Resultaten verantwoordingsonderzoek 2019 Koninkrijksrelaties en BES-Fonds

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2019 en de bedrijfsvoering van Koninkrijksrelaties en BES-Fonds.

Onze conclusies

Terugkijkend op de afgelopen jaren, zien we dat verschillende verbeterplannen voor de eilanden in het Caribische deel van het Koninkrijk zijn blijven hangen in de uitvoering. Dat komt onder andere door een gebrek aan personele capaciteit en onduidelijkheden over de taakverdeling. Daarnaast is er te weinig sprake van strategisch leren van zowel de rijksoverheid als de eilanden; aanbevelingen uit evaluatieonderzoek worden nauwelijks opgevolgd. Er is een wezenlijk andere aanpak nodig om de volgende doelen te bereiken:

  • herstellen van woningen en scholen op Sint-Maarten, zodat inwoners het naderende orkaanseizoen met vertrouwen tegemoet kunnen treden;
  • inlopen van achterstanden op Bonaire, Sint-Eustatius en Saba ten aanzien van sociaal-economische ontwikkeling, fysieke infrastructuur, goed bestuur en financieel beheer;
  • bevorderen van economische groei, een beheerst begrotingsbeleid en een degelijk financieel beheer van de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten.

Deel van de huizen en scholen op Sint-Maarten nog niet orkaanbestendig

Voor de wederopbouw van Sint-Maarten heeft Nederland geld beschikbaar gesteld voor een trustfonds onder beheer van de Wereldbank. Een stuurgroep is verantwoordelijk voor de aansturing van het trustfonds. In deze stuurgroep zijn Nederland, Sint-Maarten en de Wereldbank vertegenwoordigd.

Voor de inwoners van Sint-Maarten staat dit najaar het 3e orkaanseizoen voor de deur nadat orkaan Irma in 2017 over het eiland raasde. Het herstel van voorzieningen voor inwoners verloopt erg traag. Het is onduidelijk of, met de herstelde huizen, alle huishoudens een goed functionerend dak op hun woning hebben. Van de gerepareerde huizen is een aanzienlijk deel niet orkaanbestendig hersteld. De herstelwerkzaamheden voor de beschadigde scholen zijn nog niet gestart. De beperkte uitvoeringscapaciteit en het ontbreken van een ‘hands-on’-aanpak belemmeren de voortgang. De Ombudsman van Sint-Maarten heeft al meerdere keren aandacht gevraagd voor de problemen die inwoners hierdoor ervaren. Om ervoor te zorgen dat inwoners op Sint-Maarten het komende orkaanseizoenen met meer vertrouwen tegemoet kunnen gaan, is een substantieel andere, veel snellere, aanpak nodig voor specifiek die activiteiten die betrekking hebben op primaire voorzieningen voor inwoners.

We bevelen de minister van BZK aan om, via de Nederlandse vertegenwoordiger in de stuurgroep, zowel Sint-Maarten als de Wereldbank te verzoeken prioriteit toe te kennen aan het herstel van huizen en scholen.

Bonaire, Sint-Eustatius en Saba: waardevolle adviezen Raad van State niet opgepakt

De eilanden Bonaire, Sint-Eustatius en Saba (BES-eilanden) zijn bij de staatkundige hervormingen in 2010 onderdeel geworden van Nederland. In 2019 constateerde de Raad van State dat de 3 openbare lichamen nog steeds achterstanden hebben ten aanzien van de sociaal-economische ontwikkeling, fysieke infrastructuur en goed bestuur. Ook het financieel beheer van Bonaire en Sint-Eustatius is al jarenlang onder de maat. Afgelopen jaren hebben de openbare lichamen hiervoor diverse verbeterplannen opgesteld. De uitvoering bleek keer op keer de achilleshiel. Het structureel op orde brengen van het financieel beheer vraagt om een meerjarige aanpak van de openbare lichamen van Bonaire en Sint-Eustatius, waarbij lessen getrokken worden uit de uitvoering van eerdere verbeterplannen. De Raad van State heeft in haar voorlichting adviezen gegeven voor het wegwerken van achterstanden, het invoeren van gedifferentieerde toezichtsmodellen en de omvorming van het BES-fonds. We bevelen de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) aan om gevolg te geven aan de aanbevelingen van de Raad van State en daarbij, vooruitlopend op de aanpassing van wetgeving, werk te maken van het opstellen van (gedifferentieerde) normen voor het financieel beheer. Daarmee is het eenvoudiger om knelpunten vroegtijdig te signaleren en de voortgang per openbaar lichaam te volgen.

Tijdelijke toezichtsconstructies Aruba, Curaçao en Sint-Maarten weinig effectief

Op 10 oktober 2010 heeft Nederland het overgrote deel van de schulden van de landen Aruba, Curaçao en Sint-Maarten overgenomen, zodat de landen na de staatkundige vernieuwing een financieel gezonde start konden maken. Om herhaling te voorkomen, zijn tijdelijke toezichtsconstructies ingesteld. Deze lijken onvoldoende effectief. De aanwijzingen door de Rijksministerraad hebben niet geleid tot begrotingen die voldoen aan de afgesproken normen of tot een substantieel hogere kwaliteit van het financieel beheer. Ook de rapportages van de ingestelde evaluatiecommissies lijken alleen in beperkte mate aan te zetten tot het realiseren van verbeteringen. Een wezenlijk andere aanpak is nodig. We bevelen de minister van BZK aan om te onderzoeken onder welke voorwaarden een integrale aanpak gericht op het bevorderen van economische groei, een beheerst begrotingsbeleid en een degelijk financieel beheer succes kan hebben.

Verder in het rapport

In de volgende hoofdstukken werken we de conclusies verder uit:

  • Hoofdstuk 2, ‘Feiten en cijfers’: hierin geven we een korte beschrijving van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H) en de financiële omvang van het begrotingshoofdstuk waarover wij ons oordeel geven.
  • Hoofdstuk 3, ‘Financiële informatie’: hierin geven wij ons oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2019 van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H). Wij hebben vastgesteld dat de financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is. Op artikelniveau is ons oordeel dat de financiële verantwoordingsinformatie rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is.
  • Hoofdstuk 4, ‘Bedrijfsvoering’: hierin geven wij ons oordeel over de bedrijfsvoering van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H). In 2019 is er 1 onvolkomenheid geconstateerd. Hiermee is het beeld ten opzichte van 2018 niet veranderd. In dit hoofdstuk staan naast de onvolkomenheid ook de belangrijke risico’s en aandachtspunten ten aanzien van de bedrijfsvoering.
  • Hoofdstuk 5, ‘Beleidsresultaten’: hierin bespreken wij de conclusies uit ons onderzoek naar de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw van Sint-Maarten. Ook geven wij ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2019 van het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties (IV) en BES-fonds (H) is opgenomen over het gevoerde beleid.
  • Hoofdstuk 6, ‘Reactie van de minister en nawoord Algemene Rekenkamer’: hierin vatten we de reactie samen die we op 11 mei 2020 ontvingen van de minister van BZK. De minister geeft in haar reactie aan dat ook zij van mening is dat de tijdelijke toezichtsconstructies voor het financieel beheer van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten weinig effectief zijn geweest. In ons nawoord gaan we specifiek in op de onderwerpen Informatiebeveiliging Rijksdienst Caribisch Nederland, Financieel beheer en toezicht BES-eilanden en de Nederlandse bijdrage aan de wederopbouw op Sint-Maarten.