Aandachtspunten bij de begroting 2014 Ministerie van EZ (Economie en Innovatie)

De Algemene Rekenkamer heeft aandachtspunten opgesteld bij de begroting 2014 van het Ministerie van Economische Zaken (deel Economie en Innovatie). De begroting van het Ministerie van Economische Zaken voor 2014 omvat 5.032 miljoen euro aan uitgaven en 12.734 miljoen euro aan ontvangsten. Dat betekent dat de minister een relatief kleine uitgavenbegroting heeft, maar relatief veel ontvangsten. Voor het deel Economie en Innovatie gaat het om 2.871 miljoen euro aan uitgaven en 12.340 miljoen euro aan ontvangsten.

Het overige deel van de uitgaven en ontvangsten heeft betrekking op Landbouw en Natuur. Over dat deel van de begroting verwachten we de Tweede Kamer medio oktober 2013 een brief te zenden.

Belangrijkste aandachtspunten

Bij de begroting 2014 van het Ministerie van Economische Zaken vragen we aandacht voor de volgende onderdelen:

  • Een doelmatige en duurzame energievoorziening (artikel 14). De begroting maakt niet duidelijk hoe de uitgaven aan duurzame energie zullen bijdragen aan duurzame energieproductie in 2020 en later. In het Verantwoordingsonderzoek 2012 hebben wij aangedrongen op het opnemen van deze meerjarenprognoses, wat de minister zeer nuttig achtte. Uit de begroting 2014 wordt ons verder niet duidelijk welk deel van de onbesteed gebleven middelen voor duurzame energie naar de begrotingsreserve gaat en waar deze reserve voor gebruikt zal worden. Tot slot introduceert de begroting 2014 een regeling om grootverbruikers van energie te compenseren voor een hogere energieprijs als gevolg van het CO2-emissiehandelssysteem. Op basis van eerder onderzoek wijzen wij erop dat een compensatie mogelijk negatief kan uitwerken op (investeringen in) energiebesparing.
  • Agentschappen die beleid uitvoeren. De minister schetst een dalende lijn voor de toekomstige uitgaven aan de agentschappen. De afgelopen jaren bleek die daling niet reëel, zoals wij constateerden in ons Verantwoordingsonderzoek 2012. Het is van belang om expliciet aan te geven of de daling moet worden opgebracht uit efficiënter werken of uit versobering of afstoting van publieke taken.
  • Een excellent ondernemingsklimaat (artikel 13). Wij houden zorgen omtrent de beheersbaarheid van het structurele tekort van de Borgstellingsregeling Midden- en Kleinbedrijf (BMKB), zoals verwoord in ons Verantwoordingsonderzoek 2012.
  • Een sterk innovatievermogen (artikel 12). We merken op dat niet duidelijk is welke specifieke beleidsinstrumenten de verschillende departementen inzetten voor het topsectorenbeleid en welke uitgaven per instrument daarmee gemoeid zijn.