Landelijke beëindigingsregelingen veehouderij

Deelonderzoek behorend bij het verantwoordingsonderzoek ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds.

Dit jaar onderzochten we in ons verantwoordingsonderzoek het beleid dat de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds (LVVN) in 2024 heeft gevoerd om de neerslag van stikstof op Natura 2000-gebieden te beperken. De minister heeft verschillende maatregelen genomen om de stikstofneerslag te beperken, zoals de innovatie- en verplaatsingsregeling, en 2 beëindigingsregelingen: de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv) en de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met Piekbelasting (Lbv-plus). Veehouders konden subsidie aanvragen via de Lbv en de Lbv-plus van 3 juli 2023 tot en met respectievelijk 1 december 2023 en 20 december 2024.

Conclusies

Om een structurele en blijvende vermindering van stikstofneerslag op stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden te bereiken heeft de minister 2 vrijwillige beëindigingsregelingen voor veehouders opgezet: de Lbv en de Lbv-plus. Het doel was een structurele en blijvende vermindering van stikstofneerslag op deze natuurgebieden. De minister heeft niet gekwantificeerd wat de doelen waren voor de reductie van stikstofneerslag, wel voor het verwachte aantal deelnemers. 

In totaal is voor de periode 2023-2027 bijna € 3 miljard beschikbaar: € 1.102 miljoen voor de Lbv en € 1.820 miljoen voor de Lbv-plus. De regelingen moesten financieel aantrekkelijk zijn voor veehouders, wat bij de Lbv-plus resulteerde in het benutten van de maximale ruimte binnen de Europese staatssteunregels. 

Veehouders hebben in totaal 1.587 aanvragen voor beide regelingen ingediend. Bij de Lbv-plus zijn er meer aanvragen ingediend dan de minister vooraf verwachtte. In vergelijking met de Lbv is de relatieve aanvraagbereidheid bij de Lbv-plus meer dan 3 keer zo hoog. De belangrijkste reden hiervoor is de hogere financiële vergoedingen van de Lbv-plus.

De Lbv-plus regeling trekt de meeste veehouders aan

Figuur waarin de Lbv en Lbv-plus regeling met elkaar wordt vergeleken wat betreft doelgroep en aanvragers. Een verdere uitleg staat in het bijschrift onder de figuur.
In dit figuur worden de doelgroep en aantal aanvragers van twee subsidieregelingen voor veehouders met elkaar vergeleken. In dit figuur is te zien dat de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) op een kleinere groep veehouders is gericht, maar meer werd aangevraagd. De cirkel links laat zien dat de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij (Lbv) is gemaakt voor 8.000 veehouders en 666 keer is aangevraagd. De cirkel rechts laat zien dat de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) is gemaakt voor 2.800 veehouders en 921 keer is aangevraagd.

De verwachting is dat de Lbv-plus per euro ruim 5 keer meer stikstofreductie in Natura 2000-gebieden oplevert dan de Lbv. De Lbv-plus is dus veel doelmatiger dan de Lbv. Het definitieve resultaat in termen van de reductie van stikstofneerslag kan nog niet worden vastgesteld: aanvragers kunnen hun aanvraag nog terugtrekken.

Lbv-plus levert per euro 5,4 keer meer stikstofreductie op

Afbeelding waarin de stikstofreductie van 2 vrijwillige beëindigingsregelingen voor veehouders - Lbv en Lbv-plus - wordt vergeleken. Een verdere uitleg staat in het bijschrift onder de afbeelding.
In dit figuur wordt de doeltreffendheid van twee subsidieregelingen voor veehouderijen met elkaar vergeleken. Links is een veehouderij te zien die subsidie via de Landelijke beëindigingsregeling veehouderij (Lbv) ontvangt en daarmee stikstof op Natura 2000 gebieden reduceert. Rechts is een veehouderij te zien die subsidie via Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus) ontvangt. Per euro wordt met deze Lbv-plus regeling 5,4 keer zoveel stikstof op Natura 2000 gebieden gereduceerd dan via de Lbv regeling op de linker veehouderij. Het verschil komt doordat de Lbv-plus zich op veehouderijlocaties richt met een hogere stikstofneerslag op stikstofgevoelige natuur.

Een aantal zaken had beter gekund. De doelgroep van beide regelingen overlapt voor een deel, wat de doeltreffendheid en doelmatigheid van de Lbv ondergraaft. Ook zijn de ruime financiële vergoedingen van de Lbv-plus niet onderbouwd, waardoor het onduidelijk is of de regeling nog doelmatiger had kunnen zijn. Onzekerheid over de mogelijkheden van herbestemming kan ondernemers ervan weerhouden om deel te nemen, of kan leiden tot het intrekken van hun aanvraag. Ook is geen rekening gehouden met de gevolgen die herbestemming kan hebben voor de aangrenzende natuur.

Lees meer over dit onderzoek in paragraaf 3.2 (pagina 16) van Resultaten verantwoordingsonderzoek 2024 van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds.