Rapport bij het Jaarverslag 2012 van het Ministerie van BZK

Bedrijfsvoeringsproblemen toegenomen

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2012 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.

De bedrijfsvoering van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is sinds 2011 sterk achteruit gegaan. Ook de shared service organisaties van het ministerie die diensten verlenen aan meerdere ministeries kampen met problemen op dit terrein. Daarnaast is het nog steeds niet helder hoe de ministers van BZK en voor Wonen en Rijksdienst (WenR) hun systeemverantwoordelijkheid voor diverse terreinen invullen. Dit blijkt uit de rapporten bij de jaarverslagen van het Ministerie van BZK en van de begrotingshoofdstukken Koninkrijksrelaties en het BES-fonds, die de Algemene Rekenkamer op 15 mei publiceert.

De bedrijfsvoeringsproblemen waarmee het Ministerie van BZK kampt zijn de afgelopen jaren toegenomen. In 2011 waren er bij zeven bedrijfsvoeringsonderwerpen van het ministerie onvolkomendheden, in 2012 bij tien.  De financiële administratie van het kerndepartement is een probleem, maar ook van baten-lastenagentschappen als De Werkmaatschappij en Doc-Direct. Daardoor is er gedurende het jaar onvoldoende zicht op de budgetuitputting en de resultaten. Ook het subsidiebeheer en het inkoopbeheer van het kerndepartement zijn niet op orde. Hetzelfde geldt voor het inkoopbeheer bij FMHaaglanden, dat de inkoop voor meerdere departementen coördineert. Op het kerndepartement en bij FMHaaglanden ontbreekt een volledig contractenregister waardoor er de kans is dat ten onrechte niet Europees wordt aanbesteed of dat niet de juiste aanbestedingsprocedure wordt gevolgd. 

Gebruik doorzettingsmacht voor rijksbrede bedrijfsvoering gewenst

De Algemene Rekenkamer dringt er bij beide ministers op aan dat zij voor de terreinen waar ze systeemverantwoordelijkheid voor dragen, rijksbrede regels stellen. Dat is bijvoorbeeld nodig voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsprocessen en de wet veiligheidsonderzoeken. De ministers moeten toezicht houden op de uitvoering van deze regels en  de verantwoordelijken aanspreken op hun verantwoordelijkheden. De ministers moeten de doorzettingsmacht gebruiken, die bij hun systeemverantwoordelijkheid hoort. Zo kunnen bijvoorbeeld de problemen met het afrekenen van de specifieke uitkeringen met decentrale overheden of de veiligheid van DigiD opgelost worden.

Risico op misbruik vertrouwelijke gegevens

Inbraken op DigiD bij afnemers zoals gemeenten, Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en de Belastingdienst kunnen leiden tot misbruik van vertrouwelijke gegevens van burgers en bedrijven. Deze afnemers moeten zich dan ook houden aan hoge veiligheidseisen. Volgens de Algemene Rekenkamer zijn er op dit moment echter risico’s voor de beveiliging van DigiD, doordat niet alle afnemers zich volledig aan de veiligheidseisen houden. De minister voor WenR  zou de afnemers hierop moeten aanspreken: hij is verantwoordelijk voor de beschikbaarheid en kwaliteit van DigiD. De Algemene Rekenkamer beveelt hem aan te investeren in het toezicht op de afnemers van DigiD.

Onvoldoende inzicht in voortgang boedelscheiding en samenwerkingsgelden Aruba, Curaçao en St. Maarten

De minister van BZK heeft tot nu toe geen inzicht in de afhandeling van de boedelscheiding van het voormalige land Nederlandse Antillen. Dit komt, omdat de commissie, die een voorstel moet doen om tot vereffening van de schulden en bezittingen tussen Nederland, Aruba, Curaçao en St. Maarten te komen,  in voortgangrapportages onvoldoende inzicht geeft in de voortgang van zijn werk.  Ook het inzicht in de voortgang van programma’s die de bestuurskracht, rechtsorde, economie en het onderwijs versterken is nog onvoldoende. Voor deze programma’s heeft Nederland in de periode 2006 - 2012 € 522,8 miljoen aan voorschotten beschikbaar gesteld. In 2014 zal de evaluatie van deze programma’s zijn.

Coördinatie Caribisch Nederland vraagt betekenisvollere invulling naar collega ministers

Er zijn problemen met financieel beheer bij de dependances in Caribisch Nederland van de Ministeries van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Deze problemen vertonen overeenkomsten. De minister van BZK heeft een coördinerende rol bij Caribisch Nederland. Die rol kan volgens de Algemene Rekenkamer betekenisvoller ingevuld worden.

Reactie ministers van BZK en voor WenR, nawoord Algemene Rekenkamer

De ministers van BZK en voor WenR hebben gereageerd op onze rapporten. Zij onderschrijven dat zij op de door de Algemene Rekenkamer genoemde beleidsterreinen systeemverantwoordelijkheid hebben. Zij geven aan dat er voor een structurele verbetering van de bedrijfsvoering een uitgebreid verbetertraject is gestart.

De geconstateerde problemen bij de bedrijfsvoering van BZK hangen nauw samen met de problemen bij Koninkrijksrelaties. En bij de problemen bij de baten-lastenagentschappen van BZK zou het helpen, als de minister zijn verantwoordelijkheid specifieker inhoud geeft. De Algemene Rekenkamer roept de ministers in haar nawoord op tot actie: de ministers moeten niet onderschatten wat er  moet gebeuren om de bedrijfsvoering op orde te krijgen.

Over het ministerie

Op het ministerie van BZK werkt 9.577 FTE aan personeel en er werd in 2012 ruim € 5 miljard uitgegeven.

De minister van BZK is verantwoordelijk voor de interbestuurlijke verhoudingen, de financiën van de medeoverheden, de gemeentelijke herindelingen, de arbeidsvoorwaarden in de collectieve sector, Koninkrijksrelaties en de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst. De minister voor WenR is verantwoordelijk voor de rijksbrede bedrijfsvoeringsprocessen zoals bijvoorbeeld het inkoopbeheer en personeel en de volkshuisvesting.