Resultaten verantwoordingsonderzoek 2016 bij Wonen en Rijksdienst

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2016 en de bedrijfsvoering van het Ministerie voor Wonen en Rijksdienst.

Onze conclusies

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft op 27 januari 2017 de portefeuille teruggekregen van de minister voor Wonen en Rijksdienst (WenR). Immers, bij het vervallen van de portefeuille ‘Minister voor WenR’ komt deze terug bij het moederdepartement. In dit rapport spreken we derhalve de minister voor WenR aan wanneer we terugblikken op het jaar 2016 en bij het doen van aanbevelingen richten we ons tot de minister van BZK.

De minister voor WenR had meer regie kunnen voeren op verschillende onderdelen van de rijksbrede bedrijfsvoering. Alle ministers hebben hun eigen verantwoordelijkheid om te zorgen voor een goede bedrijfsvoering bij het departement, maar voor overeenkomstige onderdelen van de bedrijfsvoering die bij alle departementen voorkomen, is het onont­beerlijk dat er kaders zijn en dat departementen van elkaar leren. De minister voor WenR heeft onvoldoende systematische aandacht geschonken aan het leren van ICT-projectevaluaties. Ook heeft hij niet gestimuleerd dat departementen samenwerken bij het aantrekken van ICT-personeel. En bij informatiebeveiliging was het behulpzaam geweest als het ministerie vooraf heldere definities had opgesteld en had toegezien op een uniforme toepassing. Met het kabinet zien we mogelijkheden voor de invulling van een opdrachtgeversrol voor de minister voor de huurtoeslag. Op het gebied van rijksbreed inkoopbeheer heeft het ministerie wel veel actie ondernomen in 2016.

Wij baseren ons op de gedachte dat de minister van BZK een centrale rol vervult in de rijksbrede bedrijfsvoering, net als de minister van Financiën voor het rijksbrede begrotingsbeheer. De minister van Financiën ontleent zijn formele bevoegdheden aan de rijksbegrotingsvoorschriften. Wij geven in overweging om analoog aan de rijksbegrotingsvoorschriften regels op te stellen die de minister van BZK een titel geeft om de bedrijfsvoering te bevorderen en zijn collega’s aan te spreken.

Systematischer aandacht nodig voor lessen ICT-projectbeheer en werven ICT-personeel

De minister voor WenR heeft de afgelopen jaren onvoldoende systematische aandacht geschonken aan het trekken van lessen op het gebied van projectbeheersing. Bureau ICT-toetsing (BIT) heeft tot eind 2016 vijftien toetsen uitgevoerd en Bureau Gateway heeft sinds 2009 ongeveer 300 reviews verricht. Ook departementen hebben zelf onderzoeken laten doen door andere partijen. Al deze onderzoeken kunnen informatie opleveren om lessen uit te trekken en wij zien dat dat in 2016 niet systematisch gebeurd is.
De minister van BZK zou meer kunnen stimuleren dat ministeries samenwerken bij het aantrekken en opleiden van ICT-personeel. Goed ICT-personeel is nodig om de ambities van de rijksoverheid waar te maken. Daarnaast kunnen met eigen ICT-personeel vaak kosten worden bespaard, en kan kennis worden behouden. Wij constateren dat overheids­organisaties nog niet systematisch samenwerken in het benaderen van de arbeidsmarkt, het afstemmen van arbeidsvoorwaarden en uitwisselen van personeel.

Te weinig aandacht voor informatiebeveiliging in kritieke ICT-systemen rijksoverheid

Ministeries doen nog te weinig om de informatie in kritieke ICT-systemen te beschermen. Burgers mogen verwachten dat bijvoorbeeld gegevens over hun inkomen, medische gegevens en inlogcodes in goede handen zijn bij de overheid. Dat is echter niet vanzelf­sprekend. Wij hebben weliswaar geen concrete aanwijzingen dat er problemen zijn, maar we zien wel dat meerdere departementen hun informatiebeveiliging in 2016 nog niet op orde hadden. De Auditdienst Rijk (ADR) constateert ook in een uitgebreid rijksbreed onderzoek naar kritieke systemen een beperkte vooruitgang op het gebied van informatiebeveiliging.

De minister van BZK is niet zelf verantwoordelijk voor de informatiebeveiliging van de andere ministeries, maar heeft wel een coördinerende rol op dit gebied. Wij verwachten dat hij duidelijke afspraken maakt met ministeries, bijvoorbeeld over wat een informatiesysteem tot een kritiek systeem maakt en welke informatie een secretaris-generaal moet opnemen in de in control verklaring. Ook verwachten wij dat hij toeziet op naleving van de afspraken en dat hij de lessen deelt die hij hieruit trekt.

Steeds minder terugvordering huurtoeslag, verdere verbetering mogelijk

In Nederland ontvingen in 2016 ruim 1,4 miljoen burgers huurtoeslag voor in totaal bijna € 3,9 miljard. Het kabinet streeft naar invoering van een opdrachtgever-opdrachtnemerrelatie tussen de minister van BZK en de Belastingdienst voor de huurtoeslag, waarbij de minister van Financiën optreedt als eigenaar van de Belastingdienst. Wij constateren dat de verantwoordelijkheden van BZK en de Belastingdienst duidelijk zijn, dat ambtenaren regelmatig met elkaar overleggen over de uitvoering van de huurtoeslag en dat de informatie die de minister voor WenR van de Belastingdienst ontvangt conform de afspraak is. Een verbeterpunt op korte termijn is dat het Ministerie van BZK regulier overleg invoert met de Belastingdienst op het niveau van directeuren of hoger. Bij het inrichten van de opdrachtgeversrol is het dienstbaar dat het Ministerie van BZK ook informatie ontvangt over de kwaliteit van de uitvoering, zoals de aard en omvang van het aantal bezwaarschriften en doorlooptijden met betrekking tot de huurtoeslag.

De Belastingdienst heeft de afgelopen jaren een afname van de terug te vorderen huurtoeslag bewerkstelligd. In 2009 werd ongeveer 20% van de huurtoeslag teruggevorderd, in 2014 was dit teruggelopen tot 14,5%. BZK en Belastingdienst kunnen overleggen over mogelijkheden voor verdere vermindering van terug te vorderen bedragen, omdat dit burgers in financiële problemen kan brengen én de uitvoeringskosten oplopen.

  • Wat heeft de minister onder meer goed gedaan in 2016?
  • Afspraken gemaakt over rijksbreed inkoopbeleid (zie Staat van de rijksverantwoording 2016, te raadplegen via www.rekenkamer.nl/verantwoordingsonderzoek2016).
  • Inspectie Leefbaarheid en Transport laten toetsen op onderbouwing energielabels (zie hoofdstuk 2 Feiten en cijfers).
  • Vijftien toetsen gedaan door Bureau ICT-toetsing met resultaten.

Verder in het rapport

In het rapport werken wij bovenstaande conclusies verder uit:

  • Financiële informatie: hierin geven wij ons oordeel over de financiële informatie in het Jaarverslag 2016 van Wonen en Rijksdienst. Wij hebben vastgesteld dat de weergegeven informatie rechtmatig is en deugdelijk is weergegeven, met uitzondering van twee gevallen waarbij onze tolerantiegrens is overschreden.
  • Bedrijfsvoering: hierin geven wij ons oordeel over het inkoopbeheer van twee onderdelen van Uitvoeringsorganisatie Bedrijfsvoering Rijk. Verder gaan we in op de ICT-projectbeheersing en op werving en opleiding van ICT-personeel.
  • Beleidsresultaten: hierin bespreken wij de conclusies uit ons onderzoek naar terugvordering van huurtoeslag. Ook geven wij ons oordeel over de totstandkoming van de informatie die in het Jaarverslag 2016 van Wonen en Rijksdienst is opgenomen over het gevoerde beleid.
  • Reactie van de minister en nawoord Algemene Rekenkamer: hierin geven wij de reactie weer die wij op 25 april 2017 ontvingen van de minister van BZK, gevolgd door ons nawoord.