelsel niveau op deze grote schaal vergt zorgvuldige maatvoering. Wij doen in onze ten geleide bij de Staat een klem­mend beroep op alle betrokkenen bij die decentralisaties een passend informatie-arrangement te treffen dat gemeentes en anderen de ruimte geeft.

Een informatie-arrangement, dat zo goed mogelijk de waarheid over de werkelijkheid kan vertel­len. De behoefte om die te achterhalen is al eeuwenoud. Maar de manier waarop die achterhaald kan worden is door de mogelijkheden van de digitale snelweg drastisch gewijzigd en biedt volop kansen om het open, slim en slank te doen.

Het “open” delen van actuele informatie versterkt de betrokkenheid van velen, versterkt de kan­sen op zinvolle correcties en versterkt daarmee de democratie en het draagvlak voor ingrijpende beslissingen.

Zo’n oproep trekken we ons natuurlijk ook zelf aan: op 29 mei a.s. is het wat ons betreft Gebak­dag, want dan lanceren we ons verantwoordingsonderzoek online.

Met enkele ‘swipes’ op uw touchscreen kunt u vanaf 29 mei de ministeries onderling vergelijken en de resultaten van verschillende jaren vergelijken. Dat kan waar en wanneer u dat wilt. Vanuit Brussel, Washington of ergens zomaar in Nederland of hier in de vergaderzaal.

Mevrouw de Voorzitter, met genoegen overhandig ik u – mede namens collega’s Kees Vendrik en Arno Visser en met dank aan ónze mensen - onze rapporten en wens ik u morgen een inspirerend verantwoordings­debat toe .

Dank u voor uw aandacht.

Saskia J. Stuiveling