Staat van de rijksverantwoording 2012

Rijksdienst in de steigers, verdeling van verantwoordelijkheden onduidelijk - Ongewis of kabinet doelen haalt; bedrijfsvoering beter, behalve bij BZK en VenJ

Het Rijk heeft zijn bedrijfsvoering over het algemeen redelijk op orde, ook in deze tijd van bezuinigingen en reorganisaties. Een soortgelijk positief beeld kan echter niet geschetst worden over de informatiewaarde van de kabinetsverantwoording over 2012. Het kabinet maakt niet duidelijk of de beoogde bezuiniging van circa € 8 miljard in 2012 daadwerkelijk gehaald is. Of overheidsbeleid de beoogde resultaten oplevert, meldt het kabinet de Kamer vaak niet, zo blijkt uit verdiepend onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar vijf specifieke doelen. Het kabinet boekt verder nog weinig vooruitgang met het invullen van besparingsplannen voor het programma Compacte Rijksdienst. Hiervoor dragen de ministers van Binnenlandse Zaken en Wonen en Rijksdienst de eerste verantwoordelijkheid. Ruim de helft van het te bezuinigen bedrag is na twee jaar nog niet onderbouwd. De taakverdeling bij gedeelde diensten voor bijvoorbeeld inkoop, huisvesting en ICT is niet helder. Hoe organisaties op afstand van het Rijk (zbo’s) kunnen aansluiten is nog niet ingevuld. Verder valt op dat het Ministerie van Veiligheid en Justitie niet tijdig in staat was het jaarverslag 2012 af te ronden door problemen met een nieuw financieel systeem. Hierdoor moest de jaarrekening deels handmatig opgesteld worden. De Algemene Rekenkamer heeft hiertegen bezwaar aangetekend en de minister aangezet tot een verbeterplan. Het bezwaar is daarop ingetrokken, de ernstige onvolkomenheid behoudt de aandacht.

De Algemene Rekenkamer keurt de Rijksrekening 2012 goed. Het Rijk heeft afgelopen jaar € 236,4 miljard uitgegeven, bijna € 15,5 miljard meer dan begroot. Met name de nationale schuld en de uitgaven van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu vielen hoger uit.

Het college van de Algemene Rekenkamer stelt in het Ten geleide in het rapport Staat van de rijksverantwoording 2012, gepubliceerd op 15 mei 2013: “Juist in tijden van grote onzekerheid op alle niveaus van de samenleving, onzekerheid voor zowel openbaar bestuur als bedrijfsleven en onzekerheid in zowel de nationale als de internationale verhoudingen speelt het vergaren en publiekelijk delen van relevante, actuele en betrouwbare informatie over de werkelijkheid een doorslaggevende rol. Omdat het kan helpen bij het terugdringen van de onzekerheid. Omdat het kan helpen te legitimeren.”

Resultaten van beleid onvoldoende in beeld

De Algemene Rekenkamer beoordeelt in het verantwoordingsonderzoek onder meer of het kabinet de Tweede Kamer zodanig informatie verstrekt dat de Kamer kan beoordelen of belastinggeld is uitgegeven aan de doelen die zijn goedgekeurd, of de beloofde prestaties zijn geleverd en of de vooraf gestelde doelen zijn gerealiseerd. De afgelopen jaren constateert de Algemene Rekenkamer telkenmale dat ministers de Tweede Kamer in hun jaarverslag onvoldoende informeren over de resultaten van het beleid. De Kamer ontvangt van de ministers weinig informatie wanneer het beleid door gemeenten of provincies wordt uitgevoerd, wanneer de verantwoordelijkheid over het beleid onder meer dan een minister valt en wanneer beleidsdoelen ver in de toekomst liggen. Dat laatste geldt bijvoorbeeld voor veel onderwijsdoelen. Als gevolg van de lumpsumfinanciering krijgt de Kamer van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) geen inzicht hoe effectief zij is met de inzet van een groot deel van het onderwijsbudget.

