Zicht op extra geld kabinet-Rutte III

Navolgbaarheid en onderbouwing maatregelen

De onderbouwing hoe de extra miljarden van het kabinet-Rutte III worden besteed varieert sterk in de begrotingsstukken die Tweede en Eerste Kamer van het kabinet ontvangen. Daardoor is voor het parlement in een aantal gevallen onduidelijk of achteraf de resultaten van extra geld zijn vast te stellen. Dat blijkt uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer naar de onderbouwing van de extra uitgaven voor maatregelen (de intensiveringen in rijksbeleid), zoals afgesproken in het regeerakkoord. Ook of de verwerking van dit extra geld in de ontwerpbegroting 2019 goed is te volgen voor de Kamer is onderwerp van dit onderzoek dat op 26 september 2018 is gepubliceerd.

Deel extra geld onderbouwd met bestedingsplannen

Een deel van het extra geld staat geparkeerd op de zogeheten aanvullende post bij de minister van Financiën. Volgens een nieuwe procedure komt dat pas beschikbaar nadat ministers concrete en evalueerbare plannen hebben opgesteld.
Deze werkwijze past in het streven van het kabinet om beleid vooraf beter te onderbouwen en het inzicht in doelmatigheid van uitgaven te vergroten.
Ministers mogen pas tot besteding overgaan als de minister van Financiën een uitgewerkt bestedingsplan heeft goedgekeurd en het parlement met de uitgaven heeft ingestemd. Op basis van goedgekeurde bestedingsplannen is inmiddels € 4,1 miljard door de minister van Financiën toegekend in de ontwerpbegroting 2019. Daarnaast heeft het kabinet € 3,3 miljard zonder een bestedingsplan toegekend (dit bedrag stijgt nog de komende jaren). Van de in het regeerakkoord voorziene € 8,8 miljard resteert nog € 1,4 miljard voor het begrotingsjaar 2019 dat niet is toegekend. Dit bedrag staat nog op de aanvullende post.
De ontwerpbegroting 2019 moet de komende maanden nog door het parlement worden goedgekeurd.
De Algemene Rekenkamer heeft van de kabinetsintensiveringen 19 maatregelen van alle ministeries nader in kaart gebracht. Van het toegekende geld is soms onduidelijk wat de plannen met dit extra geld zijn en hoe achteraf kan worden vastgesteld of de beoogde resultaten hiermee zijn bereikt. Deze informatie ontbreekt in een aantal gevallen niet alleen in de begrotingsstukken, maar staat evenmin in brieven of beleidsnota’s aan de Kamer.
Het parlement heeft informatie nodig om zijn budgetrecht te kunnen uitoefenen bij de beoordeling van de ontwerpbegroting. Volgens de Algemene Rekenkamer is met de gekozen methodiek helder hoeveel extra geld een minister wanneer kan uitgeven. Maar de verwerking van die extra bedragen in de begrotingsartikelen is moeilijk navolgbaar. Juist bij de goedkeuring (of aanpassing) van begrotingen kan het parlement invloed uitoefenen.
In het rapport staat een bijlage die inzicht geeft per maatregel hoe extra geld in de begrotingen van de ministers is verwerkt. Deze informatie is door het Ministerie van Financiën op verzoek van de Algemene Rekenkamer aangeleverd.

Extra uitgaven deels eerder, deels bij ontwerpbegroting 2019, deels nog niet bestemd

Extra uitgaven aan begroting nemen sterk toe

Waarom onderzochten wij de extra kabinetsuitgaven?

De uitkomsten van dit onderzoek over de navolgbaarheid en de toekenning van deze extra uitgaven zijn gebaseerd op onderzoek van afzonderlijke maatregelen waarvoor extra geld is uitgetrokken. Deze beschrijvende publicatie is de eerste in een reeks onderzoeken over dit onderwerp. De Algemene Rekenkamer volgt de intensiveringen over meerdere jaren, waarbij zicht op het extra geld centraal staat. Doel van de reeks is inzicht te geven in de resultaten die zijn bereikt met de extra uitgaven.
Op 4 oktober 2018 publiceren wij onze brieven bij de ontwerpbegroting 2019. Hierin gaan wij per begrotingshoofdstuk in op de uitkomsten van ons onderzoek naar toekenning, navolgbaarheid en onderbouwing van extra gelden.
Het is een beschrijvend rapport, dat geen aanbevelingen bevat.

Welke normen & methoden gebruikten wij in dit onderzoek?

Uit vragen van de Tweede Kamer bij de Voorjaarsnota 2018 blijkt dat de Kamer meer inzicht wil in het toekennen en verwerken van de extra uitgaven die zijn afgesproken in het regeerakkoord. De Kamer vraagt de minister van Financiën bijvoorbeeld om een toelichting te geven op het verloop van de toekenning van de extra uitgaven uit de aanvullende post, hoe deze toekenning gebeurt en waar de Kamer de beloofde informatie kan vinden over doelstellingen, de doelmatigheid en de doeltreffendheid (conform artikel 3.1 Comptabiliteitswet 2016).
Voor de toekenning van de extra uitgaven hebben we onderzocht hoe het proces van toekennen in de praktijk is verlopen. Ook hebben we de stand van zaken in beeld gebracht van de toekenning van de extra uitgaven bij de ontwerpbegroting 2019.
Voor de navolgbaarheid en de onderbouwing van de extra uitgaven hebben we per begrotingshoofdstuk één of meer maatregelen uit het regeerakkoord geselecteerd. Bij de selectie hebben we gekeken naar maatschappelijke relevantie, financieel belang en of we dit onderwerp eerder onderzocht hebben.