Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

De Algemene Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het Jaarverslag 2020 en de bedrijfsvoering van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Onze conclusies

Het is voor burgers en bedrijven belangrijk dat de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) goed stuurt en toezicht houdt op de uitvoering van zijn beleid in alle fasen van voorbereiding tot implementatie en executie zelf. In 2020 bleek dit des te meer vanwege de coronacrisismaatregelen en de maatschappelijke en politieke gevolgen van de kinderopvangtoeslagaffaire. Samen met UWV en gemeenten heeft de minister de coronacrisismaatregelen snel kunnen invoeren. Dit terwijl de re-integratiedienstverlening aan gedeeltelijk arbeidsgeschikten door UWV grotendeels op peil is gebleven. We zien dat de minister stappen heeft gezet om zijn sturing en toezicht op de uitvoering van de kinderopvangtoeslag door de Belastingdienst/Toeslagen te verbeteren. Ook heeft hij het financieel beheer van de inkopen en van de Rijksschoonmaakorganisatie verbeterd.

Crisismaatregelen uitvoerbaar, hoger M&O-risico

De minister heeft veel aandacht gehad voor de uitvoerbaarheid van de coronacrisismaatregelen voor UWV en gemeenten, waardoor beperkt ruimte was voor maatwerk. Daarbij heeft hij de risico’s op misbruik en oneigenlijk gebruik (M&O) bij het aanvragen van NOW- en Tozo-steun beperkt af kunnen dekken. Het hogere risico vinden wij acceptabel omdat snelle uitbetaling noodzakelijk was en er controles op rechtmatigheid achteraf bij vaststelling zijn. We vinden het van belang dat de minister ontvangers van steun zo snel mogelijk zekerheid biedt over waar zij recht op hebben en blijft investeren in goede voorlichting over in welke gevallen en hoeveel recht bestaat op een uitkering of subsidie.

Re-integratiedienstverlening verdient compliment

UWV is in staat geweest om, ondanks de coronarichtlijnen en de uitvoering van de NOW-regeling, de re-integratiedienstverlening aan gedeeltelijk arbeidsgeschikten grotendeels op peil te houden. De re-integratie van gedeeltelijk arbeidsgeschikten zelf heeft zich bovendien gunstiger ontwikkeld dan op grond van het aantal vacatures was te verwachten. Wel moet de minister ervoor zorgen dat UWV de achterstand in WIA-claimbeoordelingen snel wegwerkt. Dit om aanvragers zekerheid te bieden over hun inkomsten, oplopende terugvorderingen bij cliënten te voorkomen, en gedeeltelijk arbeidsgeschikten te helpen re-integreren.

Toezicht uitvoering kinderopvangtoeslag verbeterd

De minister van SZW heeft in 2020 zijn sturing en toezicht op de Belastingdienst/Toeslagen verbeterd. Voor een goede uitvoering is van belang dat de coördinatie van het opdrachtgeverschap voor Toeslagen in 1 hand is bij het Ministerie van Financiën, als mede-opdrachtgever van alle toeslagen. De minister van SZW dient voorgenomen beleidswijzigingen vooraf met deze coördinerend opdrachtgever te bespreken.

Gebruik lijfrente belemmerd

De minister heeft geen inzicht in het gebruik van aftrekbare lijfrentepremies door personen die met AOW en werknemerspensioen geen adequate oudedagsvoorziening opbouwen. Wij constateren meerdere wettelijke en praktische belemmeringen om hiervan gebruik te maken. Wij bevelen de minister aan streefcijfers te formuleren voor het gebruik van aanvullende pensioenen, het gebruik van de lijfrenteaftrek te monitoren, en belemmeringen te inventariseren en waar mogelijk weg te nemen.

Financieel oordeel

SZW oordeel
SZW onvolkomenheden

Verder in het rapport

  • Hoofdstuk 2 Feiten en cijfers
  • Hoofdstuk 3 Financiële informatie
  • Hoofdstuk 4 Bedrijfsvoering
  • Hoofdstuk 5 Beleidsresultaten
  • Hoofdstuk 6 Buiten de rijksrekening
  • Hoofdstuk 7 Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer