Resultaten verantwoordingsonderzoek 2018 Ministerie van Financiën en Nationale Schuld

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2018 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld.

Onze conclusies

De staatssecretaris van Financiën heeft in april 2018 onder de noemer ‘Beheerst Vernieuwen’ zijn aanpak om de Belastingdienst te moderniseren en de bedrijfsvoering te verbeteren bekendgemaakt. Deze aanpak is erop gericht om stapsgewijs voortgang te boeken aan de hand van een overzichtelijk aantal projecten. De projecten zijn gericht op een integrale aanpak van vernieuwing enerzijds en noodzakelijke verbeteringen in de bedrijfsvoering anderzijds. Deze aanpak is realistisch, waardoor de kans van slagen groter is dan bij voorgaande vernieuwingstrajecten.

De financiering van de projecten voor vernieuwing en verbetering is geborgd via meerjarige bestedingsplannen. Deze plannen bevatten concrete en evalueerbare doelstellingen voor de komende jaren. In 2018 is een aantal projecten van start gegaan. Het is nu vooral zaak om door te pakken en de plannen daadwerkelijk uit te voeren.

De in 2017 ingevoerde nieuwe sturingsarrangementen stellen de minister van Financiën inmiddels goed in staat om sturing te geven aan en toezicht te houden op de Belastingdienst. Bij de Belastingdienst is de nieuwe topstructuur ingericht en zijn de interne sturing en beheersing verbeterd. Ook heeft de Belastingdienst de formatie van de dienstonderdelen vastgesteld en is de informatievoorziening over het personeelsbestand verbeterd, zodat beter kan worden gestuurd op de instroom, de doorstroom en de uitstroom van personeel.

Ondanks de in 2018 bereikte resultaten en de ingezette verbeteringen is een aantal problemen waar de Belastingdienst mee te maken heeft zodanig groot, dat het oplossen ervan meer tijd vraagt dan voorheen gedacht.

Meer dan de helft van het ICT-landschap van de Belastingdienst is sterk verouderd en daardoor moeilijk aanpasbaar en duur in onderhoud. Dit heeft tot gevolg dat het soms lastig of zelfs onmogelijk is om nieuwe wetgeving in te voeren of de dienstverlening aan burgers te vernieuwen. De Belastingdienst is al een aantal jaren bezig om deze verouderde systemen te moderniseren of te vervangen. Het tempo waarin dat gebeurt, is echter niet hoog genoeg om de toename met nieuwe verouderde systemen voor te blijven. Daarmee neemt per saldo het percentage verouderde systemen juist toe. Daarnaast is de capaciteit die nodig is voor zowel het beheer en onderhoud van de systemen, als voor het invoeren van nieuwe wet- en regelgeving, de komende jaren zoveel groter dan de beschikbare capaciteit, dat er in sommige domeinen mogelijk onvoldoende capaciteit overblijft voor het moderniseren van verouderde systemen. Toch is het vervangen van de verouderde systemen nodig om ervoor te zorgen dat de Belastingdienst op middellange termijn nieuwe wet- en regelgeving kan blijven implementeren, zijn dienstverlening aan burgers kan garanderen en zijn kerntaak van belastinginning duurzaam kan blijven uitvoeren.

Ook het verbeteren van de managementinformatie en het inrichten van het bedrijfscontinuïteitsbeheer, dat ervoor moet zorgen dat kritieke bedrijfsprocessen zijn beschermd tegen gebeurtenissen die kunnen leiden tot een verstoring, vergt nog meer tijd dan aanvankelijk gedacht.

Ten slotte constateren we ook dat er bij andere onderdelen van de bedrijfsvoering problemen ontstaan die aandacht vragen. Het resultaat is dat het aantal onvolkomenheden per saldo is gestegen van 8 in 2017 naar 9 in 2018.

Verder in het rapport

In de volgende hoofdstukken werken we de conclusies verder uit:

  • Hoofdstuk 2, ‘Feiten en cijfers’: hierin geven we een korte beschrijving van het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld en de omvang van het begrotingshoofdstuk waarover wij ons oordeel geven.
  • Hoofdstuk 3, ‘Financiële informatie’: hierin geven wij ons oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld. Wij hebben vastgesteld dat de financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau rechtmatig is, met uitzondering van de rechtmatigheid van de financiële verantwoordingsinformatie op het totaalniveau van de verplichtingen en een niet te kwantificeren onzekerheid over de rechtmatigheid van de belastingopbrengsten. Daarnaast hebben wij vastgesteld dat de financiële verantwoordingsinformatie op totaalniveau betrouwbaar en ordelijk is en voldoet aan de regels voor het inrichten van de jaarverslagen, met uitzondering van de betrouwbaarheid en ordelijkheid van de financiële verantwoordingsinformatie op het totaalniveau van de verplichtingen. Op artikelniveau is ons oordeel dat de financiële verantwoordingsinformatie rechtmatig, betrouwbaar en ordelijk is en voldoet aan de regels voor het inrichten van de jaarverslagen, met uitzondering van 2 gevallen waarin de tolerantiegrens is overschreden.
  • Hoofdstuk 4, ‘Bedrijfsvoering’: hierin geven wij ons oordeel over de bedrijfsvoering van het Ministerie van Financiën. In 2018 zijn er 9 onvolkomenheden geconstateerd. De nieuwe onvolkomenheden hebben betrekking op het niet tijdig en volledig uitvoeren van controles die moeten vaststellen of de gegevens in de systemen van de Belastingdienst juist en volledig worden verwerkt, op het verplichtingenbeheer en op het vaststellen van geleverde prestaties bij inkopen. Dat is een verslechtering ten opzichte van 2017. In 2017 was er sprake van 8 onvolkomenheden, waarvan er 2 in 2018 zijn opgelost. In dit hoofdstuk staan ook belangrijke risico’s en aandachtspunten bij de bedrijfsvoering.
  • Hoofdstuk 5, ‘Beleidsresultaten’: hierin geven wij ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2018 van het Ministerie van Financiën en Nationale Schuld is opgenomen over het gevoerde beleid.
  • Hoofdstuk 6, ‘Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer’: hierin vatten we de reactie samen die we op 25 april 2019 ontvingen van de minister van Financiën. De minister geeft in zijn reactie aan alle in ons rapport opgenomen analyses en conclusies te herkennen en te delen. Ook neemt de minister al onze aanbevelingen over.