Focus op kosten windenergie op zee

De prijs van energieopwekking door windmolens op zee zal naar verwachting spectaculair dalen. ‘Subsidieloze’ windparken op zee zullen voorlopig echter nog geen feit zijn. Dat blijkt uit het rapport Focus op kosten windenergie op zee van de Algemene Rekenkamer.

Subsidieloos windpark nog geen feit, ondanks forse kostendaling

Het onderzoek van de Algemene Rekenkamer leert dat het doel om de prijs van stroom uit zeewind tussen 2013 en 2023 met 40% te verlagen binnen bereik is. Op basis van het winnende tenderbedrag is de prijs van het windpark Hollandse Kust (zuid), dat dit jaar is vergund en in 2022 moet gaan draaien, 70% lager geraamd dan die van 2013.

Deze sterke daling van de winnende tenderbedragen is naar alle waarschijnlijkheid te danken aan innovatie, schaalvergroting, prijsdaling van grondstoffen, betere financieringsmogelijk­heden en een overheid die meer zekerheid biedt.

De rijksoverheid bepaalt waar, wanneer en hoe nieuwe windparken op zee mogen worden aangelegd. Private partijen bouwen en exploiteren de parken. Inkomsten halen ze uit de verkoop van de opgewekte stroom en uit subsidie van de overheid. Op de Noordzee zijn nu 4 windparken actief: Egmond, Amalia, Gemini en Luchterduinen. Voor 3 nieuwe parken zijn vergunningen afgegeven: Borssele I-II, Borssele III-IV en Hollandse Kust (zuid) I-II. 

Zonder subsidie leveren de windmolens op zee echter geen stroom aan het landelijke netwerk. De Algemene Rekenkamer wijst op de subsidie die in het Net op Zee wordt gestoken; het netwerk waarmee de op zee gewonnen windenergie wordt doorgegeven aan het landelijke elektriciteitsnet.
Landelijke netbeheerder TenneT (100% eigendom van de staat) is verantwoordelijk voor aanleg en onderhoud van Net op Zee, maar ontvangt hiervoor subsidie. Voor de aansluiting van de windparken die gebouwd worden tot en met 2023 is € 4 miljard aan subsidiemiddelen gereserveerd. Die subsidie komt uit de Opslag Duurzame Energie (ODE), die burgers en bedrijven betalen via de energierekening. De windparken die in 2022 worden opgeleverd voor de Nederlandse kust zullen dus niet de ‘eerste windparken ter wereld zijn die zonder subsidie worden gerealiseerd’, zoals de minister van EZK in maart van dit jaar aan de Tweede Kamer schreef.

FRANCINE GISKES: De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar de kosten van windenergie op zee.
En ik ga hier nu vertellen wat wij gevonden hebben.
Waarom doen wij dit onderzoek?
Er zijn twee stellingen geponeerd door de minister van Economische Zaken.
Die zegt: Windenergie is inmiddels 40 procent goedkoper geworden, minstens en in de toekomst en al vanaf nu kunnen windparken zonder subsidie worden gebouwd.
Wij dachten: we gaan dat eens 'factchecken'.
En ik begin met een overzicht van waar we staan met windenergie op zee.
Welke windparken zijn er? En welke komen er?
Nederland heeft nu vier actieve windparken op de Noordzee met een gezamenlijk vermogen van 957 megawatt de zogenaamde pioniersparken, en u ziet ze hier.
En tot 2023 komen daar nog eens vijf windparken bij.
En ook zijn er plannen voor nog verdere windparken richting 2030.
En zoals u ziet in dit overzicht, stijgt het vermogen van de windparken exponentieel.
En hoe zit het dan met dat belang van windenergie met deze toename van parken?
Nog steeds heel veel energie die we nu in Nederland hebben, is niet hernieuwbaar.
We proberen steeds meer groene energie te krijgen, en u ziet dat dat lukt.
Een steeds groter aandeel van de groene energie is windenergie op zee.
Hoe zit het dan met de prijs van energie?
Dus die prijs die minstens 40 procent naar beneden zou moeten.
Dat doen we door de optelsom te laten zien van twee componenten waar die prijs uit wordt opgebouwd.
In het blauw ziet u de tenderprijs dus dat is het bedrag waarvoor private aanbieders hebben gezegd daar gaan we iets voor bouwen.
En een deel van dat bedrag, in het paars ziet u dat is aangevuld met subsidie waarmee het voor de exploitant doenlijk wordt.
Een tweede kostenpost is natuurlijk de aansluiting van de molen op het net op het land.
Vroeger werd dat verzorgd door de ondernemers zelf tegenwoordig, vanaf nu gaat dat via het net op zee wat door de overheid wordt betaald via TenneT.
Dat gebeurt dus met geld van de overheid.
Kijken we dan hoe die totaalprijs van de windenergie per park zich heeft ontwikkeld in de loop der jaren dan ziet u dat het eerst begon in Egmond dat die prijs toen in de loop der jaren nog enigszins is toegenomen tot 2009 bij Luchterduinen en dat daarna sprake is toch van een behoorlijke daling van de prijs en dat dat dus wel degelijk het vermoeden bevestigt dat die kosten enorm zijn teruggelopen.
Maar wat u ook in dit plaatje ziet is dat in die totale kosten er een groen blokje verschijnt en dat zijn de kosten voor de aansluiting op het net op het land.
In het verleden werden die kosten betrokken en betaald door de exploitanten.
Vanaf 2016 is ervoor gekozen die kosten eruit te halen en voor rekening te laten komen van de overheid.

(Aldus Francine Giskes.)

En u ziet waarschijnlijk al dat hier zelfs een lichte stijging weer in zit.
En kijken we even naar die kosten speciaal van dat net op zee dan ziet u hier hoe dat werkt.
De exploitanten bouwen de molens de overheid neemt voor haar rekening het verzamelen van de elektriciteit die gewonnen wordt met de molens en ook het doorsluizen daarvan naar het hoogspanningsnet op het land.
De kosten worden gedragen, hier door de exploitant en dit komt nog steeds voor rekening van de overheid.
Wat wij signaleren, is dat toch wel het risico bestaat dat de kosten hier eerder gaan toe- dan afnemen.
En dat heeft ermee te maken dat de windmolens steeds verder in zee terechtkomen en daarmee dus de kosten om hier te belanden, steeds hoger gaan worden.
En bovendien, naarmate we erin slagen om meer windenergie op te wekken betekent dat ook dat voor de periodes dat er geen wind is er ook een goede voorziening moet zijn dat er dus steeds meer goede balancering moet zijn en daarmee zouden de kosten nog weleens kunnen toenemen om dat op het land ook goed geregeld te krijgen, zodat iedereen stroom houdt.
Terug naar de onderzoeksvraag: nemen de kosten van windenergie nou inderdaad met zo'n 40 procent af? Kan het 40 procent goedkoper?
Kijken we naar de windmolenparken die binnenkort gebouwd moeten gaan worden dan zien we dat er sprake is van een behoorlijke daling van de kosten.
In het laatste geval zelfs al met zo'n 70 procent.
En wat is de verklaring daarvoor?
Men heeft natuurlijk geleerd van de bouw van de eerdere parken er is sprake van lagere staalprijzen, er zijn grotere turbines en er is ook sprake van lagere kosten voor het onderhoud.
Dus deze figuur laat zien dat die ambitie om 40 procent prijsreductie te halen lijkt te gaan lukken.
Ik zeg lijkt, want ze moeten nog gebouwd worden en we willen natuurlijk wel eerst zien en dan pas geloven.
Dan zoomen we in op de tweede onderzoeksvraag worden er windparken zonder subsidie gebouwd?
En voor de duidelijkheid: in de prijs voor windenergie zitten twee soorten subsidie.
De subsidie voor de exploitant zelf en de subsidie die TenneT krijgt om aansluiting te maken tussen het windpark en het hoogspanningsnet op het land.
Bij het windpark Hollandse Kust zien we dat de subsidiebehoefte is afgenomen met 85 procent.
Dat is te danken aan het feit dat de bouwers geen subsidie meer nodig hebben maar we zien ook dat de kosten van de aansluiting op het net op het land nog steeds gedragen worden door TenneT en dus voor rekening van de overheid komen.
Samenvattend, als het gaat om die twee stellingen 40 procent kostenreductie lijkt ruimschoots te worden behaald dus die krijgt een groen vinkje.
Kunnen de windparken toe zonder subsidie?
Dat is nog niet het geval zolang TenneT nog steeds door de overheid gesubsidieerd moet worden.

Waarom onderzochten wij de kosten van windenergie op zee?

Aanleiding voor het onderzoek zijn claims van de minister van EZK, dat de kosten van stroom uit zeewind sterker en sneller dalen dan verwacht en dat in 2022 voor de Nederlandse kust de eerste windparken ter wereld zonder subsidie zullen verrijzen. De Algemene Rekenkamer heeft onderzocht of deze claims kloppen.