Minister onvoldoende ingelicht, Kamer krijgt te weinig beleidsresultaten

De belofte van het kabinet om via de systematiek van ‘Verantwoord begroten’ over doelen, prestaties en kosten verantwoording af te leggen, wordt nog niet waargemaakt. De begrotingen van ministeries bieden minder informatie dan voorheen over ambities en beleidsinzet van ministers. Uit vijf casusonderzoeken van  de Algemene Rekenkamer blijkt dat de ministers van Veiligheid en Justitie (VenJ), Economische Zaken (EZ), Infrastructuur en Milieu (IenM), Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en OCW  de Kamer beperkt informeren of  Nederland waar voor het belastinggeld krijgt. Ministers blijken zelf maar beperkte informatie te krijgen of hun budget effectief besteed is voor het afpakken van crimineel vermogen, voor het bereiken van het doel de energieproductie duurzamer te maken, voor het bereiken van de juiste waterhoogten voor scheepvaart, landbouw en industrie, voor het behalen van resultaten bij instellingen voor JeugdzorgPlus, voor het effect van leer-wegondersteunend onderwijs voor leerlingen uit het vmbo die extra begeleiding nodig hebben. De Tweede Kamer ontvangt van de verantwoordelijke ministers niet die informatie die nodig is om vast te kunnen stellen of belastinggeld effectief ingezet is. 

Bedrijfsvoering bij het Rijk verbetert, ook in tijd van taakstellingen

Uit het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat de bedrijfsvoering van diverse ministeries verder verbetert. Dat valt na jaren van grote problemen vooral op bij de ministeries van VWS (beheren van subsidies), Defensie (beheren van het vele materieel en de financiën) en de Belastingdienst (ICT-ontwikkelingen). Bij de Ministeries van Buitenlandse Zaken en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn over 2012 door de Algemene Rekenkamer geen onvolkomenheden vastgesteld. Bij ingrijpende reorganisaties blijft  het niveau van de bedrijfsvoering bij de rijksoverheid veelal overeind. Dat geldt ook voor de fusieministeries van IenM en EZ.

Bezwaar aangetekend tegen ernstige onvolkomenheid bij VenJ

De Algemene Rekenkamer heeft bij de minister van VenJ bezwaar gemaakt tegen het financieel beheer van het ministerie. Vanwege problemen met het financieel systeem had het ministerie geen volledig zicht op de openstaande verplichtingen en daarmee op de budgetruimte. Het Ministerie van Financiën had beter toezicht op het financieel beheer bij VenJ kunnen houden. Het Ministerie van Financiën heeft problemen met de informatiebeveiliging en bij het Agentschap dat zorgdraagt voor staatsleningen. Het Ministerie van BZK toont zich onvoldoende daadkrachtig om coördinatietaken  aan te pakken. Voorgenomen bezuinigingen op de rijksdienst – door het huidig kabinet geraamd op  € 647 tot € 792 miljoen – zijn voor een belangrijk deel nog niet met concrete plannen ingevuld. Voor € 426 miljoen moeten voorgenomen bezuinigingen nog onderbouwd worden en het ambitieniveau staat onder druk. De Algemene Rekenkamer is niet optimistisch of aanvullende besparingen op de rijksdienst gehaald kunnen worden. Er is een visie op de toekomst van de rijksdienst nodig om ook zelfstandige bestuursorganen bij dit programma Compacte Rijksdienst te betrekken. Dit is de verantwoordelijkheid van de minister voor Wonen en Rijksdienst.

Tekortschietende controle gemeenten

Het controlesysteem voor de besteding van specifieke uitkeringen van het Rijk door gemeenten (sisa) heeft ook in 2012 onvoldoende gefunctioneerd, al is er verbetering waarneembaar. De  accountantscontrole is verbeterd, maar gemeenten en provincies hebben zelf nog onvoldoende actie ondernomen. De minister van BZK zet bovendien andere ministeries nog te weinig aan tot een actievere rol in een uniform terugvorderings-beleid. In mei 2012 stelde de Algemene Rekenkamer vast dat over de besteding van 10% van de specifieke uitkeringen van het Rijk aan gemeenten en provincies onzekerheid bestaat over de rechtmatigheid. Deze specifieke uitkeringen omvatten in 2012 € 12,3 miljard en zijn onder meer benut voor de rampenbestrijding, het re-integreren van bijstandsgerechtigden, tegengaan van onderwijsachterstanden en stimuleren van woningbouw. De minister van SZW heeft in 2012 onvoldoende gedaan om vast te stellen of  € 1,1 miljard voor het participatiebudget correct besteed is door gemeenten.

Toezicht op bedrijfsvoering organisaties van belang, les na 'Amarantis'

De kwaliteit van de bedrijfsvoering bij organisaties die uiteenlopende publieke taken op afstand van de rijksdienst uitvoeren is voor de Tweede Kamer niet duidelijk. Vanuit de rijksbegroting ontvangen deze organisaties jaarlijks circa € 85 miljard. Aanvullend hebben zij uit premies en tarieven circa € 48 miljard aan inkomsten. Naar aanleiding van recente ‘ongelukken’ zoals bij Onderwijsgroep Amarantis, wordt gewerkt aan beter financieel beheer, verantwoording en toezicht bij (semi)publieke instellingen. De Tweede Kamer kan onvoldoende de besteding van dit publieke geld controleren, omdat ministers er maar beperkt informatie over geven.

Risico’s nemen toe

Tussen 2008 en eind 2012 zijn de financiële risico’s voor de Staat der Nederlanden meer dan verdubbeld tot € 505,7 miljard. De uitgaven vanwege de nationalisatie van bank/verzekeraar SNS REAAL zijn hierin nog niet meegerekend. Inmiddels geeft de minister van Financiën aan de Kamer meer inzicht hoe risico’s worden beheerst. De Algemene Rekenkamer beveelt een stresstest op de overheidsfinanciën aan.

Reactie ministers en nawoord Algemene Rekenkamer

De minister van Financiën reageert verheugd op de constatering dat het aantal rechtmatigheidsfouten en -onzekerheden bij de rijksoverheid binnen de toegestane marge blijft. De bedrijfsvoering verbetert, meer dan 95 % van de  bedrijfs-voeringsprocessen is op orde, maar op onderdelen is er achteruitgang bij het departement. Vanwege de problemen met het financieel beheer bij het Ministerie van VenJ stelt de minister nu geen wettelijke mogelijkheid te hebben om een aanwijzing te geven. Hij gaat onderzoeken hoe zijn toezichtsrol met het financieel beheer bij andere ministeries actiever ingevuld kan worden. Volgens de minister van Financiën ligt het kabinet op koers met de ingeboekte besparingen en is er daarom geen noodzaak om op een andere manier de Tweede Kamer in te lichten over de stand van de bezuinigingen.

De minister van BZK stelt in een reactie dat het controlesysteem voor de specifieke uitkeringen die het Rijk aan gemeenten verstrekt ook in 2012 onvoldoende heeft  gefunctioneerd, maar dat noodzakelijke herstelacties van accountants wel succesvol konden worden afgerond. Hierdoor is er nu voldoende zekerheid over de rechtmatige besteding van deze miljarden aan rijksuitkeringen.

De minister voor Wonen en Rijksdienst geeft aan dat hij ervan uitgaat dat de beoogde besparingen bij de rijksdienst ‘zich gewoon zullen voordoen’. Dat de haalbaarheid van deze voorgenomen bezuinigingen door de Algemene Rekenkamer wordt betwijfeld, vindt de minister een te eenzijdige voorstelling van zaken.

Dat extra besparingen ‘zich gewoon voordoen’ omschrijft de Algemene Rekenkamer als een risico op wens-denken. De Algemene Rekenkamer stelt met instemming in haar nawoord vast dat de minister van Financiën beziet hoe hij actiever toezicht op begrotingsadministraties kan houden.  

Een aangekondigd onderzoek door de minister van BZK naar een betere verantwoording over specifieke uitkeringen zal de Algemene Rekenkamer nauwgezet volgen. Bijzondere aandacht daarbij zal besteed worden aan de noodzakelijke verbeteringen bij het Ministerie van SZW.