Strafrechtelijk afpakken crimineel vermogen

Veel gezaaid en beperkt geoogst

Onder het motto ‘misdaad mag niet lonen’ is er in de periode 2010-2021 tenminste € 634,1 miljoen geïnvesteerd in de jacht op crimineel verworven vermogen. Toch blijven de resultaten van de intensiveringen achter bij de verwachtingen die de minister van JenV indertijd heeft gewekt. Er is in de afgelopen tien jaar veel gezaaid en beperkt geoogst, blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer.

Foto cover strafrechterlijk afpakken crimineel vermogen

Sinds 2010 is via 5 intensiveringen extra budget uitgetrokken om zoveel mogelijk vermogen van criminelen strafrechtelijk af te pakken. De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of de financiële doelstellingen van dit extra budget zijn bereikt.

Het extra budget van tenminste € 634,1 miljoen dat in de periode 2010-2021 beschikbaar kwam, is met de ontvangsten uit ‘normale afpakzaken’ van € 740,3 miljoen ’terugverdiend’. De politieke ambities waren echter groter. Volgens de minister van JenV zou iedere extra geïnvesteerde euro drie keer zoveel aan afgepakt vermogen opbrengen. Het Ministerie van JenV ontving in dezelfde periode in totaal weliswaar ruim € 1,9 miljard aan afgepakt crimineel vermogen, maar daarvan kwam het overgrote deel voort uit 8 hoge en bijzondere transacties (bijv. ABN AMRO, Vimpelcom). Die transacties hangen niet samen met de intensiveringen vanwege het bijzondere opsporings- en vervolgingstraject. Daarom laat de Algemene Rekenkamer deze uitzonderlijke zaken buiten beschouwing.

Verwachte meeropbrengst van 3 intensiveringen wordt niet gerealiseerd

Figuur pb strafrechterlijk

Sinds 2015 blijven de jaarlijkse gemiddelde ontvangsten die voortkomen uit normale afpakzaken rond € 83 miljoen liggen. Het afgepakte criminele vermogen raakte in de tweede helft van de periode 2010-2021 steeds verder achter op de gewekte verwachtingen. Vanaf 2019 ligt het verschil tussen verwachte meeropbrengsten en gerealiseerde opbrengsten boven € 100 miljoen structureel per jaar. Teleurstellend, concludeert de Algemene Rekenkamer, omdat behalve het extra budget ook ruimere wet- en regelgeving en beleid het eenvoudiger maakte om crimineel vermogen af te pakken.

Of het extra budget effectief en efficiënt is besteed is niet te zeggen. Zo is onduidelijk waar het extra geld aan is besteed. Bovendien werken de opsporingsdiensten, het OM, de rechtspraak en CJIB allen met andere definities, administraties en IT-systemen. Een integrale aanpak in de justitieketen is nauwelijks zichtbaar. Ook zijn er nauwelijks evaluaties van de intensiveringen uitgevoerd. Daardoor ontbreekt bij het departement een integraal beeld van de resultaten van het strafrechtelijk afpakken van crimineel vermogen.

De Algemene Rekenkamer beveelt de minister van JenV aan om samenhang tussen beleid en uitvoering tot stand te brengen. De minister onderkent in haar reactie de conclusies van het onderzoek en geeft aan dat zij de afpakketen verder gaat versterken. De minister geeft aan dat zij alleen kan sturen op het beheer van betrokken organisaties en dat het OM verantwoordelijk is voor het effectief afpakken van crimineel verworven vermogen. De Algemene Rekenkamer vindt dat de minister van JenV hiermee een beperkte invulling geeft aan haar wettelijke bevoegdheden en mogelijkheden om te sturen op de resultaten in de afpakketen.