Resultaten verantwoordingsonderzoek 2018 Ministerie van Justitie en Veiligheid

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2018 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Justitie en Veiligheid.

Onze conclusies

De taak van de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) – de zorg voor de rechtsstaat en een veilige samenleving – loopt qua uitvoering risico’s door aanhoudende personeelsproblemen bij uitvoerings instellingen. De invoering van het model van eigenaarssturing lijkt te werken. Het tot stand brengen van de beoogde verandering hapert echter. Het Ministerie van JenV loopt bij de governance tegen grenzen aan door de onafhankelijkheid van rechtspersonen en een bewust gekozen afstand van het bestuursdepartement tot uitvoeringsorganisaties.
Bij de politie en de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) zijn aanhoudende personeelsproblemen:

  • De beoogde uitbreiding voor 2018 van capaciteit van agenten in de wijk en rechercheurs met 480 fte kwam in dat jaar maar voor een klein deel tot stand. De aanhoudend grote uitstroom en de krapte op de arbeidsmarkt frustreren het streven van de politie, een groei met structureel 1.111 fte agenten in de wijk en rechercheurs in 2021.
  • Bijna alle penitentiaire inrichtingen hadden in 2018 kwalitatieve personeelstekorten. Het beeld bij de kwantitatieve tekorten is wisselend. DJI had tot eind 2017 beperkt inzicht in aard en omvang van de tekorten. In 2018 heeft DJI maatregelen genomen om tekorten aan personeel op de werkvloer op te lossen, door aanvullend budget ter beschikking te stellen. Het inzicht is verbeterd, maar een overkoepelend beeld van de personeelstekorten kon door het ontbreken van informatie bij DJI niet gemaakt worden. Er ontbreekt voor het personeel op de werkvloer een samenhangende analyse van de problematiek per inrichting.

Het ministerie heeft vooruitgang geboekt in het verbeteren van de bedrijfsvoering. De onvolkomenheden bij het inkoopbeheer van het kerndepartement en bij het financieel beheer van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) zijn opgelost. Het ministerie heeft stappen gezet in de verbetering van het subsidie- en bijdragenbeheer maar dit is nog niet op orde. Deze onvolkomenheid blijft bestaan. Het beleid ten aanzien van de informatiebeveiliging laat voortuitgang zien, maar voldoet nog niet op alle onderdelen aan de baseline informatiebeveiliging Rijksdienst. Ook deze onvolkomenheid blijft bestaan. Nieuw is de onvolkomenheid op het terrein van het beheer van strafrechtelijk afgepakte financiële opbrengsten en goederen uit criminele activiteiten door het Openbaar Ministerie.

Verder in het rapport

In de volgende hoofdstukken werken we de conclusies verder uit:

  • Hoofdstuk 2, ‘Feiten en cijfers’: hierin geven we een korte beschrijving van het Ministerie van JenV en de omvang van het begrotingshoofdstuk waarover wij ons oordeel geven.
  • Hoofdstuk 3, ‘Financiële informatie’: hierin geven wij ons oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van JenV. Wij hebben vastgesteld dat de financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is. Op artikelniveau is ons oordeel dat de financiële verantwoordingsinformatie rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is en voldoet aan de regels voor het inrichten van de jaarverslagen.
  • Hoofdstuk 4, ‘Bedrijfsvoering’: hierin geven wij ons oordeel over de bedrijfsvoering van het Ministerie van JenV. In 2018 zijn er 3 onvolkomenheden geconstateerd. In dit hoofdstuk staan ook aandachtspunten over de bedrijfsvoering bij het project Kwaliteit en Innovatie rechtspraak (KEI), de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) en de Data Alliantie Strafrechtketen.
  • Hoofdstuk 5, ‘Beleidsresultaten’: hierin bespreken wij de conclusies uit ons onderzoek naar de politie en DJI. Ook geven wij ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van JenV is opgenomen over het gevoerde beleid.
  • Hoofdstuk 6, ‘Reactie van de minister en nawoord Algemene Rekenkamer’: hierin vatten we de reactie samen die we op 25 april 2019 ontvingen van de minister van JenV. De minister onderschrijft onze conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de 3 onvolkomenheden. Hij is van mening dat hij bij onafhankelijke organisaties als de rechtspraak en de Autoriteit Persoonsgegevens voldoende mogelijkheden heeft om de doelmatigheid van de bedrijfsvoering te verbeteren. Wij benadrukken de noodzaak voor een gepaste sturing op het veld van instellingen die op afstand staan van het kerndepartement.