Minister weet niet of Nederland voldoende energie bespaart

De minister voor Klimaat en Energie heeft momenteel onvoldoende informatie om vast te stellen in welke mate zijn maatregelen leiden tot energiebesparing bij bedrijven, instellingen en huishoudens. De minister kan daarom niet goed zien of hij bijvoorbeeld extra besparingsmaatregelen moet nemen om afgesproken doelstellingen te halen.

Minder energie verbruiken is goed voor het klimaat. Het helpt bovendien om het tekort aan capaciteit op het stroomnet te verkleinen. Binnen de Europese Unie hebben de lidstaten afspraken gemaakt om energieverbruik te beperken. En Nederland moet aan kunnen tonen dat het energie bespaart, in aanvulling op Europese besparingsmaatregelen. Voor de periode 2021-2030 zijn nieuwe afspraken binnen de EU gemaakt. Maar met de huidige monitoring van de energiebesparingsdoelen blijkt niet duidelijk hoe het staat met de opbrengsten van de genomen maatregelen. De minister voor Klimaat en Energie kan pas op z’n vroegst in 2025 vaststellen of de Nederlandse maatregelen effect sorteren. 

Oordeel Algemene Rekenkamer

De Algemene Rekenkamer beoordeelt daarom de manier waarop de minister de monitoring van de nationale energiebesparing vormgeeft als matig en beveelt de minister aan het gebrek aan inzicht sneller op te lossen. 
Al in 2021 stelde de Rekenkamer vast dat het halen van doelen voor de energietransitie sinds 2015 wordt onderschat. Twee jaar later vindt de Rekenkamer nog steeds dat de minister potentiële maatregelen vroegtijdig moet voorbereiden. Als de minister wacht met het nemen van maatregelen voor energiebesparing, is de kans groter dat hij de doelstelling voor 2030 niet haalt. Een actueel inzicht in de nationale energiebesparing is daarbij essentieel.

Te weinig zicht of bijsturing van beleid nodig is

Nederland voert al vele jaren aanvullend nationaal beleid om energiebesparing te stimuleren. Maar sinds het Klimaatakkoord (2019) en het coalitieakkoord als basis van het kabinet-Rutte IV is het beleid vooral gericht op vermindering van de CO2-uitstoot en minder op energiebesparing. Ook de monitoring is gericht op CO2-reductie. Nederland kan voorlopig niet aan ‘Brussel’ melden of de besparingsdoelen 2030 gehaald kunnen worden. Dat kan ertoe leiden dat laat in de besparingsperiode 2021-2030 extra maatregelen nodig zijn om aan de EU-afspraken te voldoen. 
Het Planbureau voor de Leefomgeving en andere betrokken instanties hebben in de Klimaat- en Energieverkenning 2022 gemeld dat Nederland wellicht het EU-besparingsdoel niet haalt. Intussen wordt binnen de EU alweer onderhandeld over verdere aanscherping van de doelen voor energiebesparing. Dan zullen weer verdere besparingsmaatregelen opgelegd moeten worden.
De verantwoordelijk minister geeft in reactie op deze bevindingen aan meer bedrijven en meer maatregelen onder de energiebesparingsverplichting te brengen. Met de informatie die bedrijven hierover moeten aanleveren wil de minister de monitoring verbeteren. Voor toezicht en handhaving op de energiebesparingsplicht stelt de minister budget beschikbaar. 

Uitgaven Ministerie van EZK stijgen hard door crises en energietransitie

De minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK) heeft het afgelopen jaar weer veel moeten uitgeven aan crisismaatregelen voor getroffen burgers en bedrijven. Mede daardoor zijn haar uitgaven in 2022 ruim verdubbeld naar bijna € 26 miljard. En waar  andere ministeries na de coronajaren het afgelopen jaar de uitgaven konden terugschroeven, groeiden de verplichtingen die het Ministerie van EZK vorig jaar is aangegaan (toekomstige uitgaven) naar bijna € 46 miljard.
EZK heeft in 2022 financiële steun aan bedrijven overgemaakt die in 2022 nog met de naweeën van de coronacrisis kampen: € 3,7 miljard, voornamelijk voor de Tegemoetkoming vaste lasten (TVL-regeling). Ook keerde EZK vorig jaar vanwege de hoge energierekening 2 maal een tegemoetkoming van € 190,- uit aan huishoudens, wat neerkomt op € 3,1 miljard. Ook bevoorschotte zij in 2022 € 370 miljoen aan energiemaatschappijen vanwege het energieprijsplafond. De minister heeft aan de Nederlandse Aardolie Maatschappij voor € 9,3 miljard aan vergoedingen uitgegeven voor de gewijzigde inzet van de gasopslag in Norg. Verder is de minister verantwoordelijk voor diverse subsidieregelingen om de energietransitie te stimuleren. De Stimuleringsregeling duurzame energietransitie en klimaattransitie (SDE) en SDE+(+) waren samen goed voor €873 miljoen aan uitgaven. Met € 250 miljoen voor de ISDE stimuleerde het kabinet isolatiemaatregelen en onder meer de aanschaf van warmtepompen. De Rekenkamer heeft deze uitgaven en verplichtingen op totaalniveau rechtmatig bevonden. Wel verdient de manier waarop EZK in de praktijk de crisismaatregelen uitvoert blijvend aandacht. Ook omdat de in 2023 opengestelde Tegemoetkoming Energiekosten energie-intensief mkb op dezelfde leest is geschoeid als in crisismaatregelen